Ashley overleefde een schietpartij: 'Ik wil anderen laten zien: je kunt terugkomen van zoiets'
- Artikel
- 09 apr 2021
- 6 minuten leestijd
Ze verloor als 10-jarige haar pleegouders bij de schietpartij in winkelcentrum de Ridderhof in Alphen aan den Rijn in 2011. Nu is Ashley 20 en doet ze voor het eerst haar verhaal.
Door Annemieke Ruggenberg
Ashley Boezaard (20) zit aan tafel tussen de gouden platen in DJ School Alphen in Alphen aan den Rijn. Een toepasselijke plek voor de getalenteerde zangeres, die later hoopt om in het echt te ‘shinen’ tussen de bekende namen. Zingen over haar leed geeft verlichting, al haar hele leven.
Ashley is hier voor een eerste ontmoeting met mij, een journalist die ze nog niet kent, maar die haar al langere tijd berichten stuurt via Facebook. Of ze mee wil werken aan een documentaire over wat haar is overkomen op 9 april 2011. Ashley reageert lange tijd niet, stelt daarna wat vragen om vervolgens weer lange tijd niets te laten horen. Uiteindelijk belt haar goede vriend Amrish Raghosing, een jongen die net als Ashley veel heeft meegemaakt en ook kracht put uit muziek.
Wantrouwen voor journalisten
“Ashley wil wel praten, maar ze vindt het spannend. Ze heeft nooit eerder een interview gegeven over die bewuste dag. Ze vertrouwt journalisten niet snel en haar verhaal is natuurlijk heel persoonlijk,” vertelt hij. Er volgt een eerste ontmoeting, in het bijzijn van haar oom en Amrish, die eigenaar is van de dj-school. Hij heeft research gedaan. “Ik vond online en toen ik navraag deed niets slechts over jou,” zegt Amrish. “Je lijkt te vertrouwen. Je weet het natuurlijk nooit met journalisten. Maar we wilden je nu dus wel zien.”
Ashley oogt jong: ze heeft grote, lieve ogen en lange bruine haren tot aan haar middel. Ze draagt een geblokt overhemd en heeft versierde nagels met een diamantje erop. Haar jonge uitstraling verdwijnt wanneer ze begint te praten: rustig en heel volwassen. “Mijn pleegouders waren voor mij als mijn echte ouders,” begint ze. “Ik kwam bij ze wonen toen ik een baby was. Mijn echte moeder, die mij op heel jonge leeftijd kreeg, bezocht mij af en toe. Mijn pleegouders lieten altijd de deur voor haar open.” Ashley woonde in het pleeggezin met Dillon, die ze haar broertje noemt, ook al wonen ze op verschillende adressen en hebben ze geen bloedband. “Ik heb me veel zorgen om hem gemaakt en wil dat het goed met hem gaat,” vertelt ze.
Slingers en verhuisdozen
Die bewuste dag, op 9 april 2011, is haar broer Dillon thuis en gaat Ashley met haar beide ouders – Constanze en Michael Boezaard – boodschappen doen in de Ridderhof. Thuis hangen nog slingers, want Ashley werd twee dagen daarvoor 10 jaar. Ook staat het huis vol verhuisdozen. Het gezin wil naar een groter huis in Coevorden. Een nieuwe start. Tenminste, dat was het plan.
In het winkelcentrum maken haar ouders een praatje met een bekende. Ashley staat erbij, als ze plotseling doffe knallen hoort. “Wij dachten aan vuurwerk,” vertelt ze. Ineens zakken haar ouders in elkaar en heeft Ashley bloedspetters op haar kleren. Ze begint te huilen en te gillen. De eigenaresse van de wolwinkel naast de plek waar Ashley staat, trekt haar naar binnen en troost haar. “Ik heb daar zeker een uur gewacht, niet wetende wat er precies aan de hand was. Ik was zo jong en dacht: misschien is dit één of andere oefening. Een toneelspel.”
Crisisopvang en therapie
Die lentemiddag in 2011 schiet de 24-jarige Alphenaar Tristan van der V. in winkelcentrum De Ridderhof zes mensen dood en brengt vervolgens zichzelf om het leven. Er vallen zeventien gewonden. Twee van de overledenen: de pleegouders van Ashley.
Er volgt een onrustige tijd waarin Ashley van plek naar plek verhuist. “Omdat ik een pleegkind ben, konden de familieleden van mijn pleegouders niet meteen bij mij komen. Ze zochten me, maar mochten niet meteen naar mij en mijn broer toe. Ik belandde in tijdelijke crisisopvanggezinnen, bij een schoolvriendin en uiteindelijk bij mijn biologische moeder.” Een jaar lang gaat Ashley niet naar school. Ze is angstig en heeft moeite met het vertrouwen van mensen. “Gelukkig kreeg ik therapie, wat uiteindelijk goed hielp. Vooral EMDR. Daarmee zijn bepaalde, traumatische beelden uit mijn geheugen gewist en kon ik sommige dingen een plekje geven.”
Zingen om te overleven
Dat is ook de reden dat Ashley nu wel haar verhaal doet. “Ik wil andere jonge mensen laten zien: je kunt terugkomen van zoiets. Al is het dal nog zo diep, je kunt alsnog een fijn leven leiden.” Ashley pakte na dat moeilijke jaar haar leven op door weer naar school te gaan, maar ook door te zingen. “Zingen is mijn grote passie. Altijd al geweest. Altijd als ik verdriet voelde, begon ik te zingen.”
Op verzoek zingt ze het nummer Someone You Loved, opgedragen aan haar pleegouders. “Als ik het zing, zie ik de beelden weer voor me van wat er die dag gebeurde. Het zingen maakt het draaglijker.”
Ashley loopt stage in een kledingwinkel. Ze ontdekte haar liefde voor retail door haar ‘redder’ uit de Ridderhof. “Ik ging stagelopen bij Ella, de vrouw die mij haar winkel introk om me te beschermen. Recht tegenover de plek waar het gebeurde dus. Het klinkt misschien gek, maar bij haar voelde ik me enorm veilig. Zij is als een soort bonusmoeder voor mij.”
Terug naar de Ridderhof
Vandaag is Ashley terug in De Ridderhof voor het interview. Het liefste loopt ze meteen naar de wolwinkel van Ella, haar veilige plek. Onderweg daar naartoe, voelt ze ongemak. “Ik hou er niet van als mensen naar mij kijken. Als ze mij door dit interview meteen associëren met de schietpartij.” Haar open, ontspannen houding is weg. Het is duidelijk: Ashley wil door. Vragen over de precieze plek waar het gebeurde, beantwoordt ze het liefste kort. “De beelden zijn door de EMDR deels gewist en dat is goed zo.” De beelden die wel blijven zijn die van haar ouders thuis in Alphen op de bank, of spelend in de woonkamer. “Soms droom ik over ze. Dat we gewoon weer bij elkaar zijn.”
Nu, precies 10 jaar later, droomt Ashley van het afmaken van haar studie, maar ook van een carrière als zangeres, zodat ze met haar stem nog meer overleveraars kan bereiken. “Ik hoop jonge mensen te kunnen laten voelen dat ze sterker zijn dan ze denken.”