De oorlog in mij: Parnian (23) over de impact van de oorlog in Afghanistan op haar leven in Nederland
- Artikel
- 05 mei 2021
- 7 minuten leestijd
Op 5 mei vieren we in Nederland de bevrijding van de Duitse bezetting in 1945. We staan stil bij de waarde van vrijheid, democratie en mensenrechten. Maar die vrijheid is niet overal vanzelfsprekend. In sommige delen van de wereld woedt er nog steeds oorlog en vechten mensen dagelijks voor hun leven. Parnian Akbari (23) vertelt hoe de oorlog in Afghanistan nog steeds dagelijks een impact heeft op haar en haar familie in Nederland.
Parnian vertelt: “Mijn vader moest onderduiken in 1989 omdat hij zich had
uitgesproken tegen het regime. Niemand wist waar hij was, zelfs mijn moeder niet. Ze leefde dagelijks in angst omdat ze bang was dat mijn vader opgepakt en
vermoord zou worden. Soms was hij zo lang weg dat ze dacht dat hij misschien
dood was, totdat hij plotseling weer opdook. In 1992 viel het regime en begon de burgeroorlog. Er werden steeds
meer raketten afgevuurd en het werd onveilig.”
“Mijn ouders hebben een tijd gewacht tot het misschien beter zou worden. In 1997 werd ik geboren en realiseerden mijn ouders dat ze hun kinderen niet langer op deze manier konden opvoeden. Toen zijn we dus gevlucht. Onze reis naar Nederland was heel traumatisch, daar denk ik liever niet aan terug. Veel mensen onderschatten wat vluchtelingen doormaken. Ze weten dat oorlog erg is. Maar door de negatieve associatie die ze met vluchtelingen hebben zien ze niet in hoe getraumatiseerd we eigenlijk zijn. Ik denk dat iedereen in mijn familie wel een trauma heeft overgehouden aan de oorlog.”
“Wanneer er straaljagers over ons huis heen vliegen merk ik dat mijn ouders en broer ineenkrimpen”
Taboe op oorlog
“Vroeger werd er in onze familie niet over de oorlog gepraat. Ik denk dat het te gevoelig lag. Wanneer er straaljagers over ons huis heen vliegen merk ik dat mijn ouders en mijn broer ineenkrimpen. Vroeger begreep ik dat niet, nu snap ik dat het ze doet denken aan een raketaanval in Afghanistan. Mijn ouders slapen niet goed. Mijn vader heeft last van nachtmerries. Soms schreeuwt hij in zijn slaap en dan schrikt hij wakker. Als kind ben je je er niet helemaal bewust van omdat er altijd wordt gedaan alsof de oorlogstrauma’s niet bestaan. Mijn ouders gaven nooit toe dat ze ergens last van hadden. Maar als ik nu terug denk zie ik dat dat wel het geval was. Binnen de Afghaanse gemeenschap worden dit soort traumatische klachten beschouwd als normaal. Het is een soort collectieve identiteit geworden. Daarom zoekt bijna niemand er ook hulp voor. Tegenwoordig wordt er bij ons thuis heel open gepraat over de oorlog. Mijn ouders lachen nu zelfs over de manier waarop ze hun leven hebben moeten leiden in Afghanistan, terwijl er van alle kanten raketten werden afgevuurd. Nu is het niet meer zo vers.”
Schuldgevoelens
“Ik heb nog familie wonen in Afghanistan. Destijds was het
ieder voor zich. Als je je gezin veilig wilde stellen moest je snelle
beslissingen maken. Binnen een paar uur kon je vertrokken zijn zonder afscheid
te kunnen nemen. En dan denk ik, waarom ik wel en mijn nichten niet? Voor hen
is de situatie “normaal” geworden, ze hebben ermee leren leven. Soms praten we
aan de telefoon, en dan vertellen ze me dat ze hun ramen moeten vervangen omdat
die kapot zijn gegaan door de bomaanslag van vorige week. Dan ga ik niet vertellen
dat ik wat leuks ga doen of binnenkort lekker op vakantie ga. Ik praat
eigenlijk nooit over mezelf, daar voel ik me veel te schuldig voor.”
“Dat schuldgevoel zorgt voor een drang om optimaal gebruik te maken van het feit dat ik hier zit. Dus dat ik mijn studie goed doe en iets probeer te bereiken. Het uiteindelijke doel is dat ik me kan inzetten om de mensen in Afghanistan te kunnen helpen. Ik doe een master in Nutritional Epidemiology and Public Health, dus ik wil me graag focussen op het beschikbaar maken van genoeg voedsel voor iedereen, aangezien velen in armoede leven. Dit kan bijvoorbeeld door de infrastructuur in het land te verbeteren waardoor verbouwd voedsel door heel het land verkocht kan worden.”
Vrijheid en veiligheid
“Vrijheid betekent voor mij dat je je geen zorgen hoeft te maken voor je geliefden. Dat je ervan uit kunt gaan dat ze veilig zijn en kunnen doen wat ze willen. Oorlog is niet alleen bang zijn om dood te gaan, maar ook dat je beperkt wordt in je doen en laten, in je vrijheden. Ik ken vrouwen die met de eerste de beste man moesten trouwen, omdat ze bang waren om anders ontvoerd te worden door de Taliban. Als getrouwde vrouw ben je gewoon iets veiliger, maar of je dan gelukkig bent in je huwelijk? Dat is een ander verhaal.”
“Ik ken vrouwen die met de eerste de beste man moesten trouwen, omdat ze bang waren om anders ontvoerd te worden door de Taliban.”
“Ik vind mensen die klagen al snel aanstellers, en dat is misschien fout. In hun beleving kan iets heel vervelend zijn, en dat probeer ik ook te begrijpen. Maar wanneer iemand over iets kleins klaagt denk ik: mensen leven in oorlog, en jij klaagt hierover? En dat is iets wat we thuis wel echt hebben geleerd. Dat je dankbaar moet zijn voor alles wat je hebt. Wij woonden eigenlijk in Afghanistan, waar het door de oorlog nog steeds onveilig is. Dat is iets waar we constant aan herinnerd worden.”
“Aan de ene kant snap ik wel waarom mijn ouders het op die manier zien. We moeten ook dankbaar zijn voor veel dingen. Maar deze instelling leidt wel tot druk binnen de community. De jongeren voelen druk om te presteren en een universitaire opleiding af te ronden. Je ouder, die bijvoorbeeld arts of advocaat was in Afghanistan, heeft dat achtergelaten in tijden van oorlog. Daar voelen we ons schuldig over. Dat zorgt voor een drang om alles uit het leven te halen en de droom van je ouders te verwezenlijken. Dat is iets waar iedereen in de community wel last van heeft, denk ik.”
“Ik denk dat ik de trauma’s van mijn ouders meedraag. Ik ken bijvoorbeeld totaal geen angst. De enige angst die ik heb is dat een dierbare iets overkomt. Ik droom regelmatig dat mijn ouders, broers of zus iets naars overkomt en dat ik machteloos ben. En daarnaast, wanneer mijn ouders zich slecht voelen ga ik dat automatisch ook doen. Het heeft gewoon impact op je, want het is iets wat je constant ziet. Bovendien draag je een schuldgevoel met je mee. Je ouders hebben zoveel geleden, dus onbewust wil je alles doen wat je kan om hun levens beter te maken. Hier word ik eigenlijk pas bewust van nu ik het uitspreek.”
BETEKENIS VAN VRIJHEID
“Wat Bevrijdingsdag voor mij betekent? Ik vind het natuurlijk fijn dat de mensen hier in Nederland vrij zijn, maar ik heb het gevoel dat er nog geen algehele vrijheid is. Een grote generatie jongeren in Nederland groeit op met oorlog in hun moederland. Er vallen nog dagelijks doden door oorlog, een gebrek aan voedsel en schendingen van mensenrechten. Er is nog zoveel te doen, dus waar staan we nu eigenlijk bij stil?”
Foto: Parnian (rechts) met haar moeder (links)
Geschreven door Eda Külekçi