Burgemeester Schiedam: "Overal in Nederland verborgen criminaliteit op bedrijventerreinen"
- Interview
- 05 dec 2017
- 3 minuten leestijd
Burgemeester Cor Lamers van Schiedam leidt de strijd tegen criminelen in de Spaanse Polder, Nederlands grootste bedrijventerrein. Dit terrein groeide uit tot een crimineel broeinest doordat de overheid het lange tijd links liet liggen. “We zijn in actie gekomen: negentien ongewenste bedrijven zijn inmiddels verjaagd uit de Polder”.
‘De maffia regeert in de Spaanse Polder’, werd gezegd. Dat is nogal wat.
“We hadden inderdaad weinig zicht op wat hier gebeurde toen wij drie jaar geleden op dit industrieterrein begonnen. Maar dat is veranderd. Het is onze bedoeling om criminaliteit uit de Spaanse Polder te drukken.
Er is een stadsmarinier gekomen die samenwerkt met bonafide ondernemers en we houden allerlei controleacties met zowel politie, belastingdienst en inspectiediensten als de FIOD en gemeenten. Als er maar één aanleiding is om een sanctie toe te passen, dan doen we dat. De Belastingdienst heeft onlangs nog beslag gelegd op een serie auto’s ter waarde van 1,2 miljoen euro.
Afgelopen jaren hebben we ook minstens drie zaken opgelost waar auto’s werden omgekat met verborgen ruimtes om als transport voor verdovende middelen te worden gebruikt. Dat soort grote klappers maken we nu en tegelijkertijd werken we ook preventief. Tijdens een actie vorige week zijn verschillende ondernemers beboet voor het aannemen van zwart geld.”
Als je criminelen wegjaagt dan gaan ze toch gewoon naar een bedrijventerrein elders in het land?
“Dat proberen we te voorkomen. Wij hadden bijvoorbeeld een malafide ondernemer in het Rotterdamse deel van het terrein. Die kregen we weg. Hij dook weer op in het Schiedamse deel en ook daar hebben we hem verjaagd. Toen is hij naar Alphen aan de Rijn verhuisd. We hebben toen de gemeente geïnformeerd. Vanaf daar is hij naar Den Haag gegaan. Daar heeft de Belastingdienst samen met ons team uiteindelijk 1,2 miljoen euro gevorderd. We gooien het dus niet over de schutting bij onze collega’s of buren.”
Maar criminelen opjagen door het hele land, is dat wel haalbaar bij al die malafide ondernemers?
“Niet altijd. Sommige bedrijven verhuizen binnen een week. Dat betekent dat je bijna dagelijks moet bedenken 'wie zit er nu' en 'wat doen ze'. Toch worden we hier steeds beter in, omdat we beter weten waar we op moeten letten. Een showroom die tweedehands auto’s verkoopt maar waar het stof op de auto’s ligt, dat is raar. Een autoverkoper poetst zich normaal gesproken een deuk, dus dat is een indicatie dat het niet deugt.”
Moet de rest van Nederland naar de aanpak in de Spaanse Polder kijken?
Het zou wat arrogant zijn te zeggen dat Schiedam en Rotterdam een voorbeeld voor rest van het land zijn. Maar ons industrieterrein bewijst wel dat je moet opletten, dat er veel verborgen criminaliteit is. En dat is op bedrijventerreinen overal in het land. Veel mensen zijn zich niet bewust dat het er is. Zeker gedateerde terreinen lenen zich hiervoor. Je moet het dan ook echt revitaliseren. Niet renoveren, maar echt slopen en herontwikkelen. Met grote nieuwe bedrijven en bijvoorbeeld ook kleinere creatieve bedrijven moet je een ander profiel aan het terrein geven. Dat kost tien jaar en misschien nog wel langer.”