‘God houdt van Gay’
- Artikel
- 29 jan 2019
- 8 minuten leestijd
Wat nou als je gelooft en gay bent en anderen jou vertellen dat God afkeurt hoe jij je voelt? Mooi kut! De afgelopen tijd is er veel gedoe geweest over de kerk en gay zijn. Binnen het geloof zou er geen ruimte zijn voor homoseksualiteit en transgenders. Of wat als andere LHBTQ+’ers geen begrip hebben voor jouw geloof, door die standpunten van andere gelovigen? We spraken met Jochem (26) hoe het is om homo en christen te zijn.
Wat nou als je gelooft en gay bent en anderen jou vertellen dat God afkeurt hoe jij je voelt? Mooi kut! De afgelopen tijd is er veel gedoe geweest over de kerk en gay zijn. Binnen het geloof zou er geen ruimte zijn voor homoseksualiteit en transgenders. Of wat als andere LHBTQ+’ers geen begrip hebben voor jouw geloof, door die standpunten van andere gelovigen? We spraken met Jochem (26) hoe het is om homo en christen te zijn.
Hey Jochem, jij bent al je hele leven christen. Hoe ging je ermee om toen je erachter kwam dat je op mannen viel?Jochem: “Ik kreeg vanuit mijn kerk te horen dat christen en homo zijn niet samen kon gaan. En ik zag mezelf echt als gelovig en christen, dus ik dacht: ik kan geen homo zijn. Dat wilde ik echt niet. Ik hoorde weleens van mensen dat het een fase was, verwarring. Dus rond mijn dertiende ontkende ik voor mezelf dat ik gevoelens voor jongens had.” Wat voor effect hadden die gevoelens op jou?
“Ik voelde heel sterk een spanning tussen mijn christelijke identiteit en mijn homo-identiteit. Ik voelde me alleen. In de kerk hoorde ik alleen maar dat het fout was dat ik die gevoelens had. Dat maakte me verdrietig en neerslachtig. Ik kon er niet over praten. Andere jongeren deden weleens uitspraken als: ‘Die mensen gaan naar de hel, dat is zondig’. Er werd heel duidelijk gemaakt: homo zijn is niet goed. Later bleken mijn vrienden juist heel supportive te zijn, maar ik voelde destijds door mijn omgeving niet de vrijheid om ze dat te vertellen.”Hoe ging dat thuis?
“Als er thuis iets voorbijkwam op tv over homoseksualiteit, bijvoorbeeld twee zoenende mannen, dan voelde ik de spanning stijgen. Ik merkte hoe erop gereageerd werd en wist genoeg op dat moment. Dan ga je daar niet over praten. Er is maar heel weinig nodig om de omgeving onveilig te maken voor iemand die nog niet uit de kast is. Dan is er voor je gevoel totaal geen ruimte om het erover te hebben.”Wanneer dacht je voor het eerst aan uit de kast komen?
“Uiteindelijk ben ik gaan praten met een jeugdleider van mijn kerk. Ik was 14. Bij hem kwam ik voor het eerst uit de kast. Hij vertelde mij iets waar ik heel blij van werd. Namelijk dat ik kon veranderen. Ik kon gewoon met een vrouw trouwen en dan een gelukkig leven leiden. Mijn depressieve gevoelens verdwenen, ook doordat ik met iemand kon praten. Vervolgens veranderde ik natuurlijk niet. Ik bleef gevoelens hebben voor jongens.”Je geloofde toen zelf ook even dat je kon veranderen, hoe kijk je daar nu op terug?
“Wat mij toen is verteld is gewoon absoluut niet waar. De geaardheid van mensen verandert niet. Ik geloof wel dat identiteiten die we hebben niet per se vaststaan. Dat er geen vaststaande hokjes zijn. Die jeugdleider zag echt hokjes, dat je van het een het ander kan worden. Voor mij overlappen identiteiten met elkaar. Sta ik het ene moment in de gaybar en het andere moment in de kerk? Dan ben ik niet minder homo of minder religieus. Het zijn geen tegenstellingen. De mensen die de Nashvilleverklaring ondertekenen proberen dat wel zo te laten lijken.” En relaties en seks toen je ouder werd?
“Toen ik ging studeren was dat moeilijk. Ik wist zeker dat ik geen homorelatie aan kon gaan, maar ik wist ook zeker dat ik geen heterorelatie aan kon gaan. Dus dacht ik, dan word ik maar celibatair. Dan trouw je niet en heb je geen seks. Ik stortte me volledig op mijn studie. Masturberen en porno kijken deed ik wel, maar ik voelde me daar altijd schuldig over. Ik dacht dat dat slecht was, iets wat in de ideale wereld niet zou bestaan.”Wat was dan het moment dat jij je seksualiteit een plaats kon geven in je geloof?
“In mijn derde studiejaar ging ik op uitwisseling naar Zuid-Afrika. Ik woonde daar een halfjaar op een studentencomplex en heb daar veel mensen gepraat. Op een bepaald moment had ik daar een openbaring. God die zei dat hij van mij en mijn homoseksualiteit hield. Dat was een keerpunt in mijn leven.”Kwam je toen uit de kast?
“Terug thuis heb ik een brief geschreven naar mijn ouders. Ik was 21 en kwam uit de kast. Dat vonden mijn ouders wel lastig. Die hebben los van mij hun eigen proces gehad, net als dat ik daar zelf ook tijd voor nodig had. Mijn moeder zei later wel dat ze het erg vond dat ze er toen niet voor mij was geweest als moeder. Ze had weleens gedacht dat ik op mannen zou vallen maar ze hoorde zelf ook alleen maar hoe daar in de kerk over werd gesproken. Als je dan zelf hetero bent neem je makkelijker aan wat er gezegd wordt. Je kan je niet volledig verplaatsen.”Hoe gaat dat nu verder met je ouders?
“Ik heb nog geen serieuze relatie gehad die ik mee naar huis heb genomen. Mijn moeder heeft wel een keer een jongen ontmoet met wie ik gedate heb. Toen zei ze: “Goh wat een leuke jongen is dat, is dat niet wat voor je?” Ik weet dat ze me dat heel erg gunt. Er zijn ook kerkbijeenkomsten over het thema homoseksualiteit. Daar gaan mijn ouders allebei naar toe. De regenboogvlag hangt niet meteen op de kerk, maar de kerk is er wel mee bezig.”En hoe ging jij verder met je geloof?
“Ik verdiepte mijzelf meer in het geloof. Ik nam en neem de bijbel nog steeds serieus maar ik zag wel in hoe selectief hij gelezen wordt. Ook sloot ik me tijdens mijn master aan bij een de Angelicaanse kerk. Deze is vrijzinniger. Ze zien het christelijk geloof zoals ik dat zelf doe. Ze zijn juist blij met LHBTQ+’ers , want diversiteit is goed. Je mag daar kritische vragen stellen, of er nou wel of geen taboe op rust. Als dat de manier is waarop jij denkt een goed leven te leiden, is het goed. Daarnaast werk ik nu aan projecten om bijvoorbeeld homoseksualiteit bespreekbaar te maken in christelijke kring. Één keer per maand zijn er evangelische roze vieringen in Amsterdam . Deze bestaan al langer dan dat het homohuwelijk is toegestaan in Nederland. Het ligt er uiteindelijk gewoon heel erg aan bij wie je bent.” Word je niet weleens boos als je terugkijkt?
“Bij mij heeft het hele proces zeven jaar gekost. En ik sta nu mijn mannetje wel. Maar ik maak me boos om jongeren die hier nu de dupe van zijn. Het enige wat de Nashvilleverklaring* nu weer bereikt is dat mensen zich kut gaan voelen. Er kan veel opgelost worden door ruimte te geven aan elkaars perspectieven. Laat elkaars verhaal er zijn. Luister eens goed. Pak mij mijn verhaal en mijn positie niet af. Neem mij en de andere homo’s serieus. En behandel ze absoluut niet als slachtoffers. Accepteer mij als volwaardig mede-gelovige.”Waarom heb jij nooit gebroken met je geloof?
“Geloof is onderdeel van mij. Het is niet van de kerk, maar van mijzelf. Als je je afvraagt waarom je niet gewoon stopt met geloven dan begrijp je misschien niet hoe het is om religieus te zijn. Religie steunt mij extra, het gaat juist over mensenrecht en liefde. Ik geloof op een andere manier dan de mensen die de Nashvilleverklaring ondertekenen. En ik laat door hen het geloof niet van me afpakken. Zo makkelijk komen ze niet van me af.”Wat doe je als anderen negatief zijn over je geloof?
“Ik maak het mee bij het uitgaan. Dat ik homo’s tegenkom die zeggen: “Oh ben jij er zo een? Ben je ook zo’n pedo?” Ik heb eerder last van mensen die heel erg anti geloof zijn. Ze zijn zo overtuigd van hun eigen idee dat ze heel kortzichtig zijn. “Hoe kan je in vredesnaam homo en christen zijn?” Ze bepalen voor mij dat religie slecht is, waardoor ze mijn ruimte kleiner maken. Eigenlijk is dat net zo betuttelend en denigrerend als de Nashville mensen, je ontneemt mensen de vrijheid om zelf te kiezen. Ik vraag dan ook weleens: “Op het moment dat jij zo’n vrijdenker bent, waarom mag ik dan niet mijn eigen spiritualiteit aanhangen?” Ze zijn dan niet eens geïnteresseerd, het christendom moet kapot. Dat zegt vaak meer over henzelf dan over mijn geloof.”