De springplank van Eva Jinek
- Interview
- 22 jan 2018
- 6 minuten leestijd
In de rubriek Springplank vertellen bekende en minder bekende Nederlanders wie de bepalende persoon in hun carrière of leven is geweest. Wie ze tot grote hoogte stuwde, of lanceerde uit een dal. Ditmaal: Eva Jinek (1978).
Hallo Eva. Vertel, wie of wat was jouw springplank?
“Uiteindelijk heb ik alles te danken aan mijn ouders. Die waren en zijn echt mijn voorbeeld. Maar dat is misschien een beetje saai, hè?”
Geeft niet hoor, mag best.
“Nee, wacht, dan kies ik toch voor Hans Laroes, die mij een allesbepalende kans gaf toen hij hoofdredacteur was bij de NOS.”
Kijk aan, dat is leuk – de huidige hoofdredacteur van de KRO-NCRV, de omroep waar jij en ik allebei voor werken.
“Ja, ik heb veel aan hem te danken. Natuurlijk moet je talent en doorzettingsvermogen hebben, maar vroeg of laat moet iemand je wel die kans geven. En bij mij was dat eerder vroeg dan laat.”
Hoe bedoel je?
“Nou, ik was wat men noemt onervaren. Ik werkte sinds 2004 bij de NOS, eerst als buitenlandredacteur, daarna als presentator van het NOS journaal op 3. Dat klinkt misschien als heel wat, maar het waren live-uitzendingen van zes minuten, waar je ongeveer 25 seconden van een autocue moest lezen. Ik was dus niet bepaald een zwaargewicht – bij elkaar opgeteld had ik denk ik dertien minuten live-tv gemaakt. En toen werd ik ineens door Hans Laroes gevraagd om de Amerikaanse verkiezingsnacht in 2008 te verslaan. Live, vanuit Washington, zo lang als het zou duren. Dat is op z’n zachtst gezegd nogal een dingetje in medialand – helemaal voor mij, want ik was dus in alle opzichten een totale amateur. Toen ik het hoorde, kreeg ik overal donkerrode vlekken in mijn nek. Later ben ik echt helemaal uit mijn stekker gegaan.”
Het was dan ook een forse stap omhoog.
“Ja, en dan was het ook nog 2008 hè, de nacht waarin de eerste zwarte president van Amerika werd verkozen. Iedereen in Europa ging er blind vanuit dat het zou gebeuren, mensen waren echt verliefd op Obama. Maar door mijn jeugd in Amerika geloofde ik er niet in. Ik groeide op in Washington DC, dat zeker toen een segregeerde stad was. Je had het rijke blanke deel, en het arme zwarte. Racisme was duidelijk zichtbaar, en dat leek me geen kwestie van de korte termijn.”
Was je zenuwachtig voor de uitzending?
“Man, niet te doen. In de taxi naar de studio, die in een hotel zat, had ik een out of body experience en daarna begon ik ook nog eens te huilen. Ik wist zeker: dit wordt niets, deze druk kan ik helemaal niet aan. Of ik zou, met mijn geringe ervaring, op historische wijze boven mezelf uitstijgen, of ik zou grandioos op mijn bek gaan. Dat laatste scenario leek me het meest voor de hand liggend.”
Wat kan je je nog herinneren van die nacht?
“Dat ik niet meer door mijn strot kreeg dan een Snickers en een Mars, en dat ik één keer ben gaan plassen en een gortdroge mond had van de zenuwen. Of ik heb geprobeerd dat te compenseren met alcohol? Nee, geen druppel, al waren er verder veel dronken Nederlanders in dat hotel – de drank was immers gratis. Maar het ging goed.”
En toen was je pardoes live-presentator van formaat. Living the dream?
“Mwoah, niet mijn jeugddroom of zo. Ik heb geschiedenis gestudeerd, wilde altijd iets doen met verhalen vertellen, maar wist niet of dat geschreven moest zijn, of juist iets met film. Al ben ik inmiddels wel verslaafd aan live-televisie.”
De kans die ik van Hans Laroes kreeg, had ik mezelf eerlijk gezegd niet gegeven
Wat maakt dat zo leuk?
“Het afbreukrisico is altijd gigantisch, je hebt geen idee hoe het afloopt. De adrenaline die daardoor los komt. Als je houdt van onverwachte wendingen, is het perfect. En ik hou van onverwachte wendingen, van improviseren, van direct inspelen op aangename en onaangename verrassingen. Met andere woorden: van risico.”
Maar dan had je toch evengoed - pak hem beet - politieagent kunnen worden? Zo'n nachtdienst lijkt me een tamelijk onvoorspelbaar geheel.
“Ja, maar dat is te hardcore voor mij hoor, dat durf ik niet. En ik ben bang dat ik daardoor te trigger happy zou zijn, haha. Dat ik uit angst het dialoog zou overslaan en direct een pistool tegen iemands kop zou duwen. ‘Even dimmen vriend’, dat werk. Alle respect voor die mensen, maar aan mij is het niet besteed. Ik ben blij dat ik van Hans Laroes de kans heb gekregen me als live-presentator te ontwikkelen.”
Probeer je zelf jonge talentvolle journalisten op soortgelijke wijze naar voren te schuiven?
“Nou, niet zo extreem, nee. Sowieso ben ik geen omroepdirecteur natuurlijk. Ik wil wél graag een podium bieden aan talenten, ze waar mogelijk stimuleren. Want hoe hard je ook werkt, in je eentje ga je het niet redden. We willen graag geloven dat we dirigent zijn van ons eigen levensverhaal, maar veel zaken liggen buiten jouw controle. Dan heb je dus een duwtje in de rug nodig. Alleen: mij doodleuk die verkiezingsnacht laten doen had ik ingeschat als een te groot risico. Nee, deze kans had ik mezelf eerlijk gezegd niet gegeven. Een verkiezingsuitzending heeft veel prestige, is peperduur, dan moet iemand er staan. Ik had het er laatst nog over met Hans. Die zei: ‘Het was een ingecalculeerd risico, we gingen ervan uit dat het je gewoon zou lukken.’”
Wat moet iemand doen om bij jou een kans te verdienen?
“Iemands houding is cruciaal. Kijk, wij doen nieuws en actualiteiten, hè. Dus de tv staat continu aan. Als er dan iets groots gebeurt, springt iedereen op om het geluid harder te zetten. Mijn vuistregel is: als ik dat sneller doe dan de stagiaire, dan gaat-ie niet door naar de volgende ronde. De motivatie moet echt uit je poriën komen, anders wordt het nooit wat.”