LSD: Hoe werkt het en hoe gebruik je het veilig?

LSD is een psychedelische drug die je hersenen flink door elkaar kan schudden. Volgens onderzoek van het Trimbos Instituut heeft 2% van de Nederlandse volwassenen ooit LSD geprobeerd. Maar wat doet LSD eigenlijk in je hoofd? En als je het wil proberen: hoe zorg je dat je het zo veilig mogelijk doet?

In het BNNVARA-programma ‘Van de Wereld’ worden nabestaanden geïnterviewd van jongeren die het leven lieten waarbij drugs in het spel waren. In de eerste aflevering van seizoen 2 krijg je een kijkje in het leven van Joep, die op 19-jarige leeftijd overleed aan het gevolg van een fatale val door LSD. 

LSD is een tripmiddel dat je meestal binnenkrijgt via je mond, bijvoorbeeld gedruppeld op een klein ‘zegeltje’ of direct via een druppel. Al vanaf zo’n 50 microgram kan je een heftige trip ervaren. En die trip is geen sprint, maar een marathon: de eerste effecten voel je na een halfuurtje tot een uur. De piek ligt tussen de 2 en 6 uur, en na 10 tot 14 uur sta je weer met beide voeten op de grond.

LSD in je hersenpan

LSD verandert de manier waarop je hersenen met elkaar communiceren. Tom Bart is preventiedeskundige bij Jellinek en legt uit: “LSD komt via je bloedbaan in je hersenen terecht. Daar bindt het zich aan bepaalde receptoren: een soort ontvangers die normaal informatie verwerken over wat je ziet, voelt, hoort of ervaart. LSD verstoort dit normale patroon: hersengebieden die normaal niet of nauwelijks met elkaar communiceren, gaan ineens wél informatie uitwisselen. Je brein raakt overspoeld met prikkels en signalen die normaal niet samenkomen. Daardoor ontstaan nieuwe associaties en intense ervaringen die in de realiteit niet bestaan. Kortom: je gaat trippen.”

De wereld door trip-ogen

De drug kan je hierdoor flink laten hallucineren, maar verwacht niet meteen dat je een roze olifant op je bank ziet. Mensen zien tijdens een trip bijna nooit dingen die er helemaal niet zijn. Onder invloed van LSD verandert vooral je waarneming en beleving van de wereld. Je gaat bijvoorbeeld dingen die er al zijn, anders zien: rechte lijnen kunnen krom lijken, kleuren feller, en voorwerpen kunnen lijken te bewegen, ademen, golven, trillen of flitsen. Andere zintuigen, zoals geluid, geur, smaak en aanraking, kunnen ook worden versterkt. Ook kan je bepaalde gedachten heel intens ervaren, of op een hele andere manier gaan denken: je kan je één voelen met andere mensen, dieren of dingen. Je kan een gevoel van verbondenheid krijgen met de dingen om je heen. Sommige mensen ervaren zelfs telepathische momenten: het gevoel dat je gedachten en gevoelens kan delen zonder te praten. Wat precies gebeurt, verschilt per persoon en hangt af van de dosering.

Bad trip

Veel mensen ervaren een LSD-trip als bijzonder of zelfs spiritueel. Maar de vervormde waarneming en intense gedachten kunnen je ook onzeker of angstig maken. Het kan zijn dat je bepaalde dingen gaat zien die je niet wil zien, of bepaalde dingen gaat denken die niet fijn zijn. “Hierdoor kan iemand in paniek raken of angstig worden,” vertelt Tom. “Als de trip heviger wordt of je jezelf niet goed kan kalmeren, dan kan dat steeds erger worden waardoor je in een negatieve cirkel beland: dan ga je bijvoorbeeld dingen denken of zien die nóg meer angst oproepen. Dit kan leiden tot een ‘bad trip’, en dan kan je een hele vervelende ervaring hebben.”

De risico’s

Vaak betekent het in dat geval dat je de trip gewoon moet uitzitten. Maar er zit wel een gevaar aan zo’n bad trip. “Je kan zo angstig of in paniek raken dat je het gevoel krijgt te moeten vluchten voor wat er om je heen gebeurt. Soms heb je dan zelfs het gevoel dat de enige uitweg is om ergens vanaf te springen of over een rand te stappen. Dat kan leiden tot ernstige of zelfs dodelijke ongelukken.” Daarnaast kan je tijdens het trippen inschattingsfouten maken. “Je ziet en voelt dingen anders, waardoor je misschien niet doorhebt dat iets diep of onveilig is. Daardoor kan je verkeerd inschatten hoe ver of hoe hoog iets is, en zo een verkeerde stap zetten of ergens vanaf vallen of springen.”

Er heerst nog het beeld dat mensen aan de LSD meteen denken dat ze kunnen vliegen en van een gebouw af springen. Maar de kans dat iemand echt van een gebouw springt of valt tijdens een LSD-trip is extreem klein. De overgrote meerderheid van LSD-gebruikers ervaart geen gevaarlijk gedrag of ongelukken. 

Zo veilig mogelijk trippen

Om rampscenario’s te voorkomen is het belangrijk om een tripsitter bij je te hebben: iemand die nuchter in de buurt blijft om jou in de gaten te houden en er voor je te zijn als het niet goed gaat. Daarnaast is het heel belangrijk om LSD te gebruiken in een vertrouwde omgeving en met mensen die je vertrouwt. “Doe je het op een plek die je niet kent, waar je niet goed weet waar je heen moet, of met mensen die je misschien niet helemaal goed kent of vertrouwt, dan kan je sneller angstig worden. Ook moet je zorgen dat je goed in je vel zit. Dus doe het niet als je gestrest bent door werk, ruzie hebt in een relatie of gezondheidsklachten hebt. Zulke dingen kunnen tijdens een trip intens naar voren komen en leiden tot negatieve gevolgen. Ook als je psychische problemen hebt kan je het beter niet doen: dit kan het verergeren of triggers activeren die leiden tot psychoses of langdurige psychische klachten. En je moet natuurlijk niet te hoog doseren.”

• Deel