Zijn E-nummers slecht voor je?
- Artikel
- 07 maa 2019
- 3 minuten leestijd
Veel mensen willen tegenwoordig geen E-nummers meer in hun eten. Ze zouden slecht zijn voor de gezondheid en in het uiterste geval zelfs kankerverwekkend. Dat terwijl ze juist bedacht zijn om ons voedsel veiliger te maken. Hoe zit dat?
Wat is een E-nummer?
E-nummers zijn codes voor goedgekeurde stoffen die aan voedingsmiddelen toegevoegd mogen worden. Dit gebeurt om bijvoorbeeld de smaak, kleur, geur of de houdbaarheid van een product te beïnvloeden. E-nummers zijn in de jaren zestig ingevoerd door de toenmalige Europese Economische Gemeenschap om toevoegingen in voeding te reguleren. Dit begon in 1962 met een lijst van kleurstoffen. Fabrikanten mochten vanaf dat moment alleen nog maar goedgekeurde kleurstoffen toevoegen en werden verplicht ze op het etiket te zetten. Om ruimte te besparen kreeg elke stof de letter E (van Europa) met een getal erachter. Later werden ook hulpstoffen als verdikkingsmiddelen, aroma’s en zoetstoffen aan de lijst toegevoegd.
Waar komen E-nummers vandaan?
Sommige E-nummers worden uit natuurlijke materialen gewonnen. Ze komen bijvoorbeeld uit groente, fruit, bomen en planten. De zoetstof steviolglycosiden (E 960) wordt bijvoorbeeld met een complex en chemisch proces uit de bladeren van de steviaplant gehaald. Sommige additieven, zoals azo-kleurstoffen, komen helemaal niet voor in de natuur. Die worden kunstmatig gemaakt in een fabriek door stoffen chemisch te bewerken.
Zijn ze slecht voor je?
E-nummers zijn stoffen die veilig zijn bevonden door de European Food Safety Authority (EFSA). Het EFSA maakt daarvoor gebruik van strenge controles en procedures. De kans is groot dat de E-nummers beter gecheckt zijn dan ons eten zelf. Van een toevoeging is dan ook precies bekend wat het doet, terwijl dat voor sommige natuurlijke stoffen niet zo hoeft te zijn. Daarnaast is ook vastgelegd welke toevoegingen in welke producten gebruikt mogen worden en hoeveel er in mag zitten. Bovendien maakt je lichaam volgens voedselexperts geen onderscheid tussen een E-nummer dat van nature al ergens in zit of dat is toegevoegd. De moleculen zijn precies hetzelfde en de verwerking door je lichaam dus ook.
Zijn de toevoegingen geschikt voor iedereen?
Sommige E-nummers hebben een dierlijke oorsprong. De rode kleurstof E120 (cochenille extract, karmijnzuur, karmijn) komt van schildluizen en de emulgator en stabilisator E483 (stearyltartraat) wordt gemaakt met varkensvet. Deze stoffen zijn dus niet geschikt voor veganisten, vegetariërs en in het laatste geval voor mensen die halal of koosjer willen eten. Mensen die overgevoelig zijn voor sulfiet moeten uitkijken voor nummers E220 tot en met E228. Deze stoffen zijn sulfieten en kunnen bij mensen met astma ademhalingsproblemen veroorzaken. En mensen met de aandoening ‘fenylketonurie’ (PKU) moeten ook opletten. Zij missen een enzym waardoor ze aminozuur fenylalanine niet goed kunnen afbreken. Dit aminozuur wordt gevormd uit aspartaam. Een ophoping van fenylalanine kan schadelijk zijn voor de hersenen. E-nummers zijn dus niet voor iedereen geschikt, maar voor het overgrote deel van de bevolking wel veilig.
Meer weten over eten? Schrijf je in voor de Eerlijker eten nieuwsbrief. Wij helpen jou met het maken van bewuste keuzes. Van de herkomst van voedsel en jouw keuzes in de supermarkt tot aan de maaltijd die je uiteindelijk op tafel zet.