Anne Fleur Dekker: activist buiten dienst
- Interview
- 29 maa 2018
- 13 minuten leestijd
Vorig jaar moest Anne Fleur Dekker noodgedwongen onderduiken door dreiging uit extreemrechtse hoek. Dit jaar zijn de dreigementen terug, al komen ze nu vanuit extreemlinks - háár links. Toch pleit de 23-jarige onvermoeibaar voor redelijkheid en dialoog. “Ik ga er alles aan doen om daar een bijdrage aan te leveren.”
“Ik ben dit jaar 75 procent van mijn vrienden kwijtgeraakt.”
De wereld van Anne Fleur Dekker onderging een betrekkelijk forse gedaanteverandering, sinds ze zich in februari beklaagde over sektarisme in linkse kringen en opriep tot een open vizier ten opzichte van alle kleuren van de politieke regenboog.
Een dag later opende de 23-jarige, die sinds kort als webredacteur werkt bij omroep BNN-VARA, nogmaals Twitter. Ditmaal voor een opsomming van unpopular thoughts: over witte mannen (“Meestal heel erg leuk”), onderdanigheid in bed (“Dat maakt me geen slechte feminist”), en vermeend antisemitisme in links activistische kringen (“Een probleem”).
Het werd haar niet in dank afgenomen, vertelt ze in een bruin café in haar woonplaats Hilversum. “Het was echt als het einde van een relatie, alleen maakte ik het uit met mijn sociale omgeving. Dat is kut, kan ik je vertellen.” Een paar dagen later zou ze naar een verjaardag van een vriend gaan. Zou, want Anne Fleur bleek niet langer welkom. “Niemand heeft me daarna nog gebeld of geappt – niemand. Het was cold turkey, zullen we maar zeggen.”
Ik blijf tegen alle vormen van onderdrukking en vóór een eerlijker economisch stelsel. Ik blijf links
We spreken haar ongeveer een jaar nadat ze aan tafel zat bij Jeroen Pauw. Op Twitter had ze - al in 2016 - gereageerd op iemand die als ‘ludieke actie’ voorstelde stenen te gooien naar een moskee. Of ze niet hetzelfde konden doen bij het huis van Geert Wilders? Geen oproep tot geweld, zegt ze zelf, maar een cynische reactie. Wilders zelf kreeg er lucht van, maakte het wereldkundig en binnen de korste keren zat de toenmalig medewerker van de Hilversumse GroenLinks-fractie ondergedoken. Plots stond ze voor hele volksstammen symbool voor radicaal en nodig te bestrijden links activisme. Voor andere volksstammen werd ze hét gezicht van links verzet in barre tijden.
Maar ook daar brak ze dus mee. Of, nu ja, brak. “Ik blijf overtuigd van mijn mening. Mijn standpunten zijn niet ingrijpend veranderd. Ik blijf tegen alle vormen van onderdrukking en vóór een eerlijker economisch stelsel. Ik noem mezelf nu activist buiten dienst, maar ik blijf links.”
Die politieke voorkeur kreeg ze niet van huis uit mee. Ze groeide op in Bussum, haar ouders hadden een eigen bedrijf - “en stemden dus VVD”. Zelf raakte Anne Fleur rond haar tiende verslingerd aan politiek. Tot milde ergernis van haar ouders wilde de basisscholier opblijven tijdens verkiezingsnacht, om de uitslag zo secuur mogelijk te kunnen volgen.
De definitieve afslag naar links volgde later pas, toen ze Al Gore’s documentaire over klimaatverandering An Inconvenient Truth zag. Daar, aan de hand van de voormalige Amerikaanse presidentskandidaat, ontwaakte de wereldverbeteraar definitief, vertelt Anne Fleur. “Als je eenmaal het eerste onrecht ziet, ga je de rest ook zien.” Niet veel later sluit ze zich aan bij DWARS, de jongerentak van GroenLinks. In de daaropvolgende jaren beklom ze steeds gretiger de barricades, en rolde ze langzaam het activistische milieu in.
In de winter van 2016 groeide de vroegere student aan de Gerrit Rietveld Academie uit tot bescheiden Twitterberoemdheid. De vluchtelingencrisis was op z’n hevigst; Anne Fleur trok met een paar gelijkgestemden naar het beruchte vluchtelingenkamp van Calais om vrijwilligerswerk te doen. Ze trof er duizenden migranten aan in een soort ontplofte sloppenwijk, die de weinig flatteuze bijnaam ‘de jungle’ kreeg. Op Twitter deed ze verslag van wat ze meemaakte; het aantal volgers nam met de dag toe.
Radicaliseren is niet per se verkeerd
Het is ook de periode waarin ze zich steeds meer begon af te sluiten voor meningen die afwijken van de hare. Lang wilde ze zichzelf geen linkse activist noemen, maar nu kon ze er niet meer onderuit. “Ik behoorde niet tot de extreemste groepen, maar kwam er soms verdomd dicht in de buurt. En daar wordt vanuit de linkse ideologie veel gelegitimeerd - te veel, weet ik nu.”
Of ze met de kennis van nu het gevoel heeft dat ze toen radicaliseerde?
Smalend: “Radicaliseren is niet per se verkeerd. Jullie denken meteen aan IS en bloederige aanslagen, maar je mag best ergens fel over zijn.”
Dat staat een beetje haaks op de redelijkheid en verbinding die ze nu bepleit, weerleggen we.
“Ja, maar ik ben nog steeds fel. Mijn mening is niet veranderd, mijn methodes wel.” Ze denkt even na, vervolgt dan: “Radicaliseren doe je in een groep. Je krijgt samen het gevoel: zie je nou wel, ze zijn tegen ons. Dat is menselijk: je past je aan je vrienden aan. En die zag ik continu; dat werkt vanzelf aanstekelijk.”
Bevlogenheid en maatschappelijke betrokkenheid zijn prijzenswaardige eigenschappen, maar waar trek je de grens, willen we weten. “Bij geweld en het goedpraten of verheerlijken daarvan. Dat ging afgelopen zomer mis. Dat was voor mij een keerpunt.”
Het voelde sektarisch aan. Sommige dingen mag je niet zeggen
Afgelopen zomer was Anne Fleur Dekker namelijk met collega-activisten in Hamburg om te demonstreren tijdens de G20. Ze schreef erover voor Joop.nl; en besprak het te verwachten geweld op sussende toon in de Volkskrant. “Ik heb geen brandende auto gezien,” zei ze toen. “Wél politieagenten die erop lossloegen en skinheads met ijzeren kruisen. Maar de meeste media hebben die incidenten enorm uitvergroot om ons te framen.”
Nu, een half jaar later, kijkt ze met gemengde gevoelens terug op dat interview. Ze heeft in Hamburg weliswaar geen brandende auto gezien, nam afstand van geweld, maar verlegde daarna wel direct de aandacht. Groepsdruk speelde haar daarbij parten. “Ik had eigenlijk willen schreeuwen dat ik me distantieer van dergelijk geweld. Maar er werd gezegd: ‘Als je zo duidelijk afstand neemt, houd je het hogere doel niet in acht.’”
Haar vrienden waren enkel betrokken bij vreedzame acties, zegt ze, en de focus op geweld zou de aandacht afleiden van waar het daadwerkelijk om ging. “Ze wilden dat ik het verhaal omdraaide naar dat de échte geweldplegers de mensen in die G20 waren. Terwijl het allebei verkeerd is.”
Anne Fleur gaf de Volkskrant de gesouffleerde antwoorden die van haar werden verwacht. Maar ondertussen werd een stemmetje in haar hoofd luider. Dat zei: ‘Je hebt vrienden die op rechtse partijen stemmen, je denkt meer in grijstinten dan je nu laat zien.’
Ze neemt een slok van haar biertje en blikt terug: “Het voelde sektarisch aan. Sommige dingen mag je niet zeggen, want je hoort bij de groep. Die zeg je dus ook niet.”
Tot afgelopen februari dus.
Even later volgde een aanklacht tegen wat volgens haar de heilige huisjes zijn in links-activistische kringen. Eén verwijt zette het meest kwaad bloed: dat antisemitisme oogluikend zou worden toegestaan. “Ik had een joodse vriendin aan de lijn - ze was in tranen. Op mijn Facebook las ik opmerkingen dat joden wél worden beschermd, in tegenstelling tot moslims. En dat ze dus op minder steun of sympathie hoeven te rekenen, want ze hebben zogenaamd de mainstream media achter zich.”
Ha, de media als speelbal van joden - textbook antisemitisme, dunkt ons.
“Ja, en dan krijg je opmerkingen als: ‘maar joden hebben wit privilege’. Ik dacht: hier gaat iets mis. We vechten toch tegen onrecht, onderdrukking en discriminatie? Laat ik deze vorm ervan eens aankaarten.” Op Facebook vielen oud-vrienden haar aan, zegt Anne Fleur. “Ik werd exposed: ze plaatsten ‘verkeerde’ tweets. Ik werd een voorbeeld van hoe het niet moet. De mensen van wie ik dacht dat ze mijn vrienden waren, van wie ik dacht dat ze aan mijn kant stonden… ze gebruikten mij om zichzelf te profileren. Dat was echt een reality check.”
Een veelgehoord verwijt in links-activistische kringen is dat je iedereen over één kam scheert.
“Dat is onzin. Activisme kent gradaties; er zijn zoveel verschillende groepen. Ik heb het echt over de meest linkse kant van het spectrum, en ook daar geldt het niet voor iedereen. Ik zeg ook niet dat die mensen fout zijn of fout bezig zijn, maar constateer dat die groep als geheel neigt naar sektarisme. Ik bedoel niet ‘heel links’, of ‘alle linkse activisten’ – ik bedoel niet iedereen die met de FNV bezig is of zo. Kom op.”
Je zou je de verloste wanen. Je verheven voelen boven de groep waarvan je eerst zo enthousiast deel uitmaakte.
“Ook dat is onzin. Ik voel me niet verheven. Integendeel, ik denk dat zíj zich beter voelen. Zij zijn wél de goede linkse mensen, voldoen wél keurig aan het plaatje. Ik probeer gewoon iets aan te kaarten en een broodnodig gesprek te starten. Het debat in Nederland is zo gericht op oneliners, op links contra rechts. Zo komen we nooit verder. Laat die bubbel achter je en ga in gesprek, betoogde ik. En dat mag dus niet.”
Nog een kritiekpunt van je oude vrienden: jij kan als witte vrouw makkelijk koffie drinken met - pak hem beet - Wierd Duk, maar dat geldt niet voor iedereen.
“Voor zover ik weet gaat Wierd Duk ook met anderen in gesprek hoor. Mits ze hem op een enigszins redelijke toon benaderen. Tegelijkertijd snap ik dat ik wit ben en dat racisme mij bijvoorbeeld niet persoonlijk treft. Dus ik zeg ook niet dat iedereen met iedereen aan de koffie moet, ik zeg alleen dat de mogelijkheid er zou moeten zijn. Natuurlijk is het voor mij als wit persoon makkelijker om met een PVV’er in gesprek te gaan dan het voor een moslim is. Ik ontken mijn privileges heus niet.”
Het zou mooi zijn als mensen zien dat het kán: buiten je eigen bubbel treden en met andersdenkenden in gesprek gaan
De ommezwaai van Anne Fleur Dekker heeft een prijs. Een jaar geleden zat ze ondergedoken vanwege bedreigingen uit extreemrechtse hoek, nu heeft ze politiebeveiliging bij haar huis. Deze keer door dreiging vanuit extreem-linkse hoek - háár hoek. “Het maakt niet bar veel uit of je links of rechts achter je aan hebt,” concludeert ze, ergens tussen monter en cynisch in. “Al voelt deze hetze persoonlijker.”
Waarom verlaat je de publieke arena dan niet?
“Omdat ik het publieke debat interessant vind en er deel aan wil nemen. Ik wil gewoon graag mijn mening geven. Misschien is dat narcistisch, dat zal allemaal wel. Het publieke debat bestaat toch uit een variëteit aan stemmen? Daar kan de mijne best bij. Luister, ik vind de maatschappij te belangrijk om me afzijdig te houden. Ik heb daarbij geen concreet doel, maar het zou mooi zijn als mensen zien dat het kán: buiten je eigen bubbel treden en met andersdenkende in gesprek gaan.”
“We hebben er de afgelopen jaren een aantal partijen bij gekregen die stug op de lijn van identiteitspolitiek zitten - BIJ1, DENK, Forum voor Democratie. Dat lost niets op. Ik begrijp het wel hoor, identiteitspolitiek. Ik denk als feminist ook wel eens: ‘jij bent een man, jij kan dat niet weten’. Maar dat slaat helemaal nergens op! Alsof anderen geen mening mogen hebben, of niet over empathie beschikken. Bovendien: als je iets wil veranderen, zul je toch medestanders moeten vinden. Als je bijvoorbeeld meer vrouwen aan de top wil, heb je toch die andere helft van de bevolking nodig. Door de combinatie van identiteitspolitiek en dat schreeuwerige, afgezonderde, zal de polarisatie alleen maar toenemen.”
Hoe lossen we dat op?
“Kap met one-liners. Kap met schreeuwen. Kap met roepen dat de ander zo slecht is. Kap met jezelf op de borst slaan. Kap met polariseren. Ga gewoon met elkaar praten: waar komen die keuzes vandaan? Vraag gewoon eens aan een PVV’er: waarom ben je eigenlijk tegen vluchtelingen? Dan volgt er meestal een antwoord als: ‘ze pakken onze huizen en banen af’. Luister nou eens naar waar het pijnpunt zit: de afgelopen twintig jaar is de verzorgingsstaat afgebrokkeld, er zijn te weinig betaalbare huurwoningen, er zijn te weinig banen. Dáár komt de populariteit van populisme vandaan. Díé problemen moeten we aanpakken. En ik ga er alles aan doen om daar een bijdrage aan te leveren.”
Anne Fleur gaat harder praten naarmate het gesprek vordert, iets sneller ook. Ze klinkt opvallend strijdbaar voor iemand die het leeuwendeel van haar contactenlijst nooit meer hoeft te bellen en voor de tweede keer in een jaar tijd doelwit is van serieuze bedreigingen.
“Natuurlijk zit ik wel eens in de put als ik ‘s avonds alleen thuis ben. Maar: ik krijg zoveel berichtjes en mailtjes van mensen die me steunen, die zeggen dat ze moed en vertrouwen putten uit wat ik heb gedaan en probeer te doen.”
Wacht even - DM’s op Twitter vullen het wak van de verloren vriendschappen toch niet?
“Hoe pijnlijk het ook was, ik heb het gevoel dat ik het goede heb gedaan. De vrienden die ik over heb, zijn mijn echte vrienden. De mensen die me elke avond bellen en de problemen en hoogtepunten van de dag bespreken, die zijn niet weggegaan. Ik hou genoeg vrienden over. Ik ben geen slachtoffer, maak je over mij geen zorgen.”
Het glas is halfvol, constateren we, knikkend naar haar eveneens halfvolle glas bier.
Eén van mijn beste vriendinnen zei: ‘Godverdomme Anne Fleur, voor het eerste herken ik jou in wat je zegt'
“Weet je wat het is? Ik had een poosje echt een hekel aan mijn eigen naam. Klinkt raar, maar Anne Fleur Dekker, dat was ik gewoon niet. Als ik een krant opensloeg en weer een mening over me las.. ik voelde echt weerzin. Je had de Anne Fleur Dekker in de krant – dat was een figuur waar iedereen wat van te vinden had. En dan had je nog ikzelf - gewoon, een mens van begin twintig. Die tweedeling is verdwenen. Min of meer vanaf het moment dat ik besloot op Twitter te slingeren wat ik nou écht vind.”
De dreigementen? Ze leggen het qua impact af tegen de positieve reacties. De verloren vriendschappen? Minder belangrijk dan zij die behouden bleven.
“Eén van mijn beste vriendinnen - ook links en activistisch, maar meer in de FNV-hoek - belde me de dag na de explosie op. Ze zei: ‘Godverdomme Anne Fleur, voor het eerste herken ik jou in wat je zegt. Eindelijk lees ik op je Twitter terug wat je al die tijd al tegen mij zegt.”
Ze neemt de laatste slok van haar biertje, kijkt even met gefronste wenkbrauwen naar het lege glas, en glimlacht dan.
“Ik ben eindelijk weer mezelf.”