Roep om transparantie bedreigt onafhankelijkheid publieke omroep

De publieke omroep is een vrijplaats waar elk onderwerp, elke zienswijze, elke groep, elk thema een plek kan vinden. Zonder bemoeienis of inspraak van belangengroepen of politieke partijen. Die principiële vrijheid staat onder druk. Dat begon ooit met geld. Sinds de afschaffing van kijk- en luistergeld vertaalt de politiek zijn budgetrecht niet alleen in bezuinigingen, maar ook in het oormerken van budgetten voor eigen inhoudelijke ambities. Het begint met vragen, dan volgen moties in de Kamer en uiteindelijk landt het in onze prestatieovereenkomst of in de Mediawet. De nieuwste ontwikkeling is de roep om transparantie. Of de publieke omroep maar even wil vertellen wat ze precies aan elk programma uitgeeft. Het is tenslotte belastinggeld en daar gaat de politiek over.
De roep om transparantie bedreigt de onafhankelijkheid van de publieke omroep. Want de discussie gaat niet over transparantie, maar over onafhankelijkheid. De politiek besluit hoeveel geld we krijgen, de publieke omroep bepaalt hoe het wordt besteed. Het zou slechts gaan over ‘transparantie achteraf’. Maar iedereen weet dat je terugkijkt om vervolgens iets af te spreken voor de volgende keer. Uiteraard verantwoorden wij ons tot achter de komma. Maar we gaan de politiek niet de instrumenten in handen geven om te debatteren over en te morrelen aan onze inhoudelijke programmakeuzes. Die keuzes zijn niet aan de politiek, maar zijn het primaat van de publieke omroep.
Dit fragment komt uit de speech die NPO-bestuurder Shula Rijxman uitsprak tijdens de opening van het nieuwe TV-seizoen. De hele speech is hieronder terug te lezen.