Ik probeerde de vaderlandse verkiezingen te saboteren via Facebook. Ging aardig
- Onderzoek(je)
- 19 okt 2018
- 7 minuten leestijd
Kwaadwillenden kunnen makkelijk nep-advertenties verspreiden op Facebook en zo proberen de Provinciale Statenverkiezingen te manipuleren. Dat blijkt uit een test die ik uitvoerde namens Brandpunt+.
Stel: je bent een Russische spion en je hebt de opdracht het kabinet Rutte III te verzwakken. Je concludeert dat het van cruciaal belang is dat de VVD zo min mogelijk stemmen krijgt bij de aankomende Provinciale Statenverkiezingen op 20 maart. Je hebt slechts een bescheiden budget om je plannen in de praktijk te brengen.
Wat te doen?
Je maakt op Facebook een nepaccount aan en plaatst een advertentie waarin je schrijft dat de stembussen in “jouw gemeente” gesloten zijn wegens een technisch probleem met stemcomputers. De behulpzame ‘Ad Manager’ van Facebook stelt je in staat deze advertentie alleen te laten zien aan mensen van wie eerder is vastgesteld dat ze ‘interesse’ hebben in de VVD. Je stelt je advertentie zo in dat hij automatisch op de dag van de verkiezingen wordt vertoond. Voor zo’n 2.500 euro bereik je dan een half miljoen potentiële VVD-kiezers. Ter vergelijking: bij de vorige Statenverkiezingen in 2015 stemden er 965 duizend mensen op de partij van Rutte. Als ook maar een fractie van jouw publiek de post serieus neemt, kan dit de liberalen dus zetels kosten. En zelfs als dat niet gebeurt: echt goed voor het vertrouwen in de democratie zal het vermoedelijk niet zijn, wanneer hele volksstammen dergelijke advertenties onder ogen krijgen.
Je gelooft het misschien niet: die advertentie stond klaar en was zelfs goedgekeurd door Facebook.
Gebruikte foto: Koen Suyk/ANP
Facebook controleert advertenties in Nederland momenteel al wel op de inhoud. Dat wil zeggen: medewerkers van de sociale media-reus kijken of gemaakte advertenties wel aan de huisregels voldoen. Dat maakt het des te merkwaardiger dat berichten zoals de advertentie die ik maakte, werden goedgekeurd.
Ik probeerde begin deze maand dus een aantal advertenties te plaatsen met als doel het manipuleren van de Provinciale Statenverkiezingen. Drie posts mikten erop specifieke groepen kiezers thuis te houden: potentiële PvdA- of VVD-stemmers. Drie andere posts bevatten nepnieuws over partijleiders uit de regeringscoalitie. Het nepnieuws werd geplaatst vanuit een in 2017 aangemaakt nepaccount, dat gekoppeld was aan een nieuw Gmail-adres onder een valse naam. De andere advertenties werden geplaatst vanuit een bestaand, persoonlijk advertentie-account.
Facebook accepteerde alle advertenties voor publicatie, op één na: die waarin Sybrand Buma werd beticht van het aanjagen van de huizenmarkt voor persoonlijk gewin. De Facebook-moderatoren beriepen zich hierbij niet op de onjuistheid van deze informatie, maar op het bevatten van discriminerende content. Als ik die eruit zou halen, mocht de advertentie alsnog online. Dit las ik in een geautomatiseerde reactie.
Gebruikte foto: Robin Utrecht/ANP
Voordat de advertenties online gingen, haalde ik ze weer offline. Nepnieuws verspreiden namens de publieke omroep leek me geen goed idee, dus bereikten de advertenties niemand.
Hoe lang de advertenties daarna online waren gebleven, blijft dus een vraag. Gebruikers kunnen advertenties rapporteren, en als een advertentie veel negatieve feedback krijgt wordt deze vaak achteraf alsnog verwijderd. Als test rapporteerde ik een willekeurige advertentie wegens misleidende inhoud. Een etmaal later had ik nog geen reactie ontvangen. Of Facebook adequaat zal kunnen reageren als iemand besluit op 20 maart 2019 een stok in de wielen van het electoraal proces te steken? Wie weet.
Facebook laat desgevraagd aan Brandpunt+ weten de melding van het probleem “zeer serieus” te nemen, en een intern onderzoek te zijn gestart om uit te zoeken hoe het kon dat de advertenties werden goedgekeurd. Het bedrijf gaf aan wereldwijd al enkele maatregelen te hebben genomen om misbruik van advertenties te voorkomen. Alle lopende advertenties zijn opvraagbaar en Facebook investeert steeds meer in controleurs. Eind 2018 wil het bedrijf 20 duizend mensen in dienst hebben die non-stop advertenties controleren in 50 talen. Het verwijderen van nep-accounts en onjuiste informatie behoort straks tot de hoofdtaken van dit team.
Gebruikte foto: Robin Utrecht/ANP
Dat de advertentiemodule in Nederland zich enkele maanden voor de verkiezingen nog zo eenvoudig laat lenen voor misbruik, is natuurlijk ietwat opmerkelijk. Facebook-advertenties speelden immers een rol bij het manipuleren van de Amerikaanse presidentsverkiezingen in 2016. In de VS, maar ook in Brazilië en in Groot-Brittannië, nam Facebook daarom al maatregelen tegen misbruik. Het bedrijf geeft aan een online zoekmachine te hebben ingesteld, waarin alle politiek advertenties voor derde partijen te doorzoeken zijn. Ook moet je een identiteitsbewijs tonen om een politieke advertentie te plaatsen. Vooral die laatste maatregel zou in Nederland doorgevoerd kunnen worden. Maar: een hogere drempel voor adverteerders zou Facebook meteen in de portemonnee voelen.
Gebruikte foto: Bart Maat/ANP
Peter Burger, een nepnieuwsbestrijder van de Universiteit Leiden die lange tijd samenwerkte met Facebook, denkt dat geld zeker een rol kan spelen bij het beleid omtrent advertenties. “Mijn indruk van de afgelopen twee jaar is dat Facebook, maar ook Google en Twitter, in ieder geval niet uit zichzelf in de goede richting bewegen”, zegt Burger. “Facebook is zeer terughoudend in het verwijderen van berichten, ook als die enkel dienen om te misleiden.” Pagina’s die een miljoenenpubliek kwaadwillende onzin voorschotelen, komen hier doorgaans dan ook mee weg. Als voorbeeld noemt Burger "Zwarte Piet Fan." Deze pagina verspreidde een klein jaar geleden een bericht waarin werd beweerd dat de NTR bij 300.000 shares 'de echte Zwarte Piet' terug zou brengen in het Sinterklaasjournaal. Het bericht werd gezien door honderdduizenden Nederlanders. De pagina is nog steeds in de lucht. “Dat zoiets kan, vind ik echt onbegrijpelijk”, aldus Burger.
Een identificatieplicht voor adverteerders klinkt als een eenvoudige oplossing van het probleem. Facebook denkt hier op diens beurt anders over, en spreekt van “een zeer complex proces”. “We kunnen op dit moment niet bevestigen wanneer we deze functies in elk EU-land beschikbaar kunnen maken”, laat Facebook in een reactie weten. Het bedrijf worstelt vooral met het brede scala aan nationale kieswetten binnen de EU. “We kijken naar het voorjaar van 2019 voor de verkiezingen van het Europees Parlement.” Burger ziet daarom graag dat de politieke druk op Facebook vanuit de Europese Unie verder wordt opgevoerd.
Daarbij is enige haast geboden. De Europese verkiezingen zijn al eind mei, maar in Nederland gaat men in maart naar de stembus.
Althans, tenzij ze op hun tijdlijn lezen dat de stembureaus toch dichtblijven.
Gebruikte foto: Siese Veenstra/ANP
Ik legde de resultaten van dit testje voor aan Lodewijk Asscher. De PvdA-leider zag dit als het zoveelste bewijs dat de social-mediagigant diens publieke taak niet serieus neemt. “Hier moet na de schandalen in de VS en de UK veel scherper op gereageerd worden”, zei Asscher. “Het lijkt toch of geld verdienen het altijd wint van de verantwoordelijkheid van zo’n groot bedrijf.” Eerdere verontschuldigingen van het bedrijf ziet de PvdA’er dan ook als “vrome praatjes”. “Een medium dat zo belangrijk is, heeft een maatschappelijke verantwoordelijkheid. Dit soort desinformatie kan tegen elke partij gebruikt worden zonder dat iemand dat doorheeft. Mensen moeten er zeker van zijn dat verkiezingen niet gemanipuleerd worden door andere landen of onruststokers.”
Ook Asscher wil dat het kabinet zich inzet om in Europees verband maatregelen af te dwingen om de verkiezingen te beschermen. Bijvoorbeeld de eerdergenoemde identificatieplicht voor politiek adverteerders op Facebook, zoals die nu in de VS bestaat. “Wij gaan de minister naar de Kamer roepen om verantwoording af te leggen voor wat hier tot nu toe aan gedaan is. Bovendien willen we de garantie dat deze problematiek geen rol zal kunnen spelen in de Provinciale Statenverkiezingen”, aldus Asscher.