De meeste zaaddonoren deugen: “Mannen doen het vaak om iemand te helpen”
- Artikel
- 26 sep 2024
- 7 minuten leestijd
Nederland kampt met een enorm tekort aan spermadonoren. Hoewel er alleen mensen met een baarmoeder op de wachtlijsten voor spermabanken staan, zijn die wachtlijsten net zo goed een mannenzaak - zij zijn de mensen die de wachtlijsten korter kunnen maken. Wat er nodig is volgens fertiliteitsarts Anna Candido? Positieve verhalen over spermadonoren, minder schaamte, en elke drie dagen een zaadlozing.
Anna Candido (60) werkt 28 jaar bij Universitair Medisch Centrum (UMC) in Utrecht. In de tijd dat ze werkzaam is heeft ze al talloze mensen geholpen bij hun kinderwens en heeft ze een bakken vol ervaring opgedaan over alles wat met vruchtbaarheid te maken heeft. Volgens Candido is op dit moment de wachtlijst voor de spermabank in het UMC één tot twee jaar. Dat is zo lang dat ze geen nieuwe vrouwen op de wachtlijst meer aannemen. En kinderwensen dus pas jaren later kunnen uitkomen.
Stigma
Een donkere kamer met vlekken op de muur, een grappig geurtje in de lucht, aan elkaar vast gekleefde pagina’s van pornomagazines die alleen maar uit elkaar worden getrokken door oude spermadonoren die overgeil en narcistisch zijn. Het is een stigma dat vaak zweeft rondom spermabanken en donoren.
Op de vraag waarom dit allemaal zo gestigmatiseerd is, antwoordt Candido: ‘Ik ben bang door excessen, bijvoorbeeld multidonoren. Onlangs kwam er een documentaire uit over Jonathan M - de man die minstens 550 donorkinderen heeft. Er is vaker naar buiten gekomen dat gynaecologen en doktoren hun eigen zaad hebben gebruikt terwijl dat helemaal niet de bedoeling was. Dit draagt bij aan een verkeerd stigma rondom spermabanken. Deze mensen zijn uitzonderingen op hoe het normaal gaat, maar omdat je nauwelijks andere verhalen hoort, vormen de foute verhalen een nieuw normaal in onze beeldvorming.
Wat is dan wel normaal? Candido: ‘De motivatie die we het vaakst horen is om iemand anders te helpen.’
Toen was anonimiteit heel gewoon
Hoewel er al sinds mensenheugenis kinderen worden verwekt (tja, hoe kan het ook anders), is sperma doneren pas sinds 1948 een maatschappelijk thema. Toen werd KID (Kunstmatige Inseminatie met Donorzaad) mogelijk: daarbij wordt met een katheter sperma ingebracht in een baarmoeder. Mannen kregen in ruil voor hun sperma twee dingen: een reiskostenvergoeding - dat krijgen ze nu nog steeds -, en de garantie dat ze anoniem zouden blijven. Dat laatste is sindsdien wel veranderd, later meer daarover.
Spermabanken bestaan pas sinds de jaren ‘70. Daar wordt sindsdien zaad van mannen bewaard door het in te vriezen. Het invriezen van eicellen - de voortplantingscellen uit de baarmoeder - kan pas sinds eind jaren ‘00 van deze eeuw. Dat komt doordat eicellen moeilijker in te vriezen en gezond te ontdooien zijn. Dit omdat ze groter zijn dan zaadcellen en dus ook complexere technologie vereisen om dat mogelijk te maken.
In 1990 werd het A- en B-loket voor spermadonoren ingevoerd. Hoorde je bij het A-loket, dan had je aangegeven anoniem te willen blijven. De gegevens van de donoren van het B-loket waren wel bekend bij de kliniek waarvoor ze sperma doneerden. Over dit systeem zegt Anna Candido: ‘Dit was voor de donorkinderen ook niet de beste manier. Vroeger werd er ook nog weleens geronseld onder studenten. Er werd minder nagedacht over de consequenties. Het nieuws dat je van een spermadonor was, kwam aan het licht op de verkeerde momenten. Bijvoorbeeld op het sterfbed van je vader, als die eerlijk wilde zijn over je herkomst voordat hij stierf. En dan kan je de donor niet opzoeken. Er zaten meer psychologische haken en ogen aan dan mensen dachten.’
Dit systeem bleef dan ook maar tot 2004 bestaan, want toen werd de Wet Donorgegevens Kunstmatige Bevruchting ingevoerd. Daardoor verdween het A-loket, en werd het dus onmogelijk om anoniem zaad te doneren. Die wet geldt nu nog steeds en geeft een donorkind als die 16 jaar is de mogelijkheid om zijn of haar donor op te zoeken via diverse organisaties.
Shoppen voor Deens sperma (en waarom dat gevaarlijk is)
Hoe er over sperma doneren wordt gedacht, verschilt nogal per land. Waar het in Denemarken normaal is om het op een feestje over sperma doneren te praten, ligt het toch wat gevoeliger in Zuid-Europese landen. Zo ook in Italië, vertelt Candido. Daar wonen familieleden van haar. ‘Er heerst meer schaamte vanwege de cultuur. En dat mensen verbaasd en verwonderd zeggen: “Jeetje, dat jij meewerkt aan eiceldonatie.” In een katholiek land als dit zijn er toch wel oordelen over.’
Veel Nederlandse spermabanken gebruiken - vanwege het tekort aan Nederlandse donoren - Deens sperma. Daar zijn meer donoren en kan je ook specifieker ‘shoppen’ op kenmerken van het donorzaad. Zo kan je de donor selecteren op babyfoto’s, ras, etniciteit, bloedgroep, krijg je beschrijvingen te lezen van de eerste indrukken die baliemedewerkers hadden van de donor, en kan je zelfs een Face Matching doen, waarbij er een donor wordt gezocht die eruit ziet zoals jij wil. In Nederland houdt het op bij lengte, gewicht, haarkleur, oogkleur en opleidingsniveau. Je kan dus ook in Nederland shoppen voor Deens zaad, maar zo’n internationaal donorsysteem heeft wel een gevaarlijke kant.
Elk land heeft een quotum voor hoeveel kinderen één donor mag krijgen. In Nederland is dat quotum 12 gezinnen. Eén gezin kan dus wel bestaan uit meerdere kinderen van dezelfde donor. Maar in bijvoorbeeld Duitsland gelden weer andere regels. Een donor uit Denemarken kan dus zowel in Nederland, als in Duitsland (als in alle andere Europese landen) sperma doneren tot aan het quotum, ook al zijn twee wensmoeders en hun donorkinderen aan de Nederlands-Duitse grens elkaars buren.
Krijgen donorkinderen van één donor kinderen met elkaar zonder te weten dat ze halfbroers- en zussen van elkaar zijn, dan vindt er inteelt plaats. En dan? Mentale ontwikkelingsstoornissen, erfelijke aandoeningen, en op grotere schaal een samenleving die minder weerbaar is voor ziekten. Precies om deze reden is het UMC in Utrecht, waar Candido werkt, gestopt met het gebruiken van Deens donorsperma.
Afgekeurde donoren
Mannen kunnen de wachtlijsten voor spermabanken korter maken. Het is alleen niet makkelijk om door de selectie van donoren te komen. Candido: ‘Als vijftig donoren zich aanmelden, dan houd je er misschien vier of vijf over.’
Donoren vallen om verschillende redenen af, bijvoorbeeld door slechte kwaliteit van het sperma (voor of na het invriezen), motivatie en eventuele genetische aandoeningen van de donor. ‘Voordat je een donor kan gebruiken, duurt dat ongeveer een jaar. Daar horen ook de screening tijd, gesprekken met de donor, het invriezen van zaad en een half jaar later opnieuw de zaadkwaliteit checken bij.'
Wat mannen kunnen doen
Maar mannen kunnen ook actief wat doen om hun spermakwaliteit te bevorderen. Zo is het niet slim om alcohol te drinken, maar ‘een keer een weekendje doorzakken met drank kan op zich geen kwaad’, legt Candido uit. Ook roken verslechtert de spermakwaliteit. En ten slotte is het belangrijk om vaak genoeg een zaadlozing te hebben. ‘Als er vandaag zaad wordt aangemaakt, dan komt dat over zo'n acht tot twaalf weken in de zaadlozing. Als je zo’n tien, twaalf dagen geen zaadlozing hebt, dan gaat de kwaliteit omlaag.’ Dus hoe vaak je zaad lozen is dan wél gezond? ‘Elke twee à drie dagen een zaadlozing is goed.’
Het stigma van donkere kamers en vastgekleefde pornomagazines moet plaatsmaken voor een milder beeld van spermabanken. Want werkelijkheid is dat de meeste spermadonoren deugen. Het is de hoogste tijd om die verhalen te delen voordat de wachtlijsten nog langer worden en er nog meer kinderwensen verpauperen onder dit stigma.
Ben jij benieuwd naar hoe een spermabank er écht uitziet van binnen? In de nieuwste aflevering van 'Aan 't Werk' worden Diva en Ralph in een labjas gehesen om mee te helpen met het fertilisatie-proces.