De Keuringsdienst van Waarde trekt naar Turkije om de hazelnoten oogst van dichtbij te zien.
Turkije is de grootste hazelnootproducent
op de wereld. Zo’n 75% van de hazelnoten komt uit dit land en die moeten
geplukt worden. Tijdens het oogstseizoen reizen
arme en migrantengezinnen naar de boomgaarden om daar te werken. Kinderen zo
jong als acht jaar worden door hun ouders (landeigenaren knijpen een oogje dicht) aan het werk gezet om geld te
verdienen. En dat heet kinderarbeid.
Seizoenarbeiders reizen met het
hele gezin naar de kust van de zwarte zee, een regio die om de hazelnoot
draait. De werkkrachten beginnen aan de Zwarte Zee kust (bijv. de regio's Ordu en Giresun), waar ze 4 tot 6 weken kunnen
werken vanaf augustus. Als de oogst bij de kust voorbij is, trekken ze naar de boomgaarden
in de bergen, waar de hazelnoot wat later rijp wordt. De hazelnootpluk staat bekend om de kinderarbeid, maar daar stopt het niet. Het gros van de seizoenarbeiders reist namelijk het hele jaar Turkije door om verschillende seizoensproducten te oogsten.
bron: http://www.kalkinmaatolyesi.org/
Na gemiddeld een maand, reizen ze door naar een nieuwe regio, omdat daar een nieuw oogstseizoen is begonnen. Zo worden er in juli in het midden van het land (regio Malatya) abrikozen geplukt en tussen oktober en december is het katoen rijp voor de oogst in Zuid-Turkije. Als de arbeiders met hun gezin weer op de
nieuwe locatie aankomen staat er meestal geen huis op ze te wachten, de
meerderheid woont in een kampement.
De arbeiders komen vaak uit het
zuiden en zuid-oosten van Turkije en hebben grotendeels een Koerdische afkomst.
Doordat ze het hele jaar iedere maand verkassen naar een nieuwe oogst, is
er voor hun kinderen weinig mogelijkheid om naar school te gaan. Ze bouwen zo
een enorme leerachterstand op en dat zorgt er voor dat een groot gedeelte van
de kinderen hun school niet afmaakt.
Geschreven door: Julia van der Burg