Complete afleveringen van
Pak de Macht vind je op NPO Start.
Plastic Scam
- 13 minuten leestijd
Je vreet per week een pinpas aan plastic op. Klinkt niet gezond, toch? Hoe heeft het zo ver kunnen komen?
Er gaat geen dag, misschien wel geen uur of minuut voorbij zonder dat je plastic gebruikt. Of het nou een waterflesje is, de toetsen op je laptop, het zakje van de supermarkt, of de tube tandpasta in je badkamer. Overal is plastic om ons heen, en ook ín ons. Want inmiddels hebben microplastics onze foetussen al bereikt. Gemiddeld eten en drinken we per persoon een pinpas aan plastic per week.
De wereld verandert langzaam in een vuilnisbelt. Hoe hebben we het zo ver laten komen? En natuurlijk: wie is hier verantwoordelijk voor? Jij en ik? Want zoals de slogan luidt: “Een beter milieu begint bij jezelf”, toch? Nou, dat is niet helemaal waar…
Weggooien!
Vanaf de jaren vijftig nam 'wegwerp'-plastic een enorme vlucht. De wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog zorgde voor een nieuwe welvaart, en niets drukt welvaart beter uit dan dingen weg kunnen gooien. Bewaren is voor arme mensen! Bah! Wegwerpen was in deze tijd zelfs ‘cool’. Je was de stoerste bink van de klas als je wegwerp-boterkuipjes kon betalen.
Vanaf 1950 ontstond ook zwerfafval, want in tegenstelling tot papieren verpakkingen verteert plastic niet in de natuur. Plastic is praktisch onverwoestbaar. Alle plastic die vanaf 1950 is gemaakt, en die niet is gerecycled, zwerft nu dus nog ergens rond op onze aardbol. Op afvalhopen, in de berm, of in een grote plastic soep in de oceanen.
Bij elkaar opgeteld zo'n 8,5 miljard ton aan plastic. Ongeveer 1000 kilo per wereldbewoner. En daar komt elk jaar nog 400 miljard kilo bij. Onze plastic verslaving is een beetje uit de hand gelopen. Dat ziet er ongeveer zo uit:
Wat is het voordeel van plastic verpakkingen?
Is plastic dan alleen maar slecht? Nee, zeker niet. Verpakkingen zorgen er bijvoorbeeld voor dat voedsel langer houdbaar blijft. Tomaat blijft een week goed. Stop je diezelfde tomaat in een plastic verpakking, hoppa twee weken houdbaar. Ingeblikte tomaat, nog beter, kan je jarenlang bewaren. Er is dus een directe link tussen verpakkingen, voedselkwaliteit en voedselveiligheid. De wereldbevolking blijft groeien (volgens de VN 9.7 miljard mensen in 2050). De wereld heeft meer voedsel nodig en daarom is het belangrijk om voedselverspilling te voorkomen. Ook een goede logistiek is essentieel om voedselverspilling tegen te gaan. Dan zijn goede transportverpakkingen (en het constant koelen van koelproducten) van belang, anders kunnen deze producten vanwege de voedselveiligheid direct worden weggegooid.
Recyclen
Maar waarom maken we zoveel plastic? We kunnen dat toch prima recyclen? Overal staan plastic inzamelbakken te wachten op onze verpakkingen. Gebeurt daar dan niets mee?
Om te beginnen zijn er heel veel verschillende soorten plastic. Dat betekent dat afvalverwerkingsbedrijven in praktijk maar een minimale hoeveelheid plastic kunnen recyclen, zelfs als de soorten recyclebaar zijn (wat niet altijd het geval is), omdat het een mix is en dus niet samen verwerkt kan worden. Ook bioplastics zijn lastig en horen, anders dan hun naam doet vermoeden, niet thuis bij het gft. Dat zijn in ieder geval de argumenten die de afvalbedrijven aandragen. Hierbij worden soms vraagtekens gezet, omdat snel veel afval verwerken ook gewoon het goedkoopst is voor het afvalbedrijf en recyclen mankracht, tijd en dus geld kost.
Waarom zijn er eigenlijk zoveel verschillende soorten plastics?
Er zijn grofweg 70 soorten kunststof, met 80.000 verschillende gradaties. Die grote hoeveelheid heeft te maken met chemische mogelijkheden van kunststof en dat er heel veel is geëxperimenteerd met kunststof door wetenschappers.
Een bepaalde soort kunststof wordt gemaakt door verschillende additieven toe te voegen aan een enkel type kunststof, of aan een mix van twee of meer soorten kunststoffen, om specifieke materiaaleigenschappen te creëren. Zoals hardheid, of buigzaamheid. Vaak werd iets uitgevonden terwijl men geen idee had waarvoor het later zou worden gebruikt.
Door deze specifieke eigenschappen en toepassingen is er gewoonweg niet één soort plastic, oftewel één alternatief dat geschikt is voor ieder soort product wat je je maar kan bedenken. En dat is wat recyclen zo moeilijk maakt, er zijn te veel soorten plastic.
Marketing
Ook stellen bedrijven zoals Unilever, Coca-Cola en Nestlé marketingdoeleinden boven duurzaamheid. Marketeers doen onderzoek naar hun doelgroepen, waarbij ze kunnen vaststellen dat sommige kleuren – hangt natuurlijk af van het product – beter verkopen dan andere. Woordvoerders opperen “gerecycled plastic heeft geen mooie kleur, is niet stevig genoeg en het stinkt.” Gerecycled plastic is inderdaad niet transparant en het heeft bonte kleuren. Maar moeten we dan maar doorgaan met het vervuilen van de wereld, omdat je anders niet je mooie paarse shampoofles kunt maken?
Maar ja, papier was ook eerst grijs, daar namen we genoegen mee, inmiddels is het wit, want de technologie is verder ontwikkeld. Als bedrijven zoals Unilever recyclende afvalbedrijven stimuleren door hun plastic recyclaat op te kopen, wordt er geïnvesteerd in de technologie en de productieketen. Zo bevorder je de circulaire economie. De overheid moet een stokje steken voor marketingwaarden (die natuurlijk te maken hebben met winstmaximalisatie), om de duurzaamheid te bevorderen.
Centen
Bovendien concurreert 'Virgin plastic' – plastic dat nieuw wordt gemaakt – met recyclaat: De kosten van virgin plastics zijn sinds de coronacrisis iets gedaald onder de prijs van het recyclaat (85 cent i.p.v. de vroegere 1,20 euro p/kg virgin tegen 95 cent p/kg recyclaat), waardoor producenten geen prikkel meer voelen om gerecyclede materialen te kopen. Dat komt doordat de olieprijzen zijn gedaald door corona en virgin plastic wordt gemaakt van olie.
Wie heeft de macht?
We kunnen wel de hele tijd ons vingertje wijzen naar "de producenten", maar laten we die dan ook een naam geven. Bijvoorbeeld Unilever.
Unilever is actief in 190 landen, en heeft een jaarlijkse omzet van 60 miljard dollar. Ze hebben zo'n 400 merken onder zich, die jij en iedereen om je heen dagelijks gebruikt: denk aan Dove, Omo, Ben & Jerry's, Lipton, Knorr, Andrélon, en ga zo maar even door. Je komt geen dag door, zonder iets van Unilever te gebruiken. Tim: “Je hele dag is één fucking Unilever-polonaise” Dat geldt voor zo'n 2,5 miljard consumenten per dag. En verpakken zij alles netjes in glas en papier? Nee, natuurlijk niet. Per jaar zorgt Unilever voor zo'n 70.000 ton plastic afval. Bijna de helft daarvan komt terecht in India. Unilever is de op 4 na grootste plastic vervuiler ter wereld.
Dat dat veel is, snapt Unilever zelf ook. En zoals elk zichzelf respecterend bedrijf maken ze mooie beloftes over de toekomst. Zo willen ze in 2025 meer plastic verzamelen dan verkopen, en 25% van hun drinkflesjes van gerecycled materiaal maken, en een vermindering van 50% van al hun virgin plastic verpakkingen. Dat klinkt mooi, maar het zijn doelstellingen die ze niet halen. Tot nu toe hebben ze nog maar een reductie van 10% weten te halen. Wie waagt er een gokje op dat ze hun doelstellingen niet halen?
In ‘Talking Trash’, een grootschalig onderzoek naar wereldwijde plasticproductie staat ook al te lezen dat Coca-Cola, 'de grootste plastic vervuiler ter wereld, al dertig jaar een spoor achterlaat van verbroken beloftes, variërend van gemiste doelstellingen over gerecyclede materialen, tot mislukte verplichtingen over het inzamelen van plastic en het introduceren van alternatieve materialen.
Dit illustreert duidelijk dat, hoe ambitieus vrijwillige toezeggingen ook klinken, de meeste bedrijven ze slechts als papieren beloftes zien, en ze met het grootste gemak ombuigen, anders framen of negeren terwijl ze prachtige headlines genereren.’
Ook staat in dit rapport te lezen dat de ‘Alliance to End Plastic Waste’, een organisatie met leden zoals Shell, Pepsico en Henkel tegen 2024 1,5 miljard dollar willen investeren in recyclen. Dat klinkt indrukwekkend, tot je je beseft dat alle leden bij elkaar opgeteld tussen 2010 en 2017 186 miljard dollar hebben geïnvesteerd in het produceren van nieuwe plastic productie. Een wassen (of plastic) neus dus.
Een beter milieu begint bij…
Nog even terug naar die slogan: “Een beter milieu begint bij jezelf” Wie kent hem nog? Want terwijl grote multinationals doorgaan met het produceren van wegwerpverpakkingen en het niet halen van hun eigen recycle-doelen, wijzen ze maar al te graag naar ons: de consument. Want wij vragen om al dat plastic. Wij willen voorgesneden worteltjes in zakjes, en wij kunnen het niet verkroppen als onze paarse shampoofles een andere kleur heeft, en wij moeten dingen recyclen en niet weggooien.
Die verantwoordelijkheid bij de burger is een heel succesvol frame, want we worden doodgegooid met de ‘river cleanup’-achtige campagnes, zowel door producenten zelf (Coca-Cola, Unilever) als door de overheid (subsidies aan bijvoorbeeld Nederland Schoon). Dat frame heeft weer invloed op het beleid dat wordt geschreven om de plastic vervuiling aan te pakken, want als ook beleidsmakers ervan uitgaan dat de burger verantwoordelijk is voor zijn eigen plastic afval, wordt de producent nooit aangesproken en kan deze vrolijk doorgaan met de plastic productie. En bovendien werken die burgergerichte campagnes helemaal niet: de hoeveelheid zwerfvuil neemt namelijk niet af.
Een van de middelen die tegen zwerfafval en voor hergebruik zijn ingezet is statiegeld. Dat is bewezen effectief, maar wordt alleen toegepast op (binnenkort ook kleine) PET-flessen. En zelfs tegen dat beperkte statiegeldsysteem is twintig jaar lang extreem succesvol gelobbyd door de plastic industrie – ook door Nederland Schoon, want dat bestaat bij de gratie van het gebrek aan een uitgebreid statiegeldsysteem.
Europees Plastic Pact
Is er dan echt niemand die de industrie zelf verantwoordelijk houdt? Gelukkig wel. Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat Stientje van Veldhoven is samen met haar Deense en Franse collega een van de trekkers van het ‘Plastic Pact’. Na lancering van het Plastic Pact in Nederland en Frankrijk groeide het enthousiasme uit tot het waarmaken van de Europese evenknie.
Het Europese Plastic Pact bestaat uit afspraken tussen plastic producenten, grote bedrijven, overheden en recyclers. Het pact bevat vier inhoudelijke doelen waar ondertekenaars zich aan hebben gebonden per 2025:
- Maak plastic verpakkingen volledig recyclebaar en waar mogelijk geschikt voor hergebruik;
- Verminder onnodig plastic gebruik en gebruik van plastic gemaakt uit aardolie met ten minste 20%;
- Verbeter de huidige capaciteit van inzameling, sortering en recycling met ten minste 25%;
- Gebruik ten minste 30% gerecycled plastic in nieuwe verpakkingen en producten.
Het pact is inmiddels vrijwillig ondertekend door 66 bedrijven en organisaties, en 15 overheden. Ieder jaar wordt gemonitord hoe ver de deelnemers zijn. Voortgang wordt bewaakt door een roulerende stuurgroep bestaande uit een aantal ondertekenaars. De Europese Commissie is betrokken als waarnemer van het pact. Samen met de Europese Commissie wordt ook bekeken waar het Europees Plastic Pact kan bijdragen aan nieuw Europees plastic beleid op basis van de Europese Green Deal.
Alleen wordt hier gesproken over ambities. Echte repercussies zijn er niet, en we zagen al dat het financieel een stuk aantrekkelijker is om nieuw plastic te maken, en dat het vaak marketingtechnisch niet handig is om gerecycled plastic te gebruiken. We gaan rond in een cirkel, en intussen blijven de plastic fabrikanten maar doorbakken.
Bovendien werd door het kabinet Rutte in 2019 nog gelobbyd voor nieuwe plastic fabrieken, nadat in Nederland het Plastic Pact door datzelfde kabinet was geïnitieerd. Dat is een beetje alsof je belooft om brandveilige materialen te stimuleren, en tegelijk nog een paar duizend houten huizen bouwt.
Lobby
De plastic lobby in Nederland is misschien wel het best zichtbaar in het ‘Afvalfonds Verpakkingen’, een organisatie die is opgericht om de weinige doelstellingen van de overheid voor het terugdringen van plastic afval, te kunnen handhaven. Wie er achter deze organisatie zit? De verpakkingsbranche zelf natuurlijk, met dikke financiële bijdragen van alle partijen die verpakkingen maken of gebruiken, zoals Albert Heijn en de Gamma.
Het Afvalfonds financiert op zijn beurt het ‘Kennisinstituut Duurzaam Verpakken’ (KIVD), een onderzoeksinstituut dat de overheid regelmatig inschakelt om onderzoek te doen naar verpakkingen en de circulaire economie. Dit impliceert absoluut belangenverstrengeling: zou je ‘onafhankelijk’ onderzoek naar de duurzaamheid van auto’s vertrouwen als dat onderzoek werd gefinancierd door de auto-industrie?
De Raad van Bestuur van het afvalfonds bestaat uit een aantal hoge omes uit de verschillende branches. Zoals Bart Roetert, die in het dagelijks leven voorzitter is van het CBL, de branchevereniging voor supermarkten en foodservicebedrijven. En het CBL doet dan weer uitspraken als: “Graag maken wij van de gelegenheid gebruik consumenten nog eens dringend op te roepen ons te steunen in onze strijd tegen zwerfafval en daarom afval in de afvalbak te gooien”.
“De consument kan zorgen voor de belangrijkste stap voorwaarts in de strijd tegen zwerfafval. Wij zijn dan ook blij met de door de Staatssecretaris aangekondigde nieuwe nationale campagne tegen zwerfafval met speciale aandacht voor educatie aan jongeren en het belang dat zij hecht aan handhaving door de gemeenten”.
Dus de organisatie die erop toe moet zien dat er minder plastic vervuiling in Nederland komt, is innig verstrengeld met organisaties die, zeer klassiek, ervoor lobbyen om die verantwoordelijkheid bij de burger neer te leggen. Maar die burger kán dus niets. Nog frappanter: die burger mag ook nog eens opdraaien voor de kosten die de producenten zouden moeten betalen.
In 2021 wordt op Europees niveau de verpakkingsbelasting ingesteld. Die houdt in dat verpakkingsbedrijven belasting moeten betalen over de hoeveelheid verpakkingen die ze produceren. In praktijk hoeven in Nederland niet de bedrijven zelf te betalen, maar heeft de Staat dit op zich genomen uit potje van Buitenlandse Zaken
(Zelf lezen? Dat kan hier. bijlage p. 257)
Dit is 216 miljoen euro per jaar. Dat betekent niet alleen dat de overheid de verpakkingsindustrie ontziet, maar ook dat de Nederlandse belastingbetaler betaalt voor deze ‘plastic bijdrage’ op verpakkingen in plaats van de producent.
Een beter milieu begint bij… het delen van deze video
Je kan je het schompes lopen naar de plastic bak, de harde realiteit is dat van al dat plastic maar 35% wordt gerecycled, en niet meer dan 50% zoals het afvalfonds en de overheid graag beweren. Maar dat betekent niet dat we dat niet moeten doen. Ga, ondanks die lobby, netjes door met recyclen. Breng je plastic weg, haal je statiegeld op, neem een linnen tas mee naar de supermarkt.
Maar wijs óók naar de producenten. Wij doen ons ding, prima, maar nu is het tijd dat jullie ook actie ondernemen. Speciaal daarvoor hebben we dit spotje gemaakt, dat je te pas en te onpas op social media mag delen. Zet het onder elke post van Unilever tot ze de boodschap eindelijk snappen.