“Goedkope kleding is belangrijker dan de rechten van de mensen die onze kleding maken”
- Artikel
- 01 sep 2020
- 8 minuten leestijd
En dan nog: het zijn voornamelijk vrouwen van kleur die de dupe zijn van fast fashion en de wanpraktijken in de kledingindustrie, stelt de Amerikaanse fashion-influencer Cora Harrington.
Tijdens een zomerse staycation-dag in juli slenterde ik door de winkelstraten van Keulen. Ik voelde een sterke drang om het scrollen op mijn telefoon – op zoek naar dat ene jurkje bij mijn favoriete webwinkel – te verruilen voor echte kledingrekken en charmant winkelpersoneel dat mij kon vertellen dat het jurkje als gegoten zat. Schreeuwerige ‘SALE’-borden prijkten op de etalages van de winkels die uitnodigend naar mij lonkten. Nog geen uur later liep ik mijn derde winkel uit met vier volle tassen in mijn handen, en nog niet eens de helft van mijn budget uitgegeven. Geslaagd, voldaan en stijf van de adrenaline. Die rush veranderde snel in schaamte na het lezen van een post van een van mijn favoriete content creators op Instagram.
“We betalen de mensen die onze kleding maken te weinig, verplaatsen fabrieken naar lageloonlanden, en bezuinigen op kwaliteit om op de kosten te drukken”, schrijft de Amerikaanse Cora Harrington, oprichter en hoofdredacteur van het fashionblog ‘The Lingerie Addict’. Op haar blog richt ze zich op lingerie en intieme kleding als vorm van zelfexpressie en body positivity.
Ook schrijft ze regelmatig over de noodzaak om je af te vragen waar je kleding vandaan komt. Het vergt kleine moeite om zo’n winkel binnen te stappen en je kledingkast aan te vullen met nieuwe kleren voor een habbekrats. Gewoon omdat het kan. Maar was dat altijd zo? Ik besloot om het verder uit te zoeken en sprak met Cora zelf.
"Omdat kleding zo goedkoop is, denken mensen dat het gemakkelijk is om te maken, terwijl dat helemaal niet zo is.”
“We zijn enorm ver verwijderd van waar en hoe onze kleding wordt gemaakt”, vertelt ze mij tijdens onze Zoom-call. “Waar mensen in de jaren veertig en vijftig opgroeiden met familieleden die kleding maakten, en vaak ook met eigen ogen zagen hoe kleding werd gemaakt – van het tekenen van patronen, het uitzoeken van stof, passen en meten, tot urenlang achter de naaimachine zitten om kledingstukken daadwerkelijk te maken – krijgen huidige generaties dit hele proces niet te zien. Mensen zien de kleding pas wanneer het in de winkels hangt. Het gevolg daarvan is dat het gemakkelijker wordt om arbeid als minder waardevol te zien. De lage prijzen van kleding moedigen bovendien aan om de expertise te devalueren, die nodig is om kleding te maken. Omdat het zo goedkoop is, denken mensen dat het gemakkelijk is om te maken, terwijl dat helemaal niet zo is.”
Verlangen
Cora spreekt over fast fashion: het verkorten van de doorlooptijd van kleding – van ontwerp, productie tot aan distributie – om zo snel mogelijk in te spelen op de laatste trends. Ook social media en influencers spelen hierin een rol, zegt zij. Het zien van je favoriete influencers met een nieuwe outfit voor elke post die zij plaatsen, heeft volgens haar invloed op hoeveel kleding je denkt nodig te hebben. Zo dragen influencers bij aan het creëren van meer verlangen naar nieuwe kleding.
Cora: “Ik weet niet of we influencers hier verantwoordelijk voor moeten stellen. Maar ze moeten in elk geval wel deel uitmaken van het gesprek, omdat steeds meer mensen inspiratie halen uit de content die zij creëren.”
Voor sommige mensen is het bijna een verslaving waarbij ze steeds de allernieuwste kledingstukken willen kopen. “En dat is zo’n groot contrast met hoe mensen in de jaren veertig en vijftig met kleding omgingen. In plaats van dat ze kleding kochten wanneer ze daar zin in hadden, kochten mensen nieuwe kleding op vaste momenten in het jaar, zoals bijvoorbeeld aan het begin van het schooljaar.”
Ook gingen mensen zuiniger met kleding om, omdat het toen zoveel meer kostte dan nu. “Ze wisten hoe ze vlekken moesten verwijderen uit hun favoriete jurk of hoe ze kleding konden bewerken om er weer in te passen. Nu denken veel mensen er niet eens aan om hun kleding naar een kleermaker te brengen, omdat het goedkoper is om nieuwe kleding te kopen. Onze kleding is nu goedkoper dan ooit. Dat is een feit.”
Milieuvervuiling
Dankzij efficiënte productieprocessen werd kleding goedkoper. Ook het uitbesteden van kledingproductie in Zuidoost-Aziatische landen met lage minimumlonen draagt daaraan bij. Dat vertelt Anne-Ro Klevant Groen, Marketing & Communications director bij Fashion for Good. Het platform werkt samen met grote kledingketens en start-ups om duurzame innovaties in de kledingindustrie op grote schaal in te zetten.
"Er wordt geschat dat voor een kilo stof 23 kilo aan broeikasgassen vrijkomen."
Juist omdat kleding in rap tempo wordt geproduceerd en toegankelijker wordt gemaakt door lage prijzen, kopen we er meer van. Zo zouden we zestig procent meer kleding kopen dan vijftien jaar geleden, blijkt uit onderzoek van McKinsey. De kleding die we kopen, dragen we bovendien minder lang waardoor zestig procent van onze kleding binnen één jaar op de vuilnisbelt belandt.
Ook tijdens het productieproces van kleding komt veel vervuiling vrij.
Anne-Ro: “Er wordt geschat dat voor een kilo stof 23 kilo aan broeikasgassen vrijkomen. Dan hebben we het over polyester, de meest goedkope stof waarmee veel kleding wordt gemaakt. Polyester wordt gemaakt van aardolie. Bij de productie ervan worden jaarlijks zeventig miljoen vaten olie gebruikt.”
Sociale aspecten
Duurzaamheid in de kledingindustrie gaat over het milieu, maar ook over sociale aspecten als eerlijke lonen en goede arbeidsomstandigheden. Volgens Niels Ahsmann van onderzoek- en adviesbureau KplusV heeft het daarom zin voor consumenten om kritische vragen te stellen aan kledingbedrijven. Onlangs werkte hij aan ‘het Fast fashion onderzoek (vermindering van de negatieve impact)’ in opdracht van het ministerie Infrastructuur en Waterstaat. Wie betaalt, die bepaalt, zegt hij.
Niels: “De erbarmelijke omstandigheden waarin fabrieksmedewerkers urenlang voor een schamele loon moeten werken, zien we steeds vaker in het nieuws voorbijkomen.
Uit angst voor imagoschade willen bedrijven niet geassocieerd worden met deze wanpraktijken, waardoor ze transparanter werden over hun duurzaamheidsbeleid.” Toch is er nog veel werk te verrichten om de arbeidsomstandigheden van de fabrieksmedewerkers daadwerkelijk te verbeteren.
“Uiteindelijk ligt er ook een taak voor overheden om regels op te stellen voor de landen waar kleding geproduceerd wordt, en die te handhaven. Daarmee ondersteunen overheden de bedrijven om hogere standaarden voor kledingproductie te eisen.”
Privilege
Tegelijkertijd moeten we als consumenten meer bewust zijn van de privilege die we hebben, vindt Cora Harrington. “Mensen in het Westen moeten bedenken dat ze een bepaald privilege hebben. Die komt onder meer tot uiting in de overtuiging dat onze wens of toegang tot goedkope kleding belangrijker is dan de rechten van de mensen die onze kleding maken.” Het zijn voornamelijk vrouwen, vaak van kleur, die de dupe zijn van de wanpraktijken in de kledingindustrie, zegt zij.
Influencers die het verlangen naar nieuwe kleding creëren, zouden dan ook een verlangen kunnen creëren voor het dragen van kleding die we al in de kast hebben hangen, stelt Cora. Zo maken ze er een challenge van om creatief te zijn met kledingstijl. Ook hoeft duurzaam en ethisch geproduceerde kleding niet duur te zijn. Koop eens tweedehands, vintage of kleding van duurzame merken tijdens de uitverkoop.
Cora: “We moeten het gesprek over fast fashion blijven voeren, en ervan leren, maar dat gaat niet als we elkaar shamen om waar we onze kleding kopen. We moeten het fenomeen holistisch bekijken. Het feit dat je minder kan kopen van jouw loon, en dat de mensen die jouw kleding maken peanuts verdienen voor wat ze aan werk moeten doen, dat heeft met elkaar te maken. Je zou het moeten zien als symptomen van hetzelfde probleem, en van daaruit het gesprek aangaan.”
Uiteindelijk hebben we er allemaal baat bij als we minder kleding zouden willen. Ook als we beter onderscheid maken tussen wat we willen en wat we écht nodig hebben, en daarnaar handelen. Dus nee, ik heb dat ene jurkje eigenlijk helemaal niet nodig, en niemand hoeft mij te vertellen dat het als gegoten zit om me beter te laten voelen. Ik trek wel iets uit de kast waarvan ik weet dat het als gegoten zit.