Arthur (28) heeft borderline en een drugsverslaving. “Ik val buiten de boot van het zorgsysteem”
- Artikel
- 29 nov 2021
- 11 minuten leestijd
We volgden Arthur acht maanden in zijn zoektocht naar een stabiel en nuchter leven. Zijn vertrouwen in de gespecialiseerde ggz raakt hij langzaam kwijt, maar opgeven doet hij niet.
‘Het gaat helaas niet goed’, appt Arthur begin mei wanneer ik hem vraag of hij zijn draai kan vinden na het afronden van een intensief afkickprogramma. ‘Ik ben hevig teruggevallen in ghb-gebruik. Eerder deze week liep ik ‘s nachts in verwarde toestand over straat in alleen een jas, thermo-onderbroek en slippers. Ik dacht dat ik te laat was voor een behandeling die alleen in mijn denkbeeldige wereld bestond.’
Het zal helaas niet de enige terugval zijn van de Amsterdamse Arthur in de
acht maanden dat we contact onderhouden. In maart 2021 stuur ik hem een bericht
op Instagram nadat ik een video zie waarin hij uitgebreid verslag doet over een
verblijf in een ggz-kliniek. Ik ben onder de indruk van zijn openheid. We
spreken af dat ik hem een tijdje zal volgen om een beter beeld te krijgen van
het leven met complexe psychische problematiek en het reilen en zeilen van de
gespecialiseerde ggz.
Want die gespecialiseerde ggz, daar is nogal wat om te doen. Zo sloeg de
voorzitter van de branchevereniging voor de geestelijke gezondheidszorg eerder deze maand alarm omdat er zo’n 100
duizend Nederlanders aan het wachten zijn op een behandeling. In 2020 meldde de Algemene Rekenkamer dat de wachttijden het
langst zijn voor mensen met complexe problematiek, zoals een combinatie van
psychische stoornissen en verslaving.
De reden? Het is voor zorgaanbieders financieel aantrekkelijker om zich te richten op mensen met minder complexe problematiek. Ook is er juist in dit deel van de sector een groot personeelstekort.
Voor Arthur is het alweer ruim tien jaar geleden dat hij voor het eerst in aanraking kwam met de ggz. “Ik was achttien toen ik een keer xtc gebruikte tijdens het uitgaan en een psychose kreeg”, blikt hij terug. “Er werd me antipsychotica voorgeschreven en ik raakte depressief. Die depressieve klachten zijn sindsdien eigenlijk nooit verdwenen.”
Op het eerste behandeltraject voor zijn depressieve klachten
volgde extra onderzoek. “Al gauw kwamen er meer diagnoses: posttraumatische
stress, adhd, borderline… die laatste is wel het belangrijkste, daarvan heb ik
in mijn dagelijks leven het meest last.”
Borderline is een
moeilijk te behandelen persoonlijkheidsstoornis met als veelvoorkomende
symptomen stemmingswisselingen, verlatingsangst, automutilatie en dissociatie.
Ook gaat het vaak gepaard met een alcohol- of drugsverslaving. Het duurde een
aantal jaar voordat Arthur inzag dat ook hij afhankelijk was geworden van
drugsgebruik. “Ik deed een universitaire studie, ging veel uit en experimenteerde met van
alles: speed, cocaïne, ketamine, ghb, lsd, paddo’s... Ik blowde ook veel. Toen
ik aan mijn tweede master begon, merkte ik dat ik echt niet meer zonder kon.
Ook overdag snoof ik speed, anders kwam ik mijn studiedagen niet door. Dat
hield ik vol tot ik op een dag helemaal instortte.”
“Het voelt alsof ik mijn emoties en geestelijke toestand er zo mee kan beïnvloeden dat ze dragelijk blijven."
Alles proberen
Sindsdien staat Arthur’s leven in het teken van omgaan met zijn psychische klachten en het herstel van zijn verslavingen, of tenminste vele verwoede pogingen daartoe. “Ik overdrijf niet als ik zeg dat ik inmiddels ruim zeventig behandelaars heb gezien”, zegt hij in maart als hij net een paar dagen thuis is van een klinische traumabehandeling. Om aan die behandeling te kunnen beginnen, moest hij eerst ruim vier maanden wachten.
Nu is hij in afwachting van de start van de Minnesotabehandeling van verslavingsinstelling Jellinek, een intensieve groepsbehandeling van zes weken. Omdat zijn ketaminegebruik in de tussentijd is toegenomen, zal Arthur eerst een ‘detox’ moeten ondergaan.
“Steeds als het me lukt om met het ene middel te stoppen, stap ik over op iets anders”, vertelt hij over zijn gebruik. “Het voelt alsof ik mijn emoties en geestelijke toestand er zo mee kan beïnvloeden dat ze dragelijk blijven. Maar uiteindelijk is het natuurlijk een doekje voor het bloeden, op de langere termijn laten drugs me alleen maar slechter voelen.”
Er zijn vijf momenten in zijn leven geweest dat Arthur zich zo
slecht voelde dat hij een einde aan zijn leven probeerde te maken. “De gedachte
aan zelfmoord is er al zes jaar lang elke dag. Meestal voelt het als een soort
oorsuizen en kan ik het negeren. Maar op die momenten voelde het alsof de hoop
op verbetering totaal vervlogen was en namen die gedachten de overhand.”
Veel verwachtingen van de Minnesotabehandeling, waarbij je naar Amerikaans
model van Alcoholics Anonymous met lotgenoten twaalf therapeutische
stappen volgt, heeft hij niet. “Het is een van de weinige behandelingen die ik
nog niet heb gedaan, ik doe het vooral om aan mezelf en anderen te laten zien
dat ik echt alles probeer. Maar om eerlijk te zijn ben ik inmiddels behoorlijk
therapiemoe.”
Arthur vindt het ook spannend dat hij straks wekenlang
met elf andere mannen een groep vormt. “Ik ben queer en vind het moeilijk om
aansluiting te vinden bij groepen, zeker als ze uit heteromannen bestaan. Ik
weet niet of we raakvlakken gaan hebben.”
“Ik word behandeld als papieren realiteit, niet als persoon die naast zware problemen ook een eigen leven heeft."
Steken in de borst
De zes weken doorloopt hij met succes, maar nog voordat we een nieuwe afspraak kunnen plannen is hij teruggevallen in zijn gebruik. Dit keer is het ghb. ‘Bellen is praktisch gezien onmogelijk’, appt hij. ‘Ik slaap niet meer en eet erg slecht. Ik moet elke anderhalf uur gebruiken om niet extreem heftige ontwenning te ervaren.’ We spreken af dat hij eerst aan zijn gezondheid werkt voordat we verder praten. En, zo drukt hij me op het hart, als het nodig is schakelt hij een arts in.
De maanden die volgen, kennen ups en downs: het lukt Arthur om van
de ketamine af te blijven, en uiteindelijk stopt ook het dagelijks gebruik van
ghb. Maar goede, nuchtere weken worden afgewisseld door diepe dalen. In
augustus volgt een nieuwe zelfmoordpoging, in oktober lijkt de situatie weer
enigszins gestabiliseerd. Als ik hem begin november thuis bezoek, blijkt hij
weer onder invloed te zijn van ghb. “Een heel lage dosering”, bekent hij met
enige gêne. “Als ik plotseling stop dan krijg ik steken in mijn borst.”
Arthur vertelt dat hij sinds de Minnesotabehandeling geen psycholoog of
psychiater meer heeft gezien. “Ze wilden bij Jellinek dat ik verder ging met
een dagbehandeling. Normaal gesproken is dat op locatie in een kliniek, maar
door corona zou ik elke dag in mijn eentje achter een laptop moeten zitten. Ik
dacht: dat gaat niet werken.”
Er werd een afsluitend gesprek gepland met een psychiater van de verslavingsinstelling, die valt onder de ggz-koepelorganisatie Arkin. De psychiater had Arthur’s traject een aantal maanden gevolgd, maar op de dag van de afspraak was ze ziek. “Ik werd gebeld en er werd voorgesteld om het gesprek met een andere psychiater te hebben. Toen zei ik: maar die kent me toch niet? Toen werd gezegd: ‘oké, dan doen we het niet.’ Daar hield mijn hulp op.”
Meer nog dan de lange wachtlijsten, is het die houding
waar Arthur moeite mee heeft. “Ik word behandeld als papieren realiteit, niet
als persoon die naast zware problemen ook een eigen leven heeft met eigen
interesses. Ze weten bij Arkin al jaren dat ik meerdere diagnoses heb en
verschillende, langdurige behandeltrajecten moet doorlopen. Toch is er niet één
persoon met wie je een band opbouwt, iemand die je echt leert kennen en na
ieder traject even polst hoe het met je gaat.”
"Als je al geen beter mens wilt worden, waar leef je dan nog voor?"
Niet tussen vier muren
Dat hij steeds van behandelteam naar behandelteam hopt, komt volgens Arthur door de manier waarop de gespecialiseerde ggz in Nederland is ingericht. “Alle grote instellingen zijn onderverdeeld in kleinere centra met een bepaalde expertise, zoals persoonlijkheidsstoornissen, angststoornissen, ptss en eetstoornissen. Dat is heel fijn als je één stoornis hebt, maar zodra er overlap is moet je ze één voor één afgaan.” Kamp je net als Arthur met verslaving, dan maakt dat de situatie nog lastiger. “Om aan een nieuwe behandeling te mogen beginnen, moet je vaak eerst afgekickt zijn. Terwijl de problemen die worden behandeld de verslaving juist veroorzaken. Ik val een beetje buiten de boot van het zorgsysteem.”
Maar helemaal alleen staat Arthur er niet voor. Na zijn laatste behandeltraject
ging hij op zoek naar hulp buiten de reguliere ggz en vond hij een zorgcoach:
een persoonlijke begeleider wiens hulp door de gemeente wordt bekostigd vanuit
de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Sinds kort spreken ze twee keer
per week met elkaar af, gewoon bij hem thuis of in een café. “We praten over
hoe ik de dag doorkom, welke kleine dingen ik wil aanpakken en wat er juist wel
goed gaat. Het is fijn om even niet tussen de vier muren van een praktijkruimte
te zitten.”
Ook bij zijn goede vrienden
vindt hij de nodige steun en afleiding, al is hij in de loop der jaren ook wat
vrienden kwijtgeraakt. “Niet omdat ze me niet aardig vinden, maar omdat het ook
voor hen heel zwaar is als het zo lang niet goed met je gaat.”
Zijn voornaamste prioriteit ligt nu bij het creëren van een dagstructuur en -invulling. “Een paar dagen geleden kreeg ik een vacature voor een vrijwilligersfunctie als data-analist doorgestuurd, daar werd ik enthousiast van. Dan kan ik toch de kennis uit mijn studie toepassen en iets bijdragen aan een betere wereld.” En het afkicken? “Dat zie ik maar als een heel lang proces waar ik doorheen moet, met vallen en opstaan. Wat de uiteindelijke bestemming is, weet ik niet.” Zijn vertrouwen in de ggz heeft hij niet helemaal opgegeven. “Misschien start ik in de toekomst weer met een nieuwe behandeling, maar voor nu is het wel even goed zo.”
Voordat ik vertrek, vraag ik Arthur naar de letters op zijn
onderarm. ‘Wilskracht’ staat er getatoeëerd. “Een ex zei ooit tegen me: ‘jij
wilt gewoon niet beter worden’. Die uitspraak bleef hangen, dus ik besloot dit
erop te laten zetten. Het
is een persoonlijke reminder om altijd aan mezelf te blijven werken. Het
verwijst naar de wilskracht om een beter mens te worden, wat dat ook mag
betekenen. Als je dat al niet wilt, waar leef je dan nog voor?”
__________
Denk je aan zelfmoord of maak je je zorgen om iemand? Praten over zelfmoord helpt en kan anoniem via de chat op www.113.nl of telefonisch op 0800-0113.
__________
Desgevraagd stuurt Arkin ons de volgende reactie op
bovenstaand artikel:
We vinden het
jammer dat Arthur zijn behandeling bij Jellinek zo heeft ervaren. Elke
behandeling vraagt veel inzet van een cliënt en we wensen de cliënt uiteraard
toe dat de behandeling aanslaat en dat het de kwaliteit van leven vergroot.
Vanwege medisch beroepsgeheim kunnen wij niet inhoudelijk reageren op Arthur's
behandeling.
In algemene zin kunnen we zeggen dat Jellinek gespecialiseerd is in
verslavingszorg, maar ook deskundig is om andere psychiatrische aandoeningen te
behandelen. Cliënten met co-morbiditeit, dus cliënten die last hebben van
meerdere psychiatrische aandoeningen, kunnen daarom goed bij Jellinek terecht.
Zo hebben wij bijvoorbeeld binnen Jellinek naast een specialistische
behandeling voor verslaving ook behandelaanbod voor comorbide ptss, depressie,
adhd en borderline persoonlijkheidsstoornis. Het gaat daarbij om vrijwillige
zorg, het is dus aan de cliënt zelf of hij of zij deze behandeling
aangaat.
Verder hebben wij
helaas vanwege corona onze zorg moeten aanpassen: we konden vanwege de regels
niet alle cliënten meer tegelijk op locatie ontvangen. Waar dat verantwoord
was, zijn face-to-face behandelingen deels overgegaan in online behandelingen.