Toelichting op de begroting van de publieke omroep
Als NPO voeren wij de gezamenlijke wettelijke publieke mediaopdracht uit. De begroting van de Nederlandse Publieke Omroep komt tot stand in samenwerking met alle omroepen binnen het publieke bestel: zij geven ieder jaar een advies over de begroting. De omroepen verenigd in het College van Omroepen (CvO) hebben een positief advies afgegeven voor de begroting van 2025.
Op die begroting staat een totaalbedrag van afgerond 980 miljoen dat vanuit OCW naar de publieke omroep gaat. Van dit bedrag gaat het overgrote deel – ongeveer 80% - naar de omroepen. Wij wijzen een bedrag van ongeveer 800 miljoen toe aan omroepen voor programma’s op radio en televisie en online activiteiten (de ‘content’). Wij geven daarnaast als NPO zelf een bedrag van ongeveer 150 miljoen uit aan activiteiten die we voor het gehele bestel uitvoeren. Het gaat dan bijvoorbeeld om kosten van het afkopen van rechten bij Buma en Sena, distributiekosten, kosten van het uitzenden van de programma’s (b.v. de eindregie maar ook ondertiteling), kosten van ontwikkeling en ouderhoud van onze platforms NPO Start en NPO Luister en marketingkosten. Om deze twee taken – het toewijzen van programmageld aan omroepen en het organiseren van de gemeenschappelijke activiteiten binnen het bestel – adequaat uit te voeren, hebben we een bedrag van ongeveer 50 miljoen nodig. Dat is circa 5% van het bedrag dat we bij OCW aanvragen en dat zijn de kosten van de NPO-organisatie zelf.
De NPO en alle omroepen hebben in een gezamenlijke strategie afgesproken prioriteit te geven aan de ontwikkeling van onze on demand platforms NPO Start en NPO Luister. Die platforms, waarop alle programma’s van de omroepen te zien en luisteren zijn voor het publiek, worden door ons beheerd. Dit hoort ook bij onze wettelijke coördinerende en sturende taak. In de gezamenlijke strategie is met instemming van de omroepen afgesproken dat er volgend jaar meer geld – 20 miljoen - gaat naar de ontwikkeling van deze platforms. Deze inzet van extra middelen sluit ook aan bij het regeerprogramma dat we wens bevat dat wij de digitale vindbaarheid, zichtbaarheid en herkenbaarheid versterken.
De gezamenlijke marketingkosten die de NPO maakt voor NPO en omroepen stijgen in de begroting van 2025 van 8 naar 12 miljoen. Dit is een broodnodige investering om in het medialandschap met zoveel grote internationale spelers die over vele malen hogere marketingbudgetten beschikken, zichtbaar te blijven voor ons publiek. Het blijft immers cruciaal dat de samenleving tussen al het aanbod van commerciële partijen het onafhankelijke, betrouwbare en pluriforme aanbod van de publieke omroep goed weet te vinden, te bekijken en te beluisteren. Daarnaast zet de publieke omroep vol in om jongeren te bereiken, zoals ook de regering in het regeerprogramma van ons vraagt. Om jongeren te bereiken is een andere marketingstrategie nodig, veel meer online marketing. Dat gebeurt vooral op social platforms en daar zijn natuurlijk kosten aan verbonden. Ook deze activiteiten maken deel uit van de met de omroepen afgesproken strategie.