“Op mijn kamer hangt een grote Nederlandse vlag”. Jorn (24) wordt opgeleid tot officier bij Defensie
- Artikel
- 16 aug 2022
- 6 minuten leestijd
“Je weet waar je aan begint als je bij Defensie gaat werken. Daar kan een uitzending naar een conflictgebied ook bij horen.” Mocht Nederland verzeild raken in een oorlog, dan is Jorn (24) er klaar voor.
Uit recent onderzoek blijkt dat wereldwijd 45 procent van de volwassenen de wapens zou oppakken als zijn of haar land in oorlog is. Onder Nederlanders is dat aanzienlijk minder: 16 procent zegt te willen vechten voor zijn land. Tot die minderheid behoort de 24-jarige Jorn uit Breda. Het afgelopen studiejaar werd hij opgeleid tot officier Zeedienst van de Koninklijke Marine.
Hoe is het om opgeleid te worden tot officier binnen de Nederlandse
krijgsmacht als er aan de andere kant van Europa een grote oorlog woedt? Jorn
vertelt over een bewogen jaar en zijn motivatie om onder de Nederlandse vlag
ten strijde te trekken, mocht het er ooit van komen.
Hoi Jorn, wanneer dacht je: ik word militair?
“Ik volgde een bachelor maritieme techniek aan de Technische Universiteit
Delft en op een dag bezocht ik met mijn klas een scheepswerf, waar iemand
enthousiast vertelde over het beroep waar ik voor werd opgeleid. De man zei dat
hij vooral achter een bureau werkt om tekeningen en berekeningen te maken en
pas na twee jaar het fysieke resultaat van zijn werk ziet. Ik dacht: dat is
niets voor mij. Diezelfde dag heb ik me uitgeschreven bij mijn studie en
ingeschreven bij Defensie.”
“Sinds ik me kan herinneren ben ik geïnteresseerd in militaire geschiedenis, ik
maakte er zelfs mijn profielwerkstuk over op de middelbare school. Toch zag
mijn directe omgeving de switch niet helemaal aankomen, want ik stond er niet
om bekend dat ik goed kan omgaan met autoriteit. Wat me aantrok aan de Marine
is dat je enerzijds kunt werken met de meest geavanceerde technologie en
tegelijkertijd een heel sociaal beroep hebt. Op de locaties in Den Helder en
Breda doen we alles samen: studeren, oefeningen, eten, sporten, sociale
activiteiten van het korps, noem maar op. Hier ben ik deel van een groter
geheel, en werk ik voor een groter doel.”
Hoe heb je de Russische invasie van Oekraïne beleefd?
“Rusland begon de eerste aanval om drie uur ‘s nachts, die ochtend had
ik om tien uur een tentamen over internationale veiligheid en het gedrag van
staten. De eerste opdracht was: verklaar het gedrag van Rusland met betrekking
tot Oekraïne. Het was best onwerkelijk hoe de theorie in praktijk werd
gebracht, terwijl ik daar zat te schrijven.”
“Daarna was ik vooral benieuwd hoe de wereld op de invasie zou reageren. Ik
volgde het nieuws op de voet, waarschijnlijk net als veel Nederlanders, maar ik
let daarbij meer op de technische en theoretische details.”
"Het zal vast confronterend voor ze zijn om in het nieuws jonge gasten te zien vechten aan de frontlinie."
Dacht je niet: nu wordt de kans dat ik zelf word uitgezonden ineens een stuk
groter?
“Dat is niet het eerste waar ik aan dacht, nee. Je weet waar je aan begint
als je bij Defensie gaat werken. Daar kan een uitzending naar een
conflictgebied ook bij horen. Het is ook niet zo dat ik met mijn kameraden hier
bespreek of wij binnenkort zelf met een schip in de Zwarte Zee liggen. Als het
moet, dan gaan we. Verder kijken we er toch vooral technisch naar.”
“Ik weet wel dat mijn ouders er vragen over krijgen van vrienden en kennissen, zo van: hoe is het voor jullie dat Jorn nu bij de krijgsmacht werkt? Maar mijn ouders zijn alleen maar steunend. Het zal vast confronterend voor ze zijn om in het nieuws jonge gasten te zien vechten aan de frontlinie, wetende dat ik dat op een dag ook kan zijn. Maar hun zorgen uiten ze niet naar mij, ze zien dat ik gelukkig word van dit werk.”
In hoeverre word je in je werk gemotiveerd door patriottisme, het willen
strijden voor je vaderland?
“Ik heb hier in mijn kamer in de kazerne een Nederlandse vlag van 3 bij
2 meter aan de muur hangen, dus ik denk dat ik redelijk vaderlandslievend ben.
Ik ben trots op wat we als klein landje in deze wereld bereiken, maar het is
niet de hoofdzakelijke reden om bij de baas te werken. Bijdragen aan de
veiligheid van Nederland en haar bevolking, daar is het mij om te doen.”
Hier moet je me even bij helpen, wat is de baas?
“Zo noemen we Defensie, onze werkgever.”
Ahá. En wat nou als de baas je op een missie stuurt waar je persoonlijk niet
achterstaat? Er zijn veel Amerikaanse militairen die achteraf bezien spijt
hebben van hun missies in Irak en Afghanistan…
“Als ik kijk naar de missies waar de Nederlandse Marine de laatste jaren
aan heeft meegewerkt, dan zijn dat vooral missies tegen drugshandel in de
Caraïben, mensenhandel in de Middellandse Zee en piraterij rond de kust van
Afrika. Dat zijn allemaal missies waarin ik me kan vinden.”
“En stel je krijgt tijdens een uitzending een bevel dat je wettelijk onjuist
acht, zoals een opdracht waarbij onnodig burgerslachtoffers vallen, dan ben je
volgens het tuchtrecht verplicht om die opdracht te weigeren. Daarom krijgen we
als officier ook veel les over ethiek, daarbij leren we hoe je in
crisissituaties zo snel mogelijk de juiste keuze kan maken, ook moreel gezien.”
Heb je daar een voorbeeld van?
“Tijdens een leiderschapstraining werd een situatie gesimuleerd met acteurs:
aan de poort van een Nederlands kamp in een buitenlands conflictgebied stonden
mensen die boos waren door onze aanwezigheid én een jonge moeder die om hulp
vroeg. We moesten continu switchen en zo leerden we hoe je het beste om kunt
gaan met mensen in extreme scenario’s. Het klinkt misschien speels, maar het
voelde heel realistisch. Al kom je natuurlijk het liefst nooit in zo’n situatie
terecht.”