Mensenrechten in de stembus - Wonen
- Artikel
- 11 nov 2023
- 10 minuten leestijd
Op 22 november zijn de Tweede Kamerverkiezingen. Inmiddels hebben alle partijen hun standpunten gebundeld in een verkiezingsprogramma: dikke bundels van tientallen pagina’s vol politiek jargon. Tijd om de hoofdzaken van de bijzaken te scheiden. Welke partij lapt fundamentele rechten aan haar laars? En welke partij dweept met mooie woorden over ‘nieuw beleid’, terwijl het in werkelijkheid gaat over ‘oude’ mensenrechten waar ieder mens ter wereld allang een beroep op mag doen?
De komende weken toetsen wij met behulp van experts de verkiezingsprogramma’s van de acht grootste partijen (in de Ipsos-peiling van 1 november: VVD, NSC, GL-PvdA, PVV, BBB, D66, PvdD en SP) aan de algemene morele en juridische standaard die alle 193 lidstaten van de Verenigde Naties hebben ondertekend: de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM). Dit is het derde thema uit de reeks: wonen.
(tekst gaat verder onder de afbeelding)
Zetelverdeling van de acht grootste partijen in de Ipsos-peiling van 1 november.
Recht op wonen
Volgens artikel 25 van de URVM heeft ieder mens ‘recht op een levensstandaard die hoog genoeg is voor de gezondheid en het welzijn van zichzelf en zijn gezin, waaronder inbegrepen […] huisvesting.’ En ook in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) staat het recht op een woning verankerd.
Dat betekent helaas niet dat ieder mens zonder dak boven het hoofd in de rechtszaal een huis kan afdwingen bij de staat. In Nederland geldt alleen een in de grondwet verankerde inspanningsverplichting voor de overheid om te voorzien in voldoende huisvesting. Aan de politieke partijen de taak om die inspanning in te kleuren. Wat gaan zij doen om het tekort van 390 duizend woningen te lijf te gaan? Hoeveel mensen mogen dakloos zijn? Hoe groot moet de verhouding zijn tussen sociale huur- en koopwoningen?
We lopen de woonparagrafen van de acht grootste partijen langs met Marja Elsinga, hoogleraar Housing Institutions and Governance aan de faculteit Bouwkunde van de TU Delft. Het valt haar op dat het woningtekort dit verkiezingsjaar voor het eerst in alle partijprogramma’s een prominente plek heeft.
Nog opmerkelijker: bijna alle partijen, van links tot rechts, schrijven dat de overheid de regie moet nemen op de woningmarkt. De goede oude woningcorporaties worden weer omarmd als sociale organisaties die een cruciale rol spelen in zowel de bouw als de verduurzaming van betaalbare woningen. Dat is in schril contrast met de afgelopen regeerperioden, waarin marktdenken de boventoon voerde.
VVD
De VVD stelt het eigen huis centraal; als het aan de liberalen ligt, zou iedereen een koopwoning moeten hebben. Om die droom waar te maken, wil de VVD onder meer dat woningcorporaties verplicht worden om woningen te verkopen aan huurders die willen kopen, een maatregel die ten koste gaat van de beleidsvrijheid van woningcorporaties. De partij wil ook af van de erfpacht, waarbij een burger niet zelf grond koopt, maar alleen het recht om een stuk grond te gebruiken. ‘Het eigendomsrecht klinkt in het hele hoofdstuk door,’ zegt Elsinga. ‘Geen enkele andere partij zet daar zo nadrukkelijk op in.’
Daarnaast wil de VVD volop gaan bouwen. Overal moeten nieuwe woonwijken verrijzen - een grote investering in de bouwsector. Maar je kunt je afvragen of bouwen de enige oplossing is voor het woningtekort. We wonen ruim in Nederland: gemiddeld op 53 vierkante meter per persoon. Die kun je efficiënter verdelen, zegt Elsinga. Jongeren lijden het meest onder de woningcrisis. Om ruimte te maken voor hen, moet je bij de ouderen beginnen. Veel ouderen wonen veel groter dan ze eigenlijk zouden willen, maar kunnen geen geschikte woonplek vinden omdat plekken in verpleeghuizen zwaarbevochten zijn. De VVD wil hen ‘verleiden’ om te verhuizen. Daar spreekt volgens Elsinga te weinig prioriteit uit. ‘Als je concrete plannen maakt op lokaal niveau voor goede seniorenwoonruimte, sla je twee vliegen in één klap: een oplossing voor de tekorten in de zorg én op de woningmarkt.
Huren blijft enigszins onderbelicht in het partijprogramma van de VVD. De partij stelt wel dat huurprijzen 'duurder en duurder’ worden, terwijl deze ‘redelijk’ zouden moeten zijn. Maar hoe ze die omschakeling maken, laat ze in het midden. Wel spreekt de partij van Yeşilgöz zich heel nadrukkelijk uit over aanpak van woonoverlast en malafide verhuurders.
NSC
De partij van Omtzigt schrijft net als de andere partijen dat er op de woningmarkt een regierol is weggelegd voor de overheid. Maar bijzonder is dat de partij ook nadrukkelijk andere partijen wil betrekken, zoals werkgevers, woningcorporaties, pensioenfondsen en projectontwikkelaars.
‘Verstandig, want de markt voorziet nu niet in woningen voor middeninkomens, en de overheid verandert iedere vier jaar weer’, zegt Elsinga. ‘Om een structureel probleem als de woningcrisis op te lossen, moet je partijen betrekken die oog hebben voor de lange termijn. NSC wil niet-vrijblijvende afspraken maken met bijvoorbeeld pensioenfondsen voor investeringen in en bouw van nieuwe, betaalbare woningen.’
Ook aan huren wordt aandacht besteed in het verkiezingsprogramma van NSC. Gemeenten die nu minder sociale huurwoningen hebben dan het landelijk gewenste gemiddelde, moeten zich houden aan 30% sociale huur in hun nieuwbouwprogramma. Er moeten 350 duizend sociale huurwoningen komen voor 2031.
Niet alles hoeft opgelost te worden met nog te bouwen huizen. De partij pleit ook voor betere doorstroming, woningruil en ombouw van leegstaande kantoren.NSC spreekt ook haar zorgen uit over dakloze mensen. Gemeenten krijgen de opgave om hen op te vangen en te ondersteunen.
GL-PvdA
Verenigd links ziet volkshuisvesting als publieke taak, en wil een nieuw ministerie in het leven roepen dat de woningmarkt gaat reguleren. Dat ministerie moet erop toezien dat er jaarlijks 100 duizend woningen bijkomen. Het zwaartepunt ligt nadrukkelijk bij betaalbare huurwoningen. De hypotheekrenteaftrek, gunstig voor kopers, wordt stapsgewijs afgeschaft. In nieuwbouwprojecten moet in iedere gemeente minimaal 40 procent sociale huur worden gebouwd.
GL-PvdA wil de inkomensgrenzen voor de sociale huursector verhogen, zodat meer mensen een beroep kunnen doen op een goedkope woning. Daarnaast stelt de partij een maximale huurprijs in op basis van een puntenstelsel. Er wordt voorrang gegeven aan de opvang van dakloze mensen, en ouderen die willen doorstromen naar een geschikter huis krijgen steun van gemeenten. Opvallend is dat de partij de kostendelersnorm wil schrappen, zegt Elsinga. Door die norm wordt een uitkering lager, naarmate de uitkeringsgerechtigde met meer volwassen huisgenoten woont. 'Nu geldt er als het ware een boete op samenwonen, wat slimme benutting in de weg zit.’
PVV
De PVV verwijst in de eerste alinea van het woonhoofdstuk naar de grondwet. Hoewel de overheid voor voldoende woningen moet zorgen, is een betaalbaar dak boven het hoofd voor veel Nederlanders onbereikbaar geworden, schrijft de partij. Om daar verandering in te brengen pleit de PVV voor lagere huren en hogere huurtoeslag. ‘Dure maatregelen,’ zegt Elsinga, 'maar in dit geval is heel duidelijk op welke vlakken wordt bezuinigd: stikstofregels, verduurzaming en migratie.’ (Met de nodige mensenrechtenschendingen tot gevolg: op gebied van het klimaat, en asiel)
BBB
De BBB besteedt, zoals het een boer-burger-partij betaamt, veel aandacht aanhuisvesting op het platteland. Niet alleen in de vorm van nieuwbouw, maar bijvoorbeeld ook door agrarisch vastgoed een herbestemming te geven, en door oude woningen te delen of te splitsen en te investeren in moderne bejaardenhuizen. De BBB is de enige partij die pleit voor investeringen in vakonderwijs, om innovatie in de bouw te stimuleren. Net als GL-PvdA wil Van der Plas de kostendelersnorm afschaffen.
De BBB wil dat woningcorporaties ook middenhuurwoningen gaan bouwen en dat er voor leningen voor deze woningen een garantie mogelijk is. De partij wil nadrukkelijk de migratie beperken om ruimte te maken voor mensen met een Nederlandse achtergrond. Een locatie voor nieuwbouw heeft de partij al wel gevonden: er moeten 100 duizend woningen verrijzen op het droge gedeelte van natuurgebied deOostvaardersplassen –‘een schop tegen het zere been van veel partijen’, zegt Elsinga.
D66
D66 wijkt af van het neoliberale beleid dat de partij de afgelopen jaren voerde. ‘Een ommezwaai,’ volgens Elsinga, die zich kenmerkt door gelijke behandeling van huurders en kopers, afschaffing van de hypotheekrenteaftrek, woningdelen vergemakkelijken, voorrang voor dakloze mensen en een vasthuurcontract als norm. Daarnaast wil D66 de positie van woningcorporaties versterken, die ook voor de middeninkomens moeten gaan bouwen.
Opvallend, zegt Elsinga, is dat D66 als enige het belang van individuele vrijheid nadrukkelijk vooropstelt. Iedereen moet kunnen kiezen hoe zij willen wonen, ook alleenstaanden. Daarnaastzet de partij in op doorstroom, bijvoorbeeld doorvijfduizend woningen op de begane grond te splitsen, waar ouderen hun intrek kunnen nemen.
PvdD
Wáár in Nederland woningen moeten worden gebouwd, is voor de Partij voor de Dieren glashelder: op de plek van veehouderijen. Om de transitie van stal naar woonruimte in goede banen te leiden, wil de PvdD een woonladder instellen. Dat houdt in dat er eerst wordt gekeken wat er mogelijk is met de huizenvoorraad die er is - valt de bebouwing te delen of te splitsen? Pas als dat allemaal niet mogelijk blijkt, wordt nieuwbouw geopperd. De PvdD werpt zich op als een partij voor huurders. Als het aan Ouwehand ligt, komt er een maximale huurprijs, worden de huren de komende vijf jaar bevroren en gaat de maximale inkomensgrens voor sociale huurwoningen omhoog, zodat meer mensen er recht op hebben. Om ruimte efficiënter te benutten, stimuleert de partij meergeneratiewoningen.Voor dakloze mensen worden voldoende slaapplekken geregeld.
Daarnaast wordt het makkelijker om met meer dan twee mensen een hypotheek af te sluiten. De hypotheekrenteaftrek wil de PvdD niet helemaal afschaffen, maar alleen voor bedragen boven het Nationale Hypotheek Garantie-bedrag (op dit moment 405.000 euro). Zo krijgen lage en middeninkomens met een koophuis dit belastingvoordeel wel.
SP
De SP brengt haar standpunten over het voetlicht in een compacte woonparagraaf. Ook de socialisten pleiten voor een ministerie dat de woningmarkt gaat reguleren en een plan optuigt voor de bouw van duurzame, betaalbare huizen. Verder moeten de huren omlaag, onder meer door middel van een maximale huurprijs. Huisjesmelkers en speculanten moeten worden aangepakt.
Net als de PvdD wil deSP de hypotheekrenteaftrek alleen afschaffen voor hoge hypotheken, om zogenaamde ‘villasubsidie voor de rijken’ weg te nemen. Ook de SP breekt een lans voor woningcorporaties. Sterker nog, de woningcorporaties moeten in de ogen van de SP weer verenigingen worden waar leden de baas zijn, in plaats van een stichting waar een directeur de scepter zwaait.
De komende weken toetsen wij de partijprogramma’s van de grootste acht partijen aan de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM). Deel 1 over asiel vind je hier, deel 2 over klimaat is hier te lezen. Houd onze website, Instagram of YouTube-community-pagina in de gaten.
Meer over de verkiezingen? Check npo3.nl/stemmen