Sandra's moeder heeft borderline: 'Als 10-jarige vond ik haar in de woonkamer'
- Artikel
- 07 okt 2021
- 8 minuten leestijd
Bij Sandra (25) was de situatie thuis soms onveilig. Er waren veel conflicten. Dat komt omdat ze kind is van ouders met psychische problemen. Haar moeder heeft een borderline persoonlijkheidsstoornis en haar vader stapte uit het leven toen ze zes jaar oud was.
Dit verhaal verscheen op 12 maart 2020 op NPO3FM.nl/openup
Als kind was Sandra vaak alleen thuis als ze terugkwam van school. Wanneer ze de auto van haar moeder hoorde, schrok ze. “Ik maakte vluchtig het aanrecht schoon en ruimde de gymspullen op de trap op.” Haar moeder ontplofte om de kleinste dingen, vertelt ze. Ze leerde als jong meisje al dat het beter was om dat voor te zijn.
Theedrinken met je moeder
Sandra had niet echt in de gaten dat er bij haar thuis dingen anders gingen dan bij leeftijdsgenoten. Daar kwam ze pas achter toen ze haar tienerjaren inging en veel bij vriendinnetjes over de vloer kwam. “Daar aten ze ‘s avonds samen en bespraken ze de dag of ging een moeder wel eens met haar dochter naar de stad om gezellig een theetje te drinken.”
Bij Sandra thuis was het niet zo gezellig. Er werd veel ruzie gemaakt. “Ik had nooit het gevoel dat er oog was voor mijn ontwikkeling en behoeften. Alsof ik er niet toe deed. Mijn moeder zette zichzelf op de eerste plaats. Ze is impulsief. Zo verhuisden we heel vaak, waardoor we veel van school wisselden. Dat was voor mijn broertje, zusje en mij helemaal niet fijn. Als we uit school kwamen, vroeg ze nooit hoe het was. Ze toonde geen interesse.”
Suïcidale gedachten
Sandra’s moeder heeft veel last van depressies en suïcidale gedachten. “Het komt geregeld voor dat ze pogingen onderneemt om een einde aan haar leven te maken.”
“Toen ik tien was, ging ik ’s ochtends een keer vroeg naar beneden. Ik zag mijn moeder op de grond zitten, met in haar hand de grote fles whisky die bij ons altijd aan de muur hing. Ze probeerde het te vullen, maar dat lukte niet. Het was ochtend en mijn moeder dronk niet, dus ik wist dat er iets niet klopte.”
“Ze vroeg of ik haar wilde helpen het glas te vullen, ze was dronken. Ik wilde dat niet. Ze liep naar de gang en pakte haar autosleutels. Ik raakte in paniek, ik wist dat ze van plan was om een einde aan haar leven te maken. Ze kon niet rijden! Ik vroeg: ‘Waar ga je heen?’ ‘Mama gaat misschien wel naar de hemel,’ zei ze.”
Die woorden vergeet Sandra nooit meer. “Ik heb toen heel snel mijn stiefvader gehaald, die heeft 112 gebeld. Hij is met haar mee gegaan naar het ziekenhuis en ik hield ondertussen mijn broertje en zusje bezig. Toen ze terugkwamen werd er niet over gepraat. Alsof er niets was gebeurd.”
Opstandig
Toen Sandra in de puberteit kwam werd ze opstandig tegenover haar moeder. “Het deed me pijn dat ze geen interesse toonde. Ik stelde haar vragen als: 'Waarom eten wij nooit samen?' En: 'Waarom vraag je nooit naar hoe het op school gaat?' We hadden vaak ruzie. Toen ik bijna achttien werd en in mijn examenjaar vwo zat, zei mijn moeder dat het wel tijd werd dat ik uit huis zou gaan. Daar was ik zo boos over. Wie eist dat nou van een scholier?!”
Sandra vond een kamer in de buurt en het beviel haar eigenlijk wel om op zichzelf te wonen. In die tijd ging ze heel af en toe langs bij haar moeder, maar ze kwam elke keer gefrustreerd terug. “Ik wil met haar praten over alles wat er in mijn jeugd gebeurde. Ik wil dat ze inziet wat ze mij heeft aangedaan en wat voor invloed het op mijn leven nu heeft. Maar als ik begin over vroeger, wordt ze boos. Daarom heb ik op mijn 21ste besloten om geen contact meer met haar te hebben. Het doet te veel pijn.”
Sociale angsten
Door haar jeugd heeft Sandra zelf ook psychische problemen ontwikkeld. “Tussen mijn bachelor en master ben ik op reis gegaan. Tijdens die reis merkte ik al dat ik af en toe last had van donkere gedachten en ik sociaal angstig was. Ik vond het bijvoorbeeld niet fijn om in grote groepen te eten. Toen ik thuis kwam had ik een half jaar niets. Ik stond in één keer stil. De angsten werden erger, ik kreeg huilbuien en werd depressief. Alle afspraken die ik had, zei ik af en ik werd al zenuwachtig van een rij in de supermarkt.”
Maar tijdens die reis door Azië ontstond er ook wat moois. Sandra begon met het schrijven over haar eigen ervaringen als kind van ouders met psychische problemen (KOPP). Door haar studie psychologie weet ze veel van de ontwikkeling van kinderen en het is een thema waar ze zelf van alles in meemaakt. “Alles viel eigenlijk op z’n plaats. Toen ben ik mijn eigen online platform begonnen: Met Zonder Ouders.”
Tijdens haar reis zette ze het platform online. “Dat voelde veilig, omdat ik daar niemand zou tegenkomen die het zou lezen. Eenmaal terug in Nederland kreeg ik alleen maar positieve reacties.”
Eng om ervaringen te delen
“Ik vond het doodeng om mijn ervaringen online te zetten. Ik schaamde me altijd heel erg voor mijn thuissituatie, omdat ik zelf helemaal niet zoals mijn moeder ben. Ik was altijd bang dat als ik er open over zou zijn, mensen een vooroordeel over me zouden hebben.”
Nu zet ze zich in voor kinderen die met dezelfde problemen te maken krijgen. Ze geeft workshops, lezingen en is bezig om een project op te zetten voor KOPP-jongvolwassenen, zodat zij meer handvatten krijgen bij hoe ze om kunnen gaan met situaties. “Nu deel ik mijn verhaal vaker dan voorheen. Met professionals, maar ook met lotgenoten. Ik merk dat hierdoor mijn psychische klachten verminderen. Hetgeen wat ik voel, mag er zijn.”
Maar haar psychische klachten zijn niet over. Omdat ze als kind zoveel stress en spanning ervoer thuis, heeft ze nu last regelmatig last van hartkloppingen, spanning en nare dromen. “Omdat ik thuis niet gesteund ben door mijn ouders, ben ik snel onzeker over bijvoorbeeld mijn werk. Ik heb nooit dat schouderklopje gehad.”
Koetjes en kalfjes
Af en toe ziet Sandra haar moeder, bijvoorbeeld als het met haar zusje of broertje te maken heeft, die wel nog contact hebben. Dan wil ze er voor haar zijn en dan maakt ze maar een koetjes-en-kalfjes-praatje met haar moeder. Een van de laatste keren dat Sandra haar moeder zag, was toen ze aan het wachten waren op de examenuitslag van haar zusje.
“Mijn moeder vroeg toen naar mijn werk. Ik vertelde dat ik net mijn website heb opgezet. Ze reageerde toen positief. Een tijdje later vertelde ik haar via WhatsApp dat ik ook artikelen over haar schrijf. Daar reageerde ze positief op: ‘Ik ben trots op je!’”
Sandra hecht niet zo veel waarde aan de woorden van haar moeder. “Ze kan heel lief reageren, maar een uur later barsten als een bom. Ik heb de website daarom ook niet naar haar doorgestuurd. Ze weet zelf niet welke invloed haar ziekte op ons heeft, ze heeft geen idee wat ik over haar zou kunnen schrijven.”
Tweestrijd
Het is voor Sandra niet altijd makkelijk om te schrijven over haar verleden. “Aan de ene kant wil ik loyaal zijn naar mijn moeder. Het is heel lastig om ‘slechte’ dingen over haar te zeggen. Ik voel me daar altijd meteen weer schuldig over, want ze heeft toch een psychische stoornis? Ik blijf me zorgen over haar maken, ook al heb ik het contact verbroken.”
“Maar aan de andere kant wil ik dit onderwerp bespreekbaar maken, dus vind ik dat ik open moet zijn over wat ik heb meegemaakt. Dus ook over de negatieve dingen over haar. Ik weet hoe kwetsbaar ze is, dus dat is moeilijk. Het blijft een tweestrijd.”