Raven is in het Leger Des Heils in Den Haag. Hier spreekt die met de achttienjarige Angel, die voorheen op straat leefde.
Raven loopt om 04.00 nietsvermoedend over straat als die enthousiast wordt begroet door Dieter. Hij herkende Ravens Mustang. “Wil je op bezoek komen bij ons?” En met ‘bij ons’ bedoelt hij dan een van de opvanglocaties van het Leger Des Heils. “Allemaal gekken hier.", belooft de man.
Dieter roept een paar keer: “die is die ene van dat programma, Nachtbrakers” en zo smokkelt hij Raven langs de medewerker van Leger Des Heils. De beste man legt nog vluchtig uit dat ze in deze opvanglocatie verschillende “doelgroepen” bedienden – economisch daklozen, mensen die net van de straat komen, ouderen, jongeren, tienermeiden. Maar dat gelooft Dieter allemaal wel. Want Raven moet met de lift omhoog het gebouw in, dat is alles wat telt.
Raven krijgt een rondleiding door het grote opvanghuis, waar een thuis wordt geboden aan verschillende doelgroepen: economisch daklozen, mensen die net van de straat komen, ouderen, jongeren, tienermeiden.
Na een buitengewoon luidruchtig ritje met de lift, zeker als je bedenkt dat het vier uur ’s nachts is, bereikt Raven de afdeling waar zestien dakloze tienermeiden wonen. Daar ontmoet die Angel, zij is nog maar net achttien.

Wanneer ben je hier terechtgekomen?
Sinds ongeveer twee weken. Al sinds mijn veertiende zit ik bij Jeugdformaat, dat is een organisatie voor jongeren die uit huis zijn geplaatst. Daar word je ‘heropgevoed’, om het zo te noemen. Het is de bedoeling dat je daarna weer terug naar huis gaat, maar dat is op mij niet van toepassing, helaas.
Waarom ben je uit huis geplaatst? Was je onhandelbaar?
Angel lacht. Ja, ook. Ik was wel een beetje rebels, maar dat kwam ook door de dingen die ik heb meegemaakt. Ik heb een islamitische achtergrond en mijn vader was daar erg streng in. Ik was niet de dochter die hij graag wilde. Dat botste. Toen ben ik uit huis geplaatst.
Dus jij wilde eigenlijk als een gezonde, jonge meid jezelf ontdekken, maar dat ging niet vanwege je religieuze omgeving?
Eigenlijk wel, ja.
Heb je dan ook echt op straat geleefd?
Ja. Als je op straat leeft, kan er elk moment iets gebeuren. Mijn vriend heeft zelf ook op straat geleefd en hij heeft me alles geleerd. Je moet altijd op alles voorbereid zijn. Als meisje ben je kwetsbaar, ik ben ook nog eens klein van stuk. Er zijn veel daklozen op straat in Den Haag en sommige zijn helemaal van het padje af. Die zien er normaal uit, maar je hoeft maar een grote mond op te zetten en het is met je gedaan. Daarom moet je wakker blijven.
Dus je slaapt echt nooit?
Nee. Als je op straat bent moet je niet slapen. Misschien als er twee, drie mensen bij je zijn, maar anders niet. Je kan niet slapen op straat.
Dat lijkt me een heftig leven.
Dat is het, maar sommigen zitten daar wel dagelijks in. Ik ben dankbaar dat ik hier zit. Ik heb het goed en krijg eten op mijn bord. Sommigen leven nog op straat, ik niet. Daar ben ik dankbaar voor.
Heb je nog contact met je ouders?
Met mijn moeder hou ik wel regelmatig contact, daar ben ik heel blij mee. Soms komt ze langs om eten te brengen of om te kijken hoe het met me gaat. Maar naar huis gaan is geen optie.
Je hebt dus geen huis, geen plek.
Nee, maar daar ga ik wel hard voor vechten. Ik ga hier weg zodra ik een stabiele plek heb om heen te gaan. Nu probeer ik mijn diploma’s te halen zodat ik een goeie baan kan krijgen waar ik niet voor minimumloon hoef te werken.