Een gesprek over cultural appropriation met een band die ervan beschuldigd werd
- Artikel
- 09 jan 2020
- 8 minuten leestijd
De band Caïro Liberation Front (CLF) kreeg kritiek omdat ze Egyptische muziek maken. De band bestaat uit twee Brabantse jongens en een Arabische frontvrouw. Ze zouden zich schuldig gemaakt hebben aan culturele toe-eigening. Een terecht verwijt?
Ik weet nog goed hoe ik in 1995, ik was dertien, fan was van wereldhit ‘I Got 5 On It’ van rapduo Luniz. Binnen de kortste keren liet ik de bretels van mijn tuinpak naar beneden hangen zodat de rand van mijn witte boxershort zichtbaar was, net als in de clip. Onder de baggy broek droeg ik Jordans, mijn lippen lijnde ik uit met bruine lipliner en ik droeg grote hoops in mijn oren. Ik zong ook mee met het n-woord. Hoewel ik al 12 jaar in de popmuziek werk, begrijp en leer ik nu pas dat ik op mijn 13de aan culturele toe-eigening deed. De popmuziekindustrie is enerzijds vooruitstrevend en open, en anderzijds stug en gedomineerd door mannen. Langzaamaan wakkert ook hier de discussie aan over gelijkheid, inclusiviteit en culturele toe-eigening.
Nuance
Dit voorjaar stuurde een bevriende gitarist mij een artikel uit De Groene Amsterdammer door: een essay van de Nederlands-Turkse schrijfster Münise Yavuz. In ‘Als Een Zomerjas’, zet ze uiteen waarom zij zich tijdens een concert van zijn band Altin Gün op festival Into The Great Wide Open niet op haar gemak voelde. De Nederlandse band - met twee leden van Turkse komaf - speelde covers van Turkse artiesten. Een paar maanden later zie ik in een activistische Facebookgroep hoe Caïro Liberation Front wordt genoemd als voorbeeld van culturele toe-eigening in de Nederlandse popmuziek. Van een afstand vind ik het makkelijk kant te kiezen: culturele toe-eigening is slecht. Maar, hoe dichterbij het komt, hoe meer nuance ik (wil) zien. Want wat is culturele toe-eigening nu precies en hoe duidelijk is die scheidslijn tussen goed en slecht?
In de popmuziek is culturele kruisbestuiving misschien wel onvermijdelijk en onmisbaar. Popmuziek ontwikkelt zich juist door een voortdurend samenvoegen van oud en nieuwe stijlen, en door het in elkaar weven van geluiden van over de hele wereld. Dat is de kern van het creatieve proces. Maar waar ligt die grens tussen gezonde uitwisseling en ongezonde toe-eigening? Daarover bestaat onduidelijkheid. Dat blijkt alleen al uit de hoeveelheid incidenten waarin popsterren publiekelijk excuses maken voor het al dan niet willens en weten op een verkeerde manier gebruikmaken van beelden en symbolen uit culturen waartoe zij zelf niet behoren.
In 2017 verontschuldigde Katy Perry zich voor gemaakte fouten. De popster had zich in haar video’s onder andere verkleed als geisha en was te zien met ‘cornrows’ in haar haren, een haardracht die specifiek wordt gezien als uiting van zwarte Noord-Amerikaanse cultuur. En voormalig kind- en countryster Miley Cyrus gaf in 2013 een optreden tijdens de Video Music Awards dat ronduit pijnlijk was. Cyrus, de jonge rijke witte vrouw, gaf al twerkend een opzichtige imitatie van hoe zij zwarte muziek ziet. Het verschil tussen uitwisseling, kruisbestuiving en toe-eigening moge duidelijk zijn in deze gevallen: twee welgestelde popsterren uit de dominante groep vergaarden populariteit en inkomsten door elementen uit culturen van onderdrukte groepen te gebruiken, zonder zichtbaar respect voor en kennis van die cultuur en haar symbolen te tonen.
Goed of fout?
In deze tijd van shares en retweets lijkt iedereen snel kamp te moeten kiezen: goed of fout. Maar is het wel zo zwart-wit? En hoe voelt dat, beschuldigd worden van culturele toe-eigening?
Ik spreek hierover met de muzikanten van Caïro Liberation Front: Yannick, Joep en frontvrouw Meis. De band is succesvol – ze stond op ADE, Noorderslag, Dour, Best Kept Secret en werkt samen met de ex-manager van Pink Floyd. Tegelijkertijd krijgt de band ook kritiek, ze zouden oneigenlijk pikken uit andere culturen. Wat zijn hun gedachten hierover? Hoe gaan ze hiermee om? En hoe raakte de kritiek hen?
MEIS: “Iemand zei eens tegen mij: ‘Ik vind het beter te behappen nu jij erbij zit.’ Ik vind dat een hele lastige, want voor mij maakt het qua of het ‘kan’ niet uit of ik erbij zit of niet. Toen ik Caïro Liberation Front voor het eerst hoorde, dacht ik alleen maar ‘geinig’, niets anders. Yannick en Joep kende ik uit de bandjesscene rondom het Stroomhuis in Eindhoven. Op een gegeven moment vroegen ze of ik wat wilde zingen, dat was meteen zo tof dat ik vast lid ben geworden van CLF. Ik vind de discussie zoals die nu gevoerd wordt behoorlijk denigrerend en reageer ook veel feller dan Joep en Yannick op de kritiek die we soms krijgen. Ik heb het gevoel dat als we het hebben over culturele toe-eigening dat er dan voor mij, mijn ouders en mijn familie in het Midden-Oosten, kortom door de ‘witte cultuur, wordt bepaald wat wij wel en niet goed mogen vinden of moeten voelen. Alsof wij bescherming nodig hebben. Terwijl het vaak mensen zijn die helemaal niet weten hoe ‘wij’ ons voelen, of hoe ík me voel. Of snappen hoe het is om een mengelmoes te zijn en qua identiteit altijd tussen wal en schip te belanden.”
YANNICK: “Het lijkt soms alsof we Meis erbij hebben gevraagd om te rechtvaardigen dat het oké is wat wij doen. Terwijl het voor ons gewoon een organisch proces was. Dat we een zangeres hebben die in het Arabisch zingt, vinden wij alleen maar logisch gezien de muziek. Electro Chaabi is juist de mix van Arabische-Egyptische volksmuziek met Westerse invloeden en elektronica. Die mix van de twee culturen en stijlen ís het genre.”
MEIS: “Op een gegeven moment werden Joep en Yannick met naam en toenaam in een openbare Facebook-groep beschuldigd van cultural appropriation. We wilden daar als band niet op ingaan, maar het zat mij persoonlijk zo dwars dat ik op eigen naam in een privébericht om opheldering heb gevraagd. Ik legde uit wie ik was, wat mijn achtergrond was en dat ik met Joep en Yannick de band vormde. Dat was geen fijn gesprek en er werd letterlijk tegen mij gezegd dat ze dit gesprek enkel met mij voerden omdat ik ‘a person of color’ ben. Dan denk ik: wat zijn we aan het doen met z’n allen? Je kan niets oplossen als je niet eens wilt praten. Ik merk trouwens dat het vooral in Nederland gevoelig ligt. Als we in België spelen is het publiek veel diverser en viert iedereen samen feest.”
YANNICK: “Het beeld dat wij kregen vanuit de media van de Arabische cultuur toen wij een jaar of twintig waren en deze band begonnen, was heel oppervlakkig: als fata morgana of als terroristen. Aan het begin speelden we juist met die clichés. We droegen jurken, brandden wierook, hadden buikdanseressen en zwaaiden met theedoeken. Daar zijn we van teruggekomen. Het werd te veel een gimmick. Wij vinden deze muziek echt heel tof en hoe meer we erover leren, hoe belangrijker we het vinden dat deze muziek verspreid wordt. De focus moet echt op de muziek liggen. Maar spijt van de dingen die we gedaan hebben, nee. We hadden altijd de beste intenties, we waren gewoon te jong en naïef om het helemaal te begrijpen. Geef mensen de mogelijkheid om zich te ontwikkelen.”
JOEP: “Toen we een paar jaar terug een show speelden in Parijs voelden we het ook wel echt even. Het was een groot straatfeest met een voornamelijk Tunesisch publiek. Ineens realiseerden wij ons dat we die witte nerdjes uit Brabant waren die Egyptische muziek gingen draaien. Dat was wel even confronterend, ja. Maar uiteindelijk ging het publiek helemaal los.”
MEIS: “Grappig is dan weer dat we onlangs een show speelden in Nederland voor een voornamelijk Arabisch publiek en juist daar voelde ik me niet helemaal op m’n gemak. Als meisje is het voor de Arabische gemeenschap in principe niet gebruikelijk wat ik doe en ik voelde juist die spanning toen heel erg. Aan de ene kant lijkt er vanuit de ‘witte’ Nederlanders kritiek te zijn op wat we doen, maar tegelijk ook vanuit de Arabische cultuur. Terwijl wij gewoon samen muziek maken en ons helemaal niet druk maken om de verschillen.”
Woke
Meis, Joep en Yannick laten maar weer eens zien dat culturele toe-eigening vooral niet zo zwart-wit als de internetdiscussies ons graag doen geloven. Natuurlijk is er goed en fout, maar het idee dat er een goede en slechte kant is en je direct kleur moet bekennen is gevaarlijk, het polariseert. Er moet ook ruimte zijn om te leren, én fouten te maken en je dus te ontwikkelen. Het onderwerp bespreekbaar maken en misstanden aan de kaak stellen is heel belangrijk, maar het belang van respect, kennis en de wil om naar elkaar te luisteren mag niet onderschat worden. Niemand wordt woke geboren.
Foto's van de band gemaakt door Tom Roelofs