“De Indonesische Onafhankelijkheidsdag erkennen betekent toegeven dat Nederland een oorlogsmisdadiger is”
- Artikel
- 17 aug 2021
- 10 minuten leestijd
Journalist Fitria Jelyta herinnert je er vandaag even aan dat Nederland 17 augustus nog steeds niet erkent als de Indonesische Onafhankelijkheidsdag, en waarom Indonesische Nederlanders zich hiertegen uitspreken.
Vandaag viert Indonesië 76 jaar vrijheid van de koloniale onderdrukking die Nederland jarenlang op de archipel in stand hield. Een dag die veel emoties losmaakt bij Indonesiërs en Indonesische Nederlanders, zoals ik. Dat de Nederlandse regering 17 augustus 1945 nog steeds niet erkent als de dag waarop Indonesië onafhankelijk werd, zit me dwars. Waarom eigenlijk niet? En wat zegt dat over Nederland en haar koloniale verleden?
Op mijn oude basisschool in Jakarta werd 17 augustus jaarlijks groots gevierd. Na het hijsen van de Indonesische vlag deden we aan kroepoekhappen, zangwedstrijden en een aardappelzakrace – maar dan met zakken die voorheen gevuld waren met rijst.
Het is ook wel een big deal voor een land dat 350 jaar lang is gekoloniseerd om dan eindelijk onafhankelijk te zijn. Een soevereine staat die zich niet langer onderdanig hoeft op te stellen tegenover een koloniaal bewind dat de lakens uitdeelt, terwijl het duizenden kilometers ver van die staat verwijderd ligt. Als kind begreep ik niet wat 17 augustus betekende en ging het me vooral om de kroepoek, maar naarmate ik ouder werd, begon het tot me door te dringen.
Groot was dan ook mijn verbazing toen ik naar Nederland kwam en tijdens geschiedenisles op de middelbare school leerde dat Indonesië volgens Nederland op 27 december 1949 onafhankelijk werd. Hè? Maar hoe dan?
Hoe het ook alweer zat (in het kort)
Toen de eerste Nederlandse koopvaardijschepen in 1596 in het huidige Indonesië aanmeerden, markeerde dat het begin van de totstandkoming van een koloniale bezetting. Deze ‘handelsorganisaties’ werden in 1602 samengesmolten tot de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC). Met geweld heeft de VOC het monopolie afgedwongen op de specerijenhandel in de Indonesische archipel. Onder Nederland stond de archipel vanaf 1816 officieel bekend als Nederlands-Indië.
Nog voor de totstandkoming van deze kolonie roeide Nederland er grote delen van de oorspronkelijke bevolking uit: de inheemse stammen en volkeren in het huidige Indonesië. Deze bevolkingsgroepen speelden ze tegen elkaar uit door middel van verdeel en heers. Zo kon de VOC de Nederlandse schatkist blijven vullen met winst uit geroofd grond en bezet gebied. Dit ging eeuwenlang door in het voordeel van Nederland. Totdat Japan tijdens de Tweede Wereldoorlog in 1942 het huidige Indonesië binnenviel.
Na de overgave van het Koninklijk Nederlands Indische Leger (KNIL) volgde de Japanse bezetting in de Indonesische archipel. De Japanners rekenden af met de witte Nederlanders die er waren. Ze werden in zogeheten ‘Jappenkampen’ gevangengehouden. Ook KNIL-soldaten, waaronder inheemse groepen als de Molukkers, belandden achter het prikkeldraad.
Voor veel inheemse bevolkingsgroepen van het huidige Indonesië was de komst van de Japanners de druppel die de emmer deed overlopen. Ze wilden voor hun vrijheid en zelfbeschikking vechten tegen koloniale overheersers, of dat nu Japan was of Nederland.
Toen de Japanse bezetting op 15 augustus 1945 eindigde, zagen Indonesische nationalisten dan ook hun kans schoon om de onafhankelijkheid van de Republik Indonesia uit te roepen. Dat deden oud-president Sukarno en vicepresident Mohamed Hatta op 17 augustus 1945.
Volwaardig mens
“Ik ben eindelijk een volwaardig mens. Dat ging er door mij heen op het moment dat de onafhankelijkheid in Indonesië op 17 augustus 1945 werd uitgeroepen”, vertelde de 95-jarige Indonesisch Nederlandse Francisca Pattipilohy mij vorig jaar in een interview. Het Nederlands koloniale bewind in het huidige Indonesië had zij in levenden lijve meegemaakt. Racisme en segregatie behoorden tot de orde van de dag. Zo werd een groot deel van de oorspronkelijke Indonesische bevolking door de witte Nederlanders gereduceerd tot ‘inlanders’. Velen van hen werden uitgesloten van basisrechten als onderwijs, ze behoorden tot de laagste sociale klasse van de maatschappij.
“Tijdens de Nederlandse bezetting waren het altijd de witte Nederlanders die de hoogste bestuurlijke posities innamen”, zegt de Indonesische Ady Setyawan, onderzoeker en oprichter van de Indonesische stichting Roodebrug Soerabaia. “Veel ‘inlanders’ mochten niet eens Nederlands leren spreken, omdat ze werden vergeleken met apen. Nederlands was een taal voor de mensen die behoorden tot de hoogste sociale klassen.”
Volgens Ady is het belangrijk dat meer kennis over het Nederlandse koloniale verleden toegankelijk en bespreekbaar wordt voor zowel Indonesiërs als Nederlanders. Daarom schrijft hij er een boek over en deelt hij kennis via zijn stichting. “Voor mij is 17 augustus een zeer belangrijke dag om samen met mijn landgenoten te reflecteren op de geschiedenis en hoe het ons als mensen heeft gevormd”, zegt hij. “In Indonesië zijn de overblijfselen van kolonialisme nog altijd zichtbaar in bijvoorbeeld het racisme tegen Indonesische Chinezen en mensen uit West-Papoea. Dat moeten wij als Indonesiërs verwerpen om ons te kunnen richten op de toekomst.”
Maar hoe zit het met Nederland en het niet erkennen van de Indonesische Onafhankelijkheidsdag? Ady: “De Nederlandse koning heeft vorig jaar zijn excuses gemaakt voor ‘het excessieve geweld’ van Nederlandse militairen op de Indonesische bevolking tijdens de onafhankelijkheidsstrijd in 1945-1950. Maar dat betekent niets als Nederland 17 augustus 1945 juridisch niet erkent als de dag waarop Indonesië onafhankelijk werd. Hierdoor kan de Nederlandse regering niet aansprakelijk worden gesteld voor de oorlogsmisdaden die het tegen een soevereine staat had gepleegd.”
Dat terwijl Indonesië na de soevereiniteitsoverdracht in 1949 een dwangsom van 4,5 miljard gulden aan Nederland betaalde voor haar verworven onafhankelijkheid. “Hoe is het mogelijk dat een gekoloniseerd land betaalt voor haar vrijheid?”
Morele aanvaarding
Wel heeft Nederland de Indonesische Onafhankelijkheidsdag in 2005 ‘moreel erkend’. Dat deed de toenmalige Minister van Buitenlandse Zaken Ben Bot. Hij stelde dat de onafhankelijkheid van de Republiek Indonesië de facto al begon op 17 augustus 1945 en dat “wij – zestig jaar na dato – dit feit in politieke en morele zin ruimhartig aanvaarden”. Volgens auteur en historicus Marjolein van Pagee betekende dit niets: “Dat Nederland de proclamatie aanvaardt als een historische gebeurtenis ligt voor de hand, maar Ben Bot zweeg over de juridische erkenning van die datum en daar gaat het nou juist om.”
Toen er een eind kwam aan de Japanse bezetting dacht een deel van de Nederlanders, die de interneringskampen had overleefd hun oude levens weer op te pakken. Marjolein: “De Nederlandse kolonialen hadden in 1942 het gezag aan het Japanse Keizerrijk overgedragen. Ze pleegden nauwelijks verzet tegen de Japanners omdat zij wisten dat zij militair gezien geen enkele kans maakten. Maar in 1945, alsof de Nederlandse macht niet al was gebroken, begonnen zij opnieuw de baas te spelen in een land dat zich op dat moment al onafhankelijk had verklaard.”
De Nederlandse poging om de kolonie weer in ere te herstellen leidde tot woede bij de Indonesische bevolking. Wat volgde is een periode van gewelddadige confrontaties dat in Nederlandse geschiedenisboeken bekendstaat als de ‘Bersiap’-periode, waarin Indonesische nationalisten en guerrillastrijders pro-Nederlanders aanvielen. Indo-Europeanen, Molukse KNIL-families, Chinezen, maar ook hooggeplaatste feodale ‘inlandse’ families moesten het ontgelden.
Volgens de Nederlandse geschiedvertelling vormde de Bersiap de aanleiding voor de grootste militaire operaties die Nederland ooit ondernam, waarmee al in 1945 een begin werd gemaakt en pas in 1949 een einde aan kwam. Meer dan 200.000 Nederlandse soldaten – waarvan de helft dienstplichtig – gingen naar het huidige Indonesië. Een kleine minderheid van de inheemse bevolking collaboreerde met de bezetter, waaronder Molukkers die in het KNIL dienden. Samen streden zij met Nederlandse soldaten tegen Indonesische verzetsstrijders.
Naar schatting sneuvelden 6.000 Nederlandse militairen tijdens de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd van 1945 tot 1949. Aan Indonesische zijde wordt het dodental geschat op 70.000 tot wel 200.000 slachtoffers. Momenteel wordt een door de Nederlandse overheid geïnitieerd onderzoek uitgevoerd naar wat er volgens Nederland precies is gebeurd tijdens de ‘dekolonisatieperiode 1945-1950’. Vanaf het moment van lancering heeft dit onderzoek veel kritiek ontvangen van Indonesische Nederlanders door gebrek aan Indonesisch perspectief.
Marjolein: “Als witte Nederlander schaar ik mij achter deze kritiek. In Nederland wordt soms gezegd dat Indonesië nu maar eens verantwoordelijkheid moet nemen voor ‘de Bersiap’ alsof dit een staatsaangelegenheid was. Terwijl deze uitbarsting van volkswoede op geen enkele manier te vergelijken is met de oorlog die de Nederlandse staat is begonnen. Wat veel mensen bovendien niet weten, is dat een aantal Indonesiërs destijds voor het koloniale gerecht is gesleept en ter dood veroordeeld voor het plegen van ‘Bersiap-moorden’, zoals Nederlanders het noemden.”
Fast forward naar 1949. Nederland werd gedwongen om de oorlog te staken en als kolonisator definitief uit Indonesië te vertrekken. Onder internationale druk werd een soevereiniteitsoverdracht opgesteld die ook de Indonesische vicepresident Hatta ondertekende op 27 december 1949. Voor veel (Indische) Nederlanders is dat de dag waarop Indonesië een soevereine staat werd.
Indonesische verhalen
“Dat Nederland 17 augustus 1945 juridisch niet erkent, begrijp ik enigszins wel”, zegt de Indonesisch-Nederlandse Dida Pattipilohy. Samen met haar moeder Francisca Pattipilohy, die mij eerder vertelde over hoe het leven was ten tijde van de kolonie, kwam zij eind jaren zestig naar Nederland. “De militaire offensieven die Nederland uitvoerde in Indonesië worden dan gezien als een aanval op een soevereine staat. Dat maakt van Nederland een oorlogsmisdadiger. En daar staan financiële gevolgen tegenover die Nederland nooit zal betalen.”
“Voor mij zal Indonesië altijd op 17 augustus onafhankelijk zijn geworden. Dat verandert niet met het uitblijven van de juridische erkenning van Nederland. Wel vind ik het belangrijk dat wanneer in Nederland over dekolonisatie wordt gesproken ook ruimte wordt gemaakt voor Indonesiërs en Indonesische Nederlanders om hun verhaal te doen. Tot nu toe horen we het meest vanuit de Indische en Molukse gemeenschappen, maar je kunt de koloniale geschiedenis van Nederland niet in alle volledigheid vertellen zonder Indonesiërs en Indonesische Nederlanders erbij te betrekken.”
In tegenstelling tot de Molukse en Indische gemeenschappen in Nederland zijn Indonesische Nederlanders kleiner in aantal, en minder vocaal. Ik ken geen enkele persoon met de Indonesische nationaliteit die verlangt naar tempo doeloe; ‘die goede oude tijd’ in Nederlands-Indië, en het beeld van Nederland als verheven held past niet in Indonesische verhalen.
Dat neemt niet weg dat ook deze verhalen verteld moeten worden. Indonesiërs en Indonesische Nederlanders zijn ook aanwezig in Nederland, en zullen hun plek in de maatschappij opeisen met alles wat ze in huis hebben. Niet alleen als volwaardige mensen uit een onafhankelijk land, maar een land dat gelijkwaardig is aan Nederland.