Waarom je een ‘drugsdagboek’ zou moeten bijhouden
- Artikel
- 20 sep 2021
- 6 minuten leestijd
Je hebt van die mensen die alles opschrijven. Ik ben ook zo iemand. De notitie-app op mijn telefoon puilt uit van de lijstjes. Maar één lijstje is heel speciaal. Ik houd namelijk een drugsdagboek bij. En dit is waarom jullie dat ook zouden moeten doen.
Je zult vast denken: ’Een drugsdagboek? Wat is dat?' Heel simpel. Een boek waarin ik alle keren dat ik drugs heb gebruikt genoteerd heb staan. Dat is natuurlijk niet echt elke dag. Maar de functie is hetzelfde als een dagboek. Ik heb overzicht en weet wat ik wanneer heb gedaan.
Het begon toen ik een jaar of achttien was. Samen met mijn vrienden ging ik naar een festival toe. Daar ging ik voor het eerst xtc proberen. Ik was zo zenuwachtig. Al helemaal omdat mijn vrienden al jaren ervaring hadden en ik nog nooit iets had gebruikt. Voor ik het wist had ik mijn eerste kwartje genomen. Ik zag dingen die ik nog nooit had gezien en voelde dingen die ik nog nooit had gevoeld. Het was een geslaagde dag. Een paar festivals later besloot ik om de restjes xtc die ik nog over had op te maken. Wederom ging alles super goed. Ik ging lekker, had zin om te feesten en vond iedereen lief en leuk. Dit zou niet de laatste keer xtc zijn.
Maar de keer daarop, de derde keer dat ik zou gaan gebruiken dus, haalde ik mijn pillen bij een dealer in de buurt. Het waren andere pillen dan de vorige keer. Dat vond ik niet erg. Met mijn onervaren hoofd dacht ik dat alle xtc-pillen hetzelfde waren. Toch kwam ik er snel genoeg achter dat dit niet zo was. Ik voelde me heel anders dan die keren daarvoor. De hele avond was ik misselijk en zat ik volledig in mijn eigen wereld. Dat vond ik totaal niet fijn. Daardoor ging ik nadenken. Als er tussen alle pillen en dealers zoveel verschil zit, dan moet ik weten wat ik wel en niet fijn vind. Ik heb namelijk geen zin om me nog eens zo klote te voelen.
Zo is in 2018 mijn drugsdagboek geboren. Elke keer als ik op een feestje drugs gebruik houd ik dat keurig bij in mijn notities. Ik schrijf bijvoorbeeld heel specifiek op wat ik gebruik. En dan bedoel ik echt specifiek. De soort drug, een gedetailleerde omschrijving ervan - dus bij xtc bijvoorbeeld de kleur en het vormpje dat erop staat - en hoeveel ik ervan neem. Als ik bijvoorbeeld xtc gebruik, maak ik elke keer als ik bij pak een screenshot van mijn scherm. Dan weet ik hoeveel kwartjes ik heb genomen en hoeveel tijd er tussen het bijpakken zat.
Ook schrijf ik de datum en locatie op. En hoe ik me erdoor voel natuurlijk. Maar het allerleukste deel van mijn drugsdagboek zijn de hallucinaties. Ik schrijf al mijn hallucinaties op. En dat zijn er veel. Ik hallucineer echt altijd. Van keppeltjes (ja, dat verhaal van de Spuiten en Slikken-redactie was van mij) tot iemand die wordt ondergespoten met slagroom.
Nu wil ik jou aanraden om ook een drugsdagboek bij te houden. En dat om verschillende redenen. Door dit dagboek krijg je een beter beeld van je drugsgebruik. Dat is in mijn ogen ook wel de grootste reden om zo’n dagboek bij te houden. Dit omdat drugs gebruiken van invloed is op je lichaam en je gezondheid. Als jij vorige week bijvoorbeeld xtc hebt gebruikt, dan moet je je hersenen een periode laten bijkomen. Xtc zorgt er namelijk voor dat alle geluksstofjes in je hersenen worden opgemaakt. En dat moet weer aangevuld kunnen worden. Het duurt bijna twee maanden voor die emmer met geluksstofjes weer helemaal vol zit. In die tussentijd kom je dat stofje eigenlijk tekort. Als je in die periode alsnog xtc gebruikt, dan ga je dweilen met de kraan open. Dat wil je voorkomen. En zo heeft elke drug zijn eigen tijdspanne die ertussen zou moeten zitten. Het drugsdagboek laat precies zien hoeveel tijd er tussen je drugsgebruik zit. Dit draagt bij aan verantwoordelijk drugsgebruik.
Iets anders wat ik heel fijn vind om bij te houden, zijn de situaties waarin ik drugs gebruik. Zo krijg ik een overzicht wanneer ik goed ga en wanneer niet. Dat wil nog niet alles zeggen. Wat je gebruikt, of je van tevoren hebt gegeten en met wie je bent spelen ook een grote rol. En of je je drugs hebt laten testen, natuurlijk. Maar die situaties geven mij wel inzichten. Door mijn drugsdagboek ben ik er bijvoorbeeld achter gekomen dat ik altijd slecht ga als ik bij iemand anders thuis drugs gebruik. Ik wil het of bij mij thuis, of op een feestje doen. Anders voel ik me gewoon niet op mijn gemak. Die link had ik zonder drugsdagboek minder snel gelegd. Nu weet ik dus hoeveel tijd er tussen mijn drugsgebruik zit. En op welke situaties ik minder goed ga. Daar kan ik dan rekening mee houden wanneer ik een volgende keer drugs ga gebruiken.
Als laatste vind ik het leuk om mijn hallucinaties en fijne momentjes bij te houden. Het heeft niet per se een voordeel. Maar voor mezelf vind ik het wel fijn. Zo onthoud ik momenten die ik anders misschien wel was vergeten. Een gekke hallucinatie, mooi momentje met een vriendin of extreem geluksgevoel. Als ik dat teruglees, word ik altijd super vrolijk. Misschien is dat wel het voordeel. Dat ik het ook oprecht leuk vind om door te lezen. En herinneringen op te halen. Al helemaal in de festivalloze tijd die we achter de rug hebben.
Het drugsdagboek is dus mega handig. Maar ook al houd je alles keurig bij, dat geeft je nog geen honderd procent zekerheid dat alles goed zal gaan. Laat je drugs dan ook altijd testen. Ik kan het niet vaak genoeg zeggen. Dat is het allerbelangrijkste. Testen, testen, testen. Alleen dan weet je of het écht goed zit. En of je daadwerkelijk verantwoord bezig bent. Want je kan dan wel in de goede stemming, op een veilige plek en met fijne mensen zijn. Zonder een goede en veilige drug ga je alsnog slecht. De ene pil ziet er misschien hetzelfde uit als de ander, maar je weet nooit zeker wat erin zit. Tot je het test. Het dagboek kan een fijn geheugensteuntje en duidelijk overzicht zijn. Houd het dus vooral bij. Maar laat je drugs ook echt testen. Dan ben je zeker weten goed bezig.