“Ik vind het een eer om onze vrijheden te beschermen”. Shar (33) is kersverse officier bij Defensie
- Artikel
- 08 aug 2022
- 4 minuten leestijd
“Je gaat het bos in, leert militaire skills en krijgt leiderschapstraining. Mocht het zover komen, dan moet ik me ook in mijn functie tegen geweld kunnen verdedigen.”
Uit recent onderzoek blijkt dat wereldwijd 45 procent van de volwassenen de wapens zou oppakken als zijn of haar land in oorlog is. Onder Nederlanders is dat aanzienlijk minder: 16 procent zegt te willen vechten voor zijn land. Tot die minderheid behoort de 33-jarige Shar. Het afgelopen studiejaar werd zij opgeleid tot ruimtevaartofficier binnen de Koninklijke Luchtmacht.
Hoe is het om opgeleid te worden tot officier bij de Nederlandse krijgsmacht als er aan de andere kant van Europa een grote oorlog woedt? Shar vertelt over een bewogen jaar en haar motivatie om onder de Nederlandse vlag ten strijde te trekken, mocht het ooit nodig zijn.
Hoi Shar, waarom koos je ooit voor een carrière binnen Defensie?
“Ik heb eerst lucht- en ruimtevaarttechniek aan TU Delft gestudeerd en een
tijd bij de ESA (European Space Agency, red.) gewerkt. Maar Defensie heeft me
altijd getrokken, als kind wilde ik al militair worden. Je mag een unieke taak
vervullen: het beschermen van wat voor ons dierbaar is, je mag doorgaan waar
anderen stoppen. Er zijn taken die een militair heeft maar die je niet aan een
gewone burger kunt vragen.”
Zoals het gelegitimeerd gebruik van wapens en geweld?
“Geweld is lang niet het enige aspect, er zijn allerlei rollen die je als
militair vervult. Het heet niet voor niets Defensie, geen Offensie. Het doel dat
we als militairen met elkaar delen is het beschermen van ons land. Dat gebeurt
op allerlei manieren, ook door kennis te vergaren en technologieën te
ontwikkelen. In mijn functie draag ik bij aan de ontwikkeling van satellieten,
die brengen we vervolgens in de ruimte en opereren we vanaf de grond. Met de
observaties van de satellieten ondersteunen we de gehele Nederlandse
krijgsmacht, dus ook de landmacht en de marine.”
Switchen van ruimtevaarttechnicus naar luchtmachtofficier, dat klinkt als
een grote stap. Moest je erg wennen aan de militaire omgeving?
“Het was inderdaad een grote verandering, ik stapte er helemaal blanco in.
Maar het went snel. De eerste weken van de opleiding worden de ‘groene weken’
genoemd, dan ben je best wel afgesloten van de buitenwereld. Je gaat het bos
in, leert militaire skills en krijgt ook leiderschapstraining. Mocht het zover
komen, dan moet ik me ook in mijn functie tegen geweld kunnen verdedigen.”
Wat merk je van machogedrag bij Defensie? In hoeverre is er sprake van een
hypermasculiene cultuur?
“Ik vind dat allemaal wel meevallen. Over Defensie hoor je inderdaad vaker
dat er vast veel haantjes met machogedrag rondlopen, maar dat heb ik zelf niet
ervaren. In mijn opleidingsgroep zaten trouwens meer vrouwen dan mannen, al is
dat wel een uitzondering.”
Je sprak net over het willen beschermen van ons land. In hoeverre speelt
vaderlandsliefde bij jou een rol om dit werk te doen?
“Dat vind ik een moeilijke vraag. Het land waar je opgroeit en waar je
familie en dierbaren wonen, daar voel je wat bij, toch? Natuurlijk motiveert me
dat. We zijn ook nog eens een vrij en democratisch land, dat voelt misschien
als een gegeven maar dat is het zeker niet. Ik besef goed dat onze vrijheden
geen vanzelfsprekendheid zijn, en ik vind het een eer om die te beschermen.”
Heb je het idee dat er sinds de Russische invasie van Oekraïne anders naar
Defensie wordt gekeken?
“Of er echt anders naar gekeken wordt weet ik niet, maar ik merk wel dat
meer mensen over Defensie praten. Het lijkt alsof sinds de invasie het
bewustzijn is ingedaald dat Defensie altijd paraat staat, ook in tijden van
vrede. Of je nou over ons leest in de krant of niet, we zijn er altijd. En dat
is maar goed ook.”
Nou zijn er ook mensen die zeggen: als ieder land ter
wereld stopt met het investeren in wapens en militair personeel, dan zou er ook
geen grootschalig conflict meer kunnen ontstaan. Hebben zij een punt?
“Tegen die mensen zou ik
zeggen: succes. Dan ga je uit van een ideale wereld waarin iedereen zich houdt
aan dezelfde normen en waarden en waarin alle mensen het met elkaar eens zijn.
Er zal altijd een krijgsmacht nodig zijn die de internationale rechtsorde
bewaakt en bevordert. Ik kan me geen scenario bedenken waarin Defensie niet
nodig is.”
Beeld: David Meulenbeld