Waarom eten we op Koningsdag een tompouce?
- Artikel
- 27 apr 2022
- 1 minuut leestijd
Voor banketbakkers is Koningsdag een van de leukste dagen van het jaar: lange rijen en oranje gebak dat als warme broodjes over de toonbank vliegt. Maar hoe komt het toch dat we ieder jaar op Koningsdag een oranje tompouce naar binnen schuiven?
Traditie
Het komt voort uit een traditie, begonnen in 1967. Bij een geboorte van een kind wordt vrijwel altijd beschuit met roze of blauwe muisjes gegeten. Toen koning (toen nog prins) Willem-Alexander werd geboren, vierde het koningshuis dit niet alleen met de welbekende blauwe muisjes, maar ook met de oranje tompouce. Sindsdien wordt het van oorsprong roze gebakje ieder jaar massaal gegeten op Konings- en voorheen ook Koninginnedag.
Onmogelijk fatsoenlijk te eten
Het eten van de oranje lekkernij blijft een uitdaging. Zo kun je een tompouce happen, maar daarbij zijn vlekken op je kleding gegarandeerd. Prakkers prakken de tompouce en eten het prakje vervolgens met een vork op. Snijders leggen de tompouce op de zijkant en snijden de lekkernij in stukjes met mes en vork. Daklichters halen het geglazuurde ‘dak’ van de tompouce af en eten eerst de onderkant met room op. Het oranje dakje wordt als laatste opgegeten.
Of je nu een daklichter, een snijder, een prakker of een happer bent: geniet van je tompouce op deze feestelijke vrije dag!