Wat een film als Crazy Rich Asians met mij doet
Onze Chinees-Nederlandse redacteur Pete Wu bleef vroeger expres zo ver mogelijk uit de buurt van alles wat met Chinees zijn te maken had. Helpt een romkom als Crazy Rich Asians, met een geheel Oost-Aziatische cast, ons van die taaie stereotypen af?
Een verlaten steeg in nachtelijk Amman, Jordanië. Ik loop alleen en word plots nageroepen door passerende kinderen: ‘Hey. Sushi! Kungfu!’
De Suikerrui bij de Schelde op een Antwerpse zomeravond. Een man stopt drie meter verderop, wijst naar me en begint aan een onhandige vertolking van het karakteristieke dansje uit de clip van Gangnam Style.
Iets langer geleden. Ik verlaat het treinstation van Tilburg te voet. Blijkbaar val ik op; een man begint het refrein van Een Chinees in mijn oor te schreeuwen. Voor wie dit dubieuze carnavalsliedje niet kent: het gaat over het beperkte zicht dat Chinezen aan hun spleetogen overhouden.
Een hippe kledingwinkel in Amsterdam. Ik ben gecast in een korte reclame. Bij aankomst vraagt de regisseur of ik even een nerdbrilletje wil opzetten en voor de scène wil typen op een rekenmachientje. Mijn witte tegenspeler wordt ondertussen aangekleed als ‘vlotte Nederlander 1’. Ik krijg een hemd aan dat weliswaar net is, maar ook een paar maten te groot.
Vanwege dit soort gebeurtenissen schaamde ik me vroeger weleens voor het feit dat ik een Chinese-Nederlander ben, maar ik wilde nooit het slachtoffer van deze omstandigheden worden, en deed daarom alsof alles wat met China te maken had me niets kon schelen, lachte misschien zelfs mee met grappen – terwijl ook het Chinees zijn altijd een deel van me was, zal zijn. Dus hoe moet het voelen als je eigenlijk om jezelf lacht?
Maar het kan erger: een jongere kennis van Chinese afkomst heeft haar hele leven al last van een afkeer tegen alles wat op haar lijkt: de bedienden in Chinese restaurants, die ene gast die liedjes zingt in Ik Hou van Holland, haar ouders, Aziatisch uitziende mensen op straat, en ga zo maar door. Zij was vastberaden niet zo te zijn als die Chinezen. Dus nam ze kleurlenzen, haalde ze om haar steile haar te verhullen de krultang uit de kast, en nam ze een zo wit mogelijk vriendje.
Een geïnternaliseerde afkeer jegens je eigen (niet-witte) etniciteit kan rekenen op constante beloning. Je bent daardoor niet langer “een van die stereotiepe Chinezen”, en wordt opgenomen in de groep. Toen ik op de basisschool zat, werd ik altijd naast de enige andere Chinees in de klas geplaatst; een sportieve jongen die niet hetzelfde Chinese dialect sprak en niet mijn drang deelde om alle zoogdieren in de wereld in een schriftje te noteren (Wikipedia bestond nog niet). We hadden, in andere woorden, weinig gemeen – en toch eindigden we altijd samen. De angst om buitengesloten te worden, de angst om op een hoop te worden gegooid met ‘mijn’ soort, werd al vroeg gevoed. Ik bleef dan ook het liefst uit de buurt bij stereotypen, uit angst ermee geassocieerd te worden en daarmee weer eens ‘anders’ te zijn.
Aziatisch-Nederlandse kinderen hier leren hoe de media hen zien: als een aseksuele, eendimensionale clown, een sushichef, een karatekid of een grappige sidekick
Maar hoe blijven die stereotype beelden bestaan? Deels leren we ze van de media: hoe hard we het ook proberen te ontkennen, die media laten nu eenmaal zien hoe we ons volgens de norm verhouden tot de wereld. Zij definiëren ‘normaal’ en daarmee ‘abnormaal’ voor ons.
In Nederlandse films en grote Hollywoodproducties krijgen mensen die er uitzien zoals ik – Oost-Aziatisch – vaak bijrollen die bol staan van de stereotypes – die een buitengewoon beperkt beeld scheppen van hele volksstammen. Deze films dragen stevig bij aan het versterken van hoe Aziatische minderheden leven in de hoofden van het publiek.
Zo had ik een aantal jaar een discussie met een jonge Aziatisch-Nederlandse acteur die het oké vond dat hij een stereotiepe Aziatische allegaar-bijrol inclusief accent speelde op tv. Omdat het 1) komedie was, en dus om te lachen, en 2) hij dacht dat mensen, wanneer ze hem ontmoetten, alsnog niet op een stereotiepe manier over hem zouden denken. Alleen: media bestaan niet in een vacuüm waar we even in- en uitstappen voor een avond (eventueel om te lachen), maar in een maatschappelijke context. Door verhalen te vertellen leren we elkaar hoe de wereld werkt. De acteur had er zelf (blijkbaar) geen last van, maar mensen zien in hem vooral een bevestiging van hun stereotiepe beeld van Aziaten. En Aziatische kinderen zien hoe de media hen zien: niet als de held, de romantische hoofdrol, maar als een aseksuele, eendimensionale clown. En als het overgrote deel van jouw helden op het scherm knappe, witte, atletische heteromannen zijn, wat zegt dat dan over jou als niet-witte en niet-hetero mens?
Daarom: hoe meer verschillende Aziatische en Chinese personages met diepgaande verhaallijnen er aan ons worden voorgeschoteld door mainstream media (populaire films, televisieseries, YouTube-video’s, boeken, etc.), en hoe vaker de grote massa consumenten een diverser palet aan Aziaten ziet, hoe minder vaak ze het vreemd vinden dat mensen zoals ik niet alleen Chinees spreken, en iets meer kunnen dan sushi maken (ik kan dat overigens niet, sushi maken, maar ik kan het wel heel goed in mijn mond stoppen).
In 2016 vervulden Aziatische acteurs drie procent van alle filmrollen in Hollywood, in 2017 was dat 5,7. Onder een eerder stuk van mij over dit onderwerp reageerde iemand ooit: mooi, dat klopt toch perfect met het percentage Aziaten in de Verenigde Staten, die 5,7 procent? Ik heb niet opgezocht of dat waar is. Het gaat namelijk juist niet om absolute aantallen. Het gaat om het type rol dat ze vertolken, en het beeld dat daardoor wordt gecreëerd. Geef mij in plaats van honderd stereotiepe bijrollen voor Aziaten, tien zeer verschillende grote hoofdrollen voor Aziatische acteurs en actrices in mainstream films. Wanneer je tot de grote groep behoort (in dit geval de witte acteurs, die van alle filmrollen in Hollywood 78 procent vervulden in 2016 en zeventig procent in 2017), dan sta je er mogelijk minder snel bij stil bij de vraag of die rollen onderling van elkaar verschillen, en of ze verder gaan dan het stereotype.
“Maar in Chinese films en televisieseries zitten toch ook amper witte karakters?”, merkte een andere reagluurder op. Dat klopt, maar Chinese producties bereiken minder vaak een internationaal publiek en hebben daarom een minder grote impact op de beeldvorming van Aziaten, bijvoorbeeld hier in Nederland. Andersom worden Hollywoodproducties door een wereldpubliek in de bioscoop en op televisie (of op illegale manier) gezien, en grote Nederlandse films door een groter lokaal publiek.
“Maar Aziatische acteurs als Sandra Oh (de actrice die Cristina Yang speelt in doktersserie Grey’s Anatomy) of John Cho (de Koreaans-Amerikaanse acteur uit Harold & Kumar) lijken toch helemaal niet op jou?”, vroeg een vriend zich af. Ten eerste: mensen vinden me wel op John Cho lijken. En los daarvan: of een Aziatisch karakter nou wel of niet op mij lijkt, anderen associëren me toch wel met ze. Denk aan eerdergenoemd Psy-dansje. Als driedimensionale en coole karakters die expliciet cultureel op mij lijken (westers én Chinees) mij minder laten schamen voor mijn opvoeding en mijn uiterlijk, en mij laten geloven dat ook ik een aantrekkelijke held kan zijn – wat is dan precies het probleem?
Ik denk niet dat iedereen zich bewust is van de gevoeligheden van een ander, dat stereotypen van ver en diep komen. Tegelijkertijd geloof ik sterk dat de wereld stukje bij beetje woker wordt, en daarmee een steeds fijnere en eerlijkere plek om te wonen (al duurt het lang).
Daarom is een film als Crazy Rich Asians belangrijk. Want ja, het is de eerste Hollywoodfilm in 25 jaar (!) die met een geheel Oost-Aziatische cast een verhaal in de huidige moderne maatschappij vertelt – zonder daarbij te uitleggerig te doen over typisch Oost-Aziatische elementen (zoals (spoiler) de climax-scène waarin mahjong wordt gespeeld), maar toch de juiste tonen over identiteit en kiezen voor jezelf of juist je familie aanslaat.
Crazy Rich Asians vertelt namelijk het verhaal van Rachel Chu, een Chinees-Amerikaanse economieprofessor, een verwesterd ‘immigrantenkind’ – net als ik. Ze wordt na een aantal jaar daten meegenomen door haar vriend Nicolas Young naar de bruiloft van zijn beste vriend in Singapore. Daar blijkt hij stinkend rijk te zijn. Rachel worstelt met de verwachtingen van de Aziatische familie van haar vriend, en met Aziatisch genoeg te zijn, terwijl ze thuis altijd probeert westers genoeg te zijn – net als ik.
In Crazy Rich Asians krijgen meer dan zeventig Aziatische karakters een rol met dialoog. Maar of het een goede film is? Mwoah, valt mee. De personages zijn nog niet perfect (wat voor andere karaktereigenschappen dan ‘ik hou van Rachel en daarom ALLES’ heeft Nicolas? Waarom houdt hij van Rachel, eigenlijk? We komen er niet achter). Ook gaat niet iedereen deze film zien, simpelweg omdat het een romantische komedie is, en daarbij niet bijster origineel. Niemand zal Crazy Rich Asians een genreklassieker à la Love, Actually en Bridget Jones’ Diary noemen.
Crazy Rich Asians kan een gateway drug worden om meer Aziatische personages als ‘normaal’ neer te zetten
Maar: Crazy Rich Asians kan een gateway drug worden om meer Aziatische personages als ‘normaal’ neer te zetten. Dat een grote Hollywoodstudio groen licht gaf voor de verfilming van Crazy Rich Asians was al een grote stap. Maar mocht het een groot financieel succes worden (het ziet ernaar uit van wel), dan is de drempel voor andere filmstudio’s weer lager om te gokken op verhalen waarin ook Aziatische personages meer te doen krijgen dan een vechtsportbeweging of het snijden van zalm voor op de maki.
Of Crazy Rich Asians hét medicijn is voor dit probleem? Nee. Het gaat al redelijk de goede kant op qua mediarepresentatie: eerdergenoemde John Cho is eindelijk de leading man in de thriller Searching, de eerste mainstream thriller met een Aziatisch-Amerikaanse acteur in de hoofdrol ooit. En in populaire Amerikaanse televisieseries als The Unbreakable Kimmy Schmidt, Riverdale, The Walking Dead, Fresh Off the Boat en Crazy Ex-Girlfriend verschijnen steeds meer niet-stereotiepe Aziatisch-Amerikaanse karakters. Crazy Rich Asians adverteren als de eerste volledig Oost-Aziatische Hollywoodfilm in 25 jaar kan natuurlijk nooit kwaad.
Maar we moeten door, tot het niet meer ‘politiek correct’ genoemd wordt om een diversere cast te laten spelen in een film, tot we leren dat we niet per se wit/hetero hoeven te zijn om onszelf te zijn, en tot de moves uit Gangnam Style even vaak voor me wordt gedanst als de Macarena. Hoe langzaam dat proces ook gaat.