Door een Amerikaans-Koreaans zelfhulpboek pak ik het deze Kerst anders aan
- Artikel
- 25 dec 2019
- 6 minuten leestijd
Kerstdiners met familie of vrienden: iedereen komt liefdevol samen, maar vaak zat zijn er onderhuidse spanningen die niet besproken zijn, waardoor je met een verkrampte glimlach aan tafel zit. Een recent Amerikaans-Koreaans zelfhulpboek biedt mogelijk uitkomst.
Als je zoals ik bent, ontkerkelijkt, ongelovig, mild ontheemd van de moderne gang van zaken, weet je amper hoe je Kerst moet vieren. Als kind was het simpel. Beetje gamen, beetje lezen, gevoed worden, fijn, pure geborgenheid. Maar dan word je ouder, gaan er wat mensen dood en ben je zelf ineens medeverantwoordelijk voor wat er met de Kerst gebeurt.
En dan? Ja, ‘samenzijn’, wat eten, dat hoort zo. En verder? Naar de kerk? Meer dan de helft van de Nederlanders is niet-religieus, en als je enkel met Kerstmis gaat, hebben al die rituelen niet zoveel met jouw ervaring te maken. Eén zwaluw maakt nog geen zomer, één kerkbezoek per jaar structureert de Kerst niet. In Nederland hebben velen van ons in plaats van de gelovige rituelen ‘gezelligheid’ gekregen. Maar dat is een stoplap voor emoties, een manier om niet echt te hoeven praten. Een avond kan gezellig zijn geweest, zonder dat het echt leuk was.
Nou ja, ik wil natuurlijk niet voor iedereen spreken, maar mijn ervaring is deze: ik verkramp vaak tijdens het kerstdiner. Mijn familie kookt een groot diner, er zijn enkele neven en nichten, een tante, mijn zus, aanhang. We zitten rond de tafel. We eten. En dan zijn er kinderen die aandacht behoeven, leeftijdsverschillen om rekening mee te houden, gesprekken die moeilijk op gang komen of in gang te houden zijn omdat iedereen zulke andere levens leidt, politieke voorkeuren heeft, andere series kijkt. Je denkt na over je falen, je levenskeuzes, de doden. Iemand vertelt een intens droevige anekdote over een alcoholistisch familielid terwijl ‘IT’S THE MOST, WONDERFUL TIME, OF THE YEAAAAAR’ uit de speaker klinkt.
Een bepaalde harmonie die je soms met vrienden of andersoortige feesten kunt beleven ontbreekt op zo’n moment en ik kan daar bijna fysiek onder lijden.* Waar ik altijd op hoop, en wat ik eigenlijk altijd probeer te bereiken, is dat iedereen in de gulle lach kan delen, de lach die je met vrienden deelt als je een kater hebt of gewoon domweg gelukkig bent. Het feit dat ik dat doe, juist die emotie zoek, is denk ik onderdeel van het probleem.
Emotionele intelligentie
Tot dat inzicht kwam ik door een zelfhulpboek dat ik recentelijk las: The Power of Nunchi - The Korean Secret to Happiness and Success. In dat boek, dat duidelijk inspringt op de media-voorkeur om het te hebben over termen als ‘hygge’ en ‘niksen’ (kill me), beschrijft de Amerikaans-Koreaanse journalist Euny Hong wat ‘nunchi’ is. Nunchi is de Koreaanse uitdrukking voor sociale, emotionele intelligentie, voor de kunst van een gezelschap ‘lezen’. De Zuid-Koreaanse cultuur is traditioneel gezien erg hiërarchisch, en kent een boel ongeschreven, en vooral onuitgesproken sociale regels.
‘Nunchi’ helpt je de valkuilen die zo’n maatschappij met zich meebrengt te omzeilen. De letterlijke vertaling van nunchi komt min of meer neer op ‘meten met het oog’, of, in iets correcter Nederlands ‘in een oogopslag zien’.
In Korea krijgen kinderen kennelijk van hun ouders mee dat ze vooral ‘snelle nunchi’ moeten hebben. Ze moeten in de eerste plaats aan anderen denken, door goed om zich heen kijken in sociale bijeenkomsten en zorgen dat ze correct reageren op wat hun omgeving van ze verlangt. Op die manier hoeven ze een mogelijke faux-pas’ hopelijk niet eens recht te zetten, meestal begaan ze zo’n misstap in de eerste plaats niet eens. Daarom moet je nunchi snel zijn, en niet goed, want als je te laat doorhebt wat er aan de hand was heb je er niks meer aan.
Read the room
Om snelle nunchi te hebben moet je volgens Hong de ‘boonwigi’ in de ruimte zien te peilen, de sociale temperatuur, de flux, de vibe. Sociale interacties vinden volgens Hong plaats op het niveau van de kamer, niet op dat van het individu. Als je met je zus keihard aan het lachen bent en elders iemand huilt omdat er net iemand is gestorven is dat verrotte nunchi.
Het is met betrekking tot de nunchi zaak je rol in de ruimte te vinden, de emotionele staat van iedereen te onderzoeken en te matchen, zodat je daarna rustig kunt inspelen op wat anderen doen en zeggen.
Hong geeft ook een aantal tips om ‘snelle nunchi’ te krijgen, waarvan de belangrijkste en zinnigste me de eerste lijkt. Ze schrijft: maak je geest leeg voor je in een gezelschap terecht komt, zet je ego aan de kant, zodat je zonder vooroordelen een gezelschap kunt aanschouwen. Ook breng je op die manier niet je eigen sores mee, waardoor je de sfeer verpest en niet meer goed kunt aanvoelen wat er om je heen gebeurt.
Een tweede tip is dat je door je aanwezigheid ook de sfeer beïnvloedt. Als jij je stress meeneemt, heeft dat effect op de rest van het gezelschap. Een derde tip: zwijgen is helemaal niet zo erg.
Nunchi-kerst?
Terwijl ik al die voorbeelden en tips las kwam ik tot het inzicht dat ik het al jaren verkeerd doe met Kerst. Er zit iets paradoxaals in. Ik was de hele tijd op zoek naar de lach en verbinding, zonder te kijken naar wat de ruimte, de setting, de aanwezigen nodig hadden. Ik zat er krampachtig bij omdat ik een ideaalbeeld had van hoe het samenzijn hoorde te verlopen. Ik had die lach nodig, de rest misschien niet. Ik was niet bezig met wat er was, maar hoe het volgens mij hoorde te zijn.
Wat denk ik het belangrijkste is: iedereen is bij elkaar gekomen omwille van traditie, de liefde, familiebanden, elkaar. Zo’n samenstelling leidt denk ik zelden tot het soort bruisende gelag dat je met vrienden opzoekt. Maar in plaats van me daardoor te laten deprimeren, stel ik me een nieuw doel: ik kijk wie in het gezelschap ik het meest zou kunnen opvrolijken, wie er het meest gebaat bij zou zijn zich gehoord en gezien te voelen. Ik heb eigenlijk geen idee of dat überhaupt nog onder ‘nunchi’ valt, maar wat zou het. Inspiratie krijg je niet, zeg ik weleens als het me zo uitkomt, die neem je. Dus dit ik ga ik proberen te doen: aanwezig zijn. De rest is, zoals men dat zegt, genade.
* Ik heb deze zin afgekocht door donateur te worden van De Regenboog Groep, die onder meer daklozen in Amsterdam ondersteunt. Ook het Leger des Heils biedt plekken aan waar mensen Kerst kunnen vieren.