Reactie NPO op RCGOG, CvdM en OCW over sociale veiligheid
De minister van OCW heeft vandaag een voortgangsrapportage naar de Tweede Kamer gestuurd over de opvolging van de aanbevelingen van het Rapport van de Commissie Van Rijn (OGCO). Daarbij baseert hij zich op de rapportage van de NPO over het overkoepelende plan van aanpak en daarnaast op de rapportage van het CvdM en de reflectie van de RCGOG op de individuele plannen van aanpak. De rapportages van de NPO en het CvdM en de reflectie van de RCGOG laten volgens de minister zien dat een eerste beweging is gemaakt als begin van de noodzakelijke cultuurverandering. Dat is bemoedigend maar een stevige verdiepingsslag bij de omroepen is nog wel nodig. Van belang is dat aandacht voor sociale veiligheid prioriteit blijft houden binnen de publieke omroep en dit geldt in het bijzonder voor leidinggevenden, bestuurders en toezichthouders. Plannen zijn belangrijk maar uiteindelijk moet een veilige cultuur echt op de werkvloer tastbaar en merkbaar worden. Het is goed dat de minister extra financiële middelen beschikbaar stelt om een definitieve cultuuromslag binnen de publieke omroep te realiseren: 2,8 miljoen in 2024 en 0,8 miljoen in 2025.
Overkoepelend plan van aanpak NPO
Kort na de uitkomst van het rapport van de commissie Van Rijn heeft de NPO het voortouw genomen een overkoepelend plan van aanpak op te stellen om de aanbevelingen van de commissie Van Rijn te implementeren (maart 2024). De NPO is voortvarend van start gegaan met de uitvoering van de acties uit het overkoepelende plan van aanpak en een deel is zelfs al afgerond, aldus de minister. Niettemin concluderen wij in onze rapportage van oktober 2024 dat bepaalde onderdelen van het overkoepelende plan wel extra aandacht nodig hebben. Met name op het gebied van de bestuursstructuur en het versterken van het interne toezicht. De minister onderschrijft dit en verwacht dat wij als NPO vanuit onze coördinerende rol het initiatief zullen nemen tot het uitwisselen van kennis en ervaring tussen de toezichthouders en bestuurders van de omroepen. Dit doen wij o.a. door een kenniscentrum van HR-medewerkers van omroepen op te zetten en een gezamenlijke visie op leiderschap binnen de publieke omroep te ontwikkelen. De komende periode zullen wij onze verbindende rol verder intensiveren door de Gedragscode Integriteit Publieke Omroep uit 2021 te vernieuwen en aan te scherpen op het onderdeel cultuur, goed bestuur en toezicht en voorbeeldgedrag van bestuurders en toezichthouders.
Aanbevelingen CvdM en RCGOG op individuele plannen van aanpak
De omroepen en de NPO hebben voor september 2024 op verzoek van het CvdM ook individuele plannen van aanpak opgeleverd. De rapportage van het CvdM en de reflectie van de RCGOG over alle individuele plannen erkennen dat de publieke omroep flinke stappen heeft gezet op het gebied van het tegengaan van grensoverschrijdend gedrag en het bevorderen van sociale veiligheid. Dat geeft de NPO en de omroepen een goede steun in de rug om hier onverminderd mee door te gaan. Maar tegelijkertijd stellen het CvdM en de RCGOG ook vast dat de individuele plannen van de omroepen wisselend van kwaliteit zijn, verschillend van aanpak en mate van betrokkenheid van medewerkers. De gemene deler is dat er bij de omroepen nog een stevige verdiepingsslag nodig is. De rapportage en reflectie bevatten concrete aanbevelingen om die verdiepingsslag te gaan maken. Zo wordt in de aanbevelingen expliciet aandacht gevraagd voor de noodzaak van diepere reflecties op het eigen leiderschap, veranderkracht, risicoanalyses en het adequaat opvolgen van meldingen. Ook wordt een nadrukkelijke oproep gedaan op de rol van bestuurders en interne toezichthouders. Alleen met goed bestuur en intern toezicht kan een veilige cultuur slagen waarin mensen zich uit durven te spreken en preventie van grensoverschrijdend gedrag mogelijk is. Dat vereist leiderschap dat echt verantwoordelijkheid neemt. Dat proces zal lange tijd in beslag zal nemen. Een nieuwe omgangscultuur duurt immers drie tot vijf jaar. Blijvende aandacht is nodig. De minister onderschrijft eveneens de boodschap van het CvdM en RCGOG dat structurele monitoring en rapportage door de omroepen over de voortgang van groot belang is. Het CvdM zal hierop toe blijven zien.
Hervorming bestel
De noodzaak van een hervorming van het bestel wordt door de minister – juist ook in het kader van sociale veiligheid - essentieel geacht. Een herziening van het interne toezicht maakt onderdeel uit van de beoogde hervorming. Rollen, taken en verantwoordelijkheden moeten duidelijker worden belegd en zo nodig worden gescheiden. Systemische oorzaken en bepaalde organisatiestructuren kunnen bijdragen aan onveiligheid. Dat achten wij zeer ongewenst en verzoeken de minister bij de uitwerking van de plannen voor de noodzakelijke hervormingen van het bestel hier zorgvuldig aandacht aan te besteden. Het voorstel om zittingstermijnen voor toezichthouders en bestuurders te maximeren is daarbij een belangrijke stap.
Sociale veiligheid publieke omroep essentieel
Tenslotte moedigt de minister de publieke omroep aan om de door ons ingezette koers te blijven volgen. Als NPO zullen wij onze coördinerende en verbindende rol vervullen door het overkoepelende plan van aanpak consistent uit te voeren en publiekelijk te blijven rapporteren over de voortgang. Ook zullen wij de omroepen zoveel mogelijk steunen in de uitoefening van hun individuele plannen van aanpak om te komen tot een eensgezinde aanpak. Immers: sociale veiligheid kent geen grenzen; alle medewerkers van de publieke omroep moeten zich bij alle omroepen even veilig kunnen voelen. Sociale veiligheid binnen de publieke omroep is essentieel. Daar moeten wij met zijn allen heel hard aan blijven werken. Want alleen in een veilige werkomgeving kunnen mooie programma’s worden gemaakt, voelen al onze medewerkers zich thuis en veilig en kunnen wij als publieke omroep daadwerkelijk de plek zijn voor iedereen.