De rode koningskrab. Een gevaarte dat zijn naam eer aan doet, met scharen die een spanwijdte van twee meter kunnen bereiken.
Hij kan tien kilo wegen en wordt ook wel de stofzuiger van de zee genoemd, want hij eet alles wat los en vast zit. Er zijn een hoop spannende verhalen over de koningskrab te vertellen. Hoe het komt dat vissers toch niet graag op de duurbetaalde delicatesse vissen, bijvoorbeeld. En wat de Sovjet-Unie precies met het beest van doen heeft.
Koning der krabben
De koningskrab is de op twee na grootste krab ter wereld. Hij wordt slechts overtroffen door de Tasmaanse reuzenkrab, die de zwaarste krab op aarde is, en de Japanse spinkrab, die een spanwijdte van 3,5 meter kan bereiken. Daar is de koningskrab nog net geen kleintje bij.
Epidemie
De koningskrab is beslist niet schaars. De dieren komen oorspronkelijk uit de wateren rond Siberië, maar vormen inmiddels een epidemie in en rond de Barentszzee, het water tussen Scandinavië, Rusland en Nova Zembla. Bij Noorwegen stikt het van de rode koningskrabben, en experts denken dat de mogelijkheid bestaat dat de megakrabben ook uit zullen wijken naar de Nederlandse kusten. Je vraagt je af waarom men überhaupt zoiets als surimi produceert, want aan échte krab lijkt geen gebrek.
Een hapje dichtbij huis
De krab is in de jaren 1960 uitgezet in de Barentszzee door de Sovjet-Unie, naar aanleiding van een briljante ingeving van niemand minder dan Jozef Stalin. In de jaren dertig leed de bevolking van de Sovjet-Unie honger. Stalin wilde zijn volk krab te eten geven, maar de krab leefde oorspronkelijk alleen in de Beringzee tussen Siberië en Alaska. De barre tocht door Siberië verhinderde de aanvoer van het krabbenvlees. Koningskrab werd daardoor in de praktijk vooral aan Japanners verkocht. Stalin vond dit maar niets en besloot dat de rode krabben voortaan wat meer in de buurt moesten wonen. Een eerste uitzetpoging faalde, maar de tweede poging in de jaren zestig zorgde voor de immense krabbenpopulatie die we vandaag de dag kennen.
Makkelijke eter
De enige manier om de krabbenpopulatie momenteel een beetje in te perken is door erop te vissen. Niet iedereen is blij met de opmars van de enorme hoeveelheid koningskrabben. Vooral natuurorganisaties als het Wereld Natuur Fonds spreken hun zorgen uit. De Barentszzee is een gebied waar een enorme diversiteit aan diersoorten leeft en de krab vormt, met zijn weinig kieskeurige dieet, een bedreiging voor het ecosysteem.
Een risicovol vak
Toch valt te verklaren waarom de delicatesse niet massaal opgevist wordt. Vissen op koningskrab is een vak apart en voor de meeste mensen absoluut geen droomberoep. Het korte krabbenvisseizoen brengt de vissers veel geld op, maar daar staat tegenover dat het werk veel risico’s met zich meebrengt. De krab leeft het liefst in ijskoud water, in gebieden waar de weersomstandigheden nogal eens woest zijn. De fuiken waar de krabben mee gevangen worden, zijn loodzwaar en slingeren met slecht weer alle kanten op. Wie overboord valt, raakt direct onderkoeld.
Het krabbenvisseizoen heeft jaarlijks vele gewonden en zelfs doden tot gevolg. De ijsschotsen bemoeilijken de vangst nog eens extra. Het beroep is zo gevaarlijk dat Discovery Channel besloot de visserstochten in beeld te brengen en er de documentaireserie Deadliest Catch over maakte.
Auteur: Anouk Bosch