Complete afleveringen van
Nachtdieren vind je op NPO Start.
Raven ontmoet de Utrechtse Wilma: “Ik heb een rotleven gehad.”
- 5 minuten leestijd
In een nieuw seizoen van Nachtdieren gaat Raven van Dorst weer op nachtelijke ontdekkingstocht met hen Mustang, op zoek naar nachtbrakers. Wie kunnen er niet slapen en wie wíllen er niet slapen? De eerste stop: Utrecht.
Raven is halverwege de nacht in Utrecht. Die heeft al een potje gepingpongd in het Pieter Baan Centrum, sprak met iemand die op een verlaten camping woont en keek hen ogen uit in een studentenhuis vol meiden. Om 04.15 lijkt de hele stad uitgestorven, totdat die op straat Wilma tegen het lijf loopt.
Hallo! Niet schrikken!
Zo gauw schrikken we niet, hoor.
Wat doet u zo laat nog op straat?
Effe wandelen, dat zie je toch?!
Oh, nou sorry hoor. Ik ben heel nieuwsgierig, maar dat moet, want ik werk voor de televisie. Ik maak een programma over de nacht en ik vraag me af waarom mensen nog wakker zijn.
Nou ja, misschien omdat ze niet kunnen slapen.
U kunt niet slapen?
Nee, ik ben een slechte slaper.
Hoe komt dat?
Ik heb best een rotleven gehad. Ik ben vroeger thuis lichamelijk, geestelijk en seksueel misbruikt. Daarna ben ik verslaafd geraakt aan de heroïne en de cocaïne en beland in de prostitutie. Ik heb vijf kinderen gekregen en ben tijdens de zwangerschap ‘cold turkey’ afgekickt. En daarna weer proberen op te krabbelen.
Wilma dreunt dit heftige verhaal op zonder blikken of blozen. Het komt niet vaak voor, maar Raven staat even perplex.
Dat is nogal wat om zo maar even op straat eruit te flappen! Waar ben je naar op weg?
Naar mijn huis.
Mag ik een stukje meelopen?
Ja, je loopt maar mee. Je loopt op je eigen benen.
Ik ben Raven trouwens.
Wilma.
Raven en Wilma lopen over de uitgestorven straat, waar af en toe alleen een verdwaalde fietser, die waarschijnlijk terugkomt van het stappen, langskomt. De rest van Utrecht is al in dromenland.
Kan je me vertellen hoe dat allemaal zo gekomen is, als ik niet te brutaal ben?
Ik ben seksueel misbruikt en lichamelijk en geestelijk mishandeld. Dus alle fronten van mishandeling ken ik wel. Door mijn eigen vader, mijn eigen moeder, mijn eigen broers, mijn eigen tante. Door mensen van de kerk, die werkten er net zo hard aan mee. Maar voor mij was het toen heel normaal. Ik ben zelf ook vanuit incest ontstaan, dus ja, wat wil je. Mijn oudste zus is biologisch gezien mijn moeder.
Wat?! Je oudste zus is biologisch gezien je moeder?
Ja. Mijn moeder, die in mijn hoofd mijn moeder was, is mijn oma.
Jezus. Wanneer kwam je daarachter?
Laat. Ik had al mijn eigen kinderen al. Zelfs mijn eerste kleindochter was al geboren toen ik erachter kwam.
Wat deed dat met je?
Dat sloopt je. En dat roept een heleboel vragen op. Vragen waar je niks meer mee kan. Omdat de mensen die je groot hebben gebracht er niet meer zijn, en degene die je op de wereld heeft gezet glashard ontkent dat je van haar bent. Leef maar verder. Weet je, in dat opzicht ben ik blij dat ik mijn kleinkinderen heb. Dat houdt mij op de been. Ik leef echt voor hen. Ik zou eigenlijk uit het leven stappen toen mijn jongste dochter 21 werd. Zij is nu 25 en we staan er nog steeds.
Kan je er nog van genieten, van het leven?
Intens: nee. Oppervlakkig: ja. Maar als men zou vragen wat ik het liefste zou willen, dan zou ik zeggen: “Mijn ogen sluiten.”
Gaat het?
Jawel. Ik ben dit gewend. Ik kan gewoon doorpraten tijdens mijn emoties. Het geeft niet.
Ja. Ik kan dat alleen niet, haha.
Inmiddels zijn Raven en Wilma aangekomen in Wilma’s huisje. Het huis is klein, maar fijn. Een volle asbak op tafel, wat wiet ernaast. Een groot deel van de ruimte wordt opgeslokt door het kinderspeelgoed dat in een hoek is verzameld. Het is duidelijk dat Wilma’s kleinkinderen een grote rol in haar leven spelen. Ondanks de ellende die Wilma heeft meegemaakt, bevinden zich hoopvolle kreten in het interieur: “Love is all you need.” Raven en Wilma gaan op de bank zitten. Op de achtergrond staat de televisie aan. Wilma was nog niet van plan om te gaan slapen.
Lekker huissie, toch?
Het zou een lekker huisje kunnen zijn, als je je er thuis kan voelen.
Jij voelt je hier niet thuis?
Nee, nog steeds niet. Ik heb tien jaar op straat geleefd, nu heb ik sinds twee jaar dit huisje. Ik heb een zigeunerafkomst; ik denk dat ik dat een beetje te veel in mijn bloed heb zitten. Ik hou meer van het trekken en reizen. In een huis voel ik me opgesloten en heb ik het gevoel dat ik er niet mag zijn, dus ga ik juist de straat op om dat te ontlopen. Het liefste zou ik een chaletje of caravan hebben en op een camping gaan wonen zodat ik me wat vrijer en meer op mijn gemak mag voelen.
Kun je nog het goede zien in mensen na wat je hebt meegemaakt in je familie?
Ja. Weet je, hoe verkeerd je ook bent geweest of wat je ook hebt gedaan, je kan veranderen. Zolang je maar bereid bent om te erkennen wat je verkeerd hebt gedaan.
Ik hoop dat je nog een beetje…
We gaan door. We gaan door tot het bittere eind. Eens zal mijn hart moeten stoppen.