"Geert Wilders heeft meer bereikt in Nederland dan mensen denken"
Frank van Haren is gepensioneerd asieladvocaat, maar gaat onverminderd door met zaken die andere advocaten niet meer voeren omdat ze niet rendabel zijn en nauwelijks te winnen. Wat drijft hem? Waarom geniet hij niet lekker van z'n pensioen? Hoe vindt hij dat het huidige asielbeleid functioneert?
Asiel en migratie zijn actueler dan ooit: in de media, politiek en het maatschappelijk debat. Aan meningen geen gebrek, aan achtergrondverhalen wel. Frank van Haren is een bekende, gerenommeerde asieladvocaat, maar bij de meeste mensen zal zijn naam geen belletje doen rinkelen. Dat terwijl hij in de bres springt voor mensen die geen kant opkunnen: niet in Nederland, maar ook niet in een ander land. Een portret van de advocaat van onbegonnen zaken.
Wat trekt u zo aan in asielrecht?
“Ik ben in 1981 beëdigd als strafrechtadvocaat. Wat daar opviel, was dat ik soms vrijspraak had voor een cliënt, maar die persoon alsnog vast bleef zitten. Dat was dan iemand zonder verblijfsvergunning. Het kantoor waar ik voor werkte gaf deze mensen nazorg en op die manier ben ik in asiel- en migratierecht beland.”
Welke zaak bleef u het meest bij?
“Dat was die van een Tsjetsjeense man. Hij was mishandeld en had PTSS. In zijn asielrelaas had hij niet direct aan de IND (de Immigratie- en Naturalisatiedienst, red.) verteld dat hij voor zijn aankomst in Nederland een korte tijd in Duitsland had verbleven. Toen we na lange tijd bijna een vergunning voor hem hadden gekregen, kwam de dienst daarachter. Daardoor kwam hij te boek te staan als leugenaar, en daar kom je dan niet meer van af. Hij verblijft nog steeds illegaal in Nederland en mocht er ooit iets aan zijn situatie veranderen, dan zou ik direct een nieuwe zaak beginnen.”
Ik las dat u de laatste advocaat bent geweest van de man die zich in 2011 op de Dam in brand stak. Dat lijken me geen prettige momenten.
“Nou… dat verhaal klopt niet helemaal. Ik heb hem drie keer ontmoet. Dat was twee keer, op zijn verzoek, in het detentiecentrum van Schiphol en één keer hier op kantoor. Hij was uitgeprocedeerd, maar wilde een nieuwe zaak starten. Daar was niet genoeg nieuw bewijsmateriaal voor. Toen hij zich in brand stak, nota bene 150 meter van dit kantoor vandaan, maakten de media een belrondje langs bekende advocatenkantoren. Toen zei ik eerlijk dat ik hem kende, maar daar werd dus wat anders van gemaakt. Zijn laatste advocaat wilde trouwens niet bekend worden of ook maar iets met de zaak te maken te hebben. Begrijpelijk, want achteraf kreeg ik bedreigingen. Dat was eng en nieuw voor me. Mensen schreven in dreigbrieven: “Hoe kun je over de rug van een vreemdeling je geld verdienen?” Maar ik heb nooit een stuiver omzet aan hem verdiend.”
Er heerst een stigma in de maatschappij dat ertoe leidt dat asieladvocaten een slechte naam hebben. Zo noemde Ebru Umar in een column in dagblad Metro asieladvocaten ‘NSB’ers’. Wat dacht u toen u dat las?
“Totale onkunde. Die vrouw heeft geen idee wat ze zegt.”
Welke zaken voert u nu nog?
“Vooral zaken van staatloze mensen. Dat zijn personen die door geen enkel land als onderdaan worden gezien. Dat zijn ingewikkelde zaken, die meestal gaan om de buitenschuldvergunning (verblijfsvergunning voor mensen die aantonen dat ze, buiten hun schuld om, Nederland niet kunnen verlaten, red.) Die zaken zijn erg arbeidsintensief en krijgen in de voorbereidende fase geen financiering van de rechtsbijstand, dus zijn ze totaal niet rendabel. Maar door mijn AOW kan ik die zaken voeren.”
In 2019 won u de Tomas Weteringsprijs (vernoemd naar de vreemdelingadvocaat die in 2016 overleed, red.) Daar stond bij uw biografie: “…en die persoonlijk heeft vastgesteld dat diverse medewerkers van de IND en DT&V geen hart in hun borstkas hebben, maar een baksteen.” Vanwaar deze uitspraak?
“Een ex-cliënt van me was dakloos en erg ziek, maar volgens het medische rapport HIV negatief. Toch nam een IND medewerker in een besluit op dat het door zijn onverantwoorde leven op straat zijn eigen schuld was dat hij HIV had. Toen ben ik zo boos geworden en heb ik die medewerker een brief geschreven dat hij maar in bakstenen moest gaan handelen, omdat die ook geen hart of gevoel hebben.” “De houding richting asielzoekers is erg veranderd ten opzichte de jaren tachtig of negentig. Mensen worden anders aangestuurd, daar hoef je geen wet- of regelgeving voor te veranderen. Die houding is er nu al tien jaar, doordat justitie voornamelijk in handen is van de VVD en soms van het CDA. De IND is helemaal niet bezig om iemand te geven waar hij recht op heeft, maar het enige wat ze doen is kijken of ze hem kunnen afwijzen. Geert Wilders heeft wat dat betreft veel meer bereikt dan men in Nederland denkt. Mensen denken: hij heeft alleen maar een eenmanspartij en kan niks, maar hij heeft dit soort overheidsdiensten helemaal in de pocket.”
U gaat ver voor uw cliënten. Ik hoorde dat u zelfs voor een cliënt naar het buitenland bent gegaan. Waar bent u heen geweest?
"Naar Baku, in Azerbaijan. Mijn cliënt, van Armeense afkomst en erg gediscrimineerd in Azerbaijan, was tegen en vond het gevaarlijk. Toen heb ik met m’n vrouw overlegd, die wilde ook niet dat ik ging. Maar ik ben toch gegaan. De zaak zat muurvast en de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) bleef zeggen dat we logen. Op een bepaald moment denk je: Ben ik dan gek? Ik geloof die cliënt en elke keer zegt de DT&V dat iets niet deugt, wat deugt er dan niet? Dus ging ik daarheen om te proberen meer bodem voor hem te vinden, en dat is ook gelukt.”
En u procedeert zelfs door tot aan Straatsburg.
“Er ligt momenteel een zaak bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Dat gaat over de Afghaanse sikh, een religieuze minderheid in het land. Zij zijn vanaf begin jaren negentig vreselijk vervolgd door de bevolking. Ik had voor 33 mensen, vijf gezinnen, een verblijfsvergunning binnen totdat een procesvertegenwoordiger zei dat het een ambtelijke vergissing was en deze mensen nooit een vergunning hadden mogen krijgen. Uiteindelijk verloor ik de zaak. Twee van die zaken heb ik uiteindelijk ingediend in Straatsburg en de zaak loopt daar nu. Vorig jaar is Nederland ter verantwoording geroepen, maar gaf slappe antwoorden. De UNHCR (Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen van de Verenigde Naties, red.) staat achter m’n klacht. Ik heb contact met de griffier en die geeft mij hoop dat ik misschien een gegronde klacht heb. Als dat lukt, zou dat de ultieme knaller zijn.”
Stopt u dan ook met werken?
“Ik wilde een jaar geleden stoppen, maar ik vind het nu nog hartstikke leuk. Ik ben volgend jaar sowieso nog bezig, maar het kan zijn dat m’n vrouw op een gegeven moment zegt dat ze mijn geklaag over de IND nu al 30, 40 jaar heeft gehoord en dat ze het genoeg vindt.”
Wie neemt uw werk over?
“Mijn kantoorgenoten. Ik maak me daar nog geen zorgen over. Er zijn zoveel ontwikkelingen gaande, bijvoorbeeld met de positie van staatlozen, dat ik het volste vertrouwen heb in de toekomst.”