Een buitengewoon goed gesprek met de Denker des Vaderlands
- Interview
- 09 maa 2017
- 10 minuten leestijd
Volgens René ten Bos is het oké om te verdwalen.
En dat meent de hoogleraar filosofie nogal letterlijk. Met een helikopter vloog hij eens de woestijn in, zonder een idee te hebben waar naartoe. Hij bleef twee dagen lang weg, vertelt hij me na het interview in de keuken van zijn huis in Nijmegen. Zomaar.
De woonkamer wordt bezet door zijn vrouw. Ze geeft bijles aan een knulletje met krullen. Door de nieuwe Denker des Vaderlands – op 1 april vervangt hij Marli Huijer – wordt het kind met een volwassen handdruk begroet. Zijn echtgenote krijgt een aai over haar bol. Tijdens ons gesprek biedt hij me vier keer een suikervrij dropje aan.
Als we jouw hoofd aanzetten, wat hebben we daar dan aan?
“Niks.”
Dat is jammer.
“Filosofen moeten niet nadenken over de vraag hoe nuttig ze zijn. Wat bedoel je trouwens met mijn hoofd ‘aanzetten’?”
Dat je denkt en spreekt over actualiteiten, bijvoorbeeld.
“Ik hoop wel dat ik bij sommige mensen een soort snaar raak. Eén van mijn thema’s is altijd geweest dat we ons anders moeten verhouden tot complexiteit. Die moeten we niet zo proberen weg te denken. We moeten haar proberen te omarmen. Niet doorgronden, maar accepteren dat de wereld ingewikkeld is.”
Zijn mensen daar slecht in?
“Ja. Je ziet voortdurend de neiging van mensen om van moeilijke problematiek iets heel simpels te maken.”
Heb je een voorbeeld?
“Nou, kennelijk geloven sommige politici dat het heel goed voor onze normen en waarden zou zijn om kinderen op school weer het volkslied te leren. Ik erger me daar groen en geel aan. Het zingen van een volkslied is alles behalve een manier om de normen erin te stampen.”
Ga je die normen er zelf in stampen, dan?
“Nee. Ik vind het zelfs zorgwekkend als ik lees dat tachtig procent van de kiezers ‘normen en waarden’ het belangrijkste thema van de verkiezingen vindt. Je ziet dit ook als het in bedrijfsorganisaties niet goed gaat. Dan schiet iedereen in een soort stuip en gaan ze het ineens over ‘normen en waarden’ hebben. Dat is niet de oplossing.”
Het initiatief van Buma lijkt een reactie op het idee dat we onze Nederlandse waarden aan het kwijtraken zijn. Klopt dat dan niet?
“Nee, dat is een illusie. Ik weet niet eens wat de Nederlandse waarden zijn. Jij wel? We kunnen zeggen dat tolerantie een Nederlandse waarde is, maar dat kan alleen doordat de verschillende zuilen die we hadden, of de bubbels die we nu hebben, zich niet met elkaar bemoeien. Daar vind je echt geen overkoepelende Nederlandse identiteit, hoor.”
“En over dat volkslied: mijn vrouw werkt met een Eritrese jongen. Een vluchteling van 24 jaar die zijn echtgenote ergens bij de oversteek is kwijtgeraakt. En die moet ineens gaan opdreunen wie Willem van Oranje was. Naar mijn smaak is dat gewoon een vorm van mentale marteling. Een ander woord heb ik er niet voor.”
Moeten we niet proberen om de kloof tussen die bubbels in Nederland te overbruggen?
“Die kloof is een raar soort constructie. Ik ben daar zelf bij uitstek een voorbeeld van. Ik ben een jongen uit het arbeidsmilieu en ik ben omhoog geklommen. Maatschappelijke achterstand is inderdaad het grote probleem. Maar dat los je echt niet op met een verzinsel over ‘de elite’ en ‘de kloof’. Ik weet wel dat er een elite is. Dat Femke Halsema haar kinderen naar een chique school stuurt en dat men dat elitair vindt. Maar de hele gedachte dat we tot een tweedeling van volk en elite kunnen komen, is een veel te versimpelde weergave.”
Denken we vaak in zulke tweedelingen?
“Ja natuurlijk. Natuur - cultuur, man - vrouw, homo - hetero, binnenlander - buitenlander.”
Is dat een biologische afwijking?
“Interessante vraag. We hebben behoefte aan structuur. Dit soort dichotomieën geven ons structuren. Maar ik ben niet geïnteresseerd in de manier waarop we tegenpolen uit elkaar houden. Ik ben juist geïnteresseerd in de vraag waar ze vermengen. Als Buma loopt te zeiken over het Wilhelmus, dan is dat niets anders dan een adaptatie van een PVV-achtig thema. Namelijk: patriotisme. Dat is geen kloof, maar vermenging.”
Je vertelde me dat je jonge mensen wilt bereiken. Die zijn niet altijd geïnteresseerd in politiek of in politici. Zitten zij wel op een filosoof te wachten?
“Ik krijg al best veel reacties van jonge mensen die mijn interviews lezen. Maar het zou mooi zijn om nog meer jongeren te mobiliseren."
Hoe wil je dat doen?
“Daar heb ik nog geen uitgewerkt plan voor. Het is niet voor niets dat ik jullie enige prioriteit gun, hé. Ik ga wel iets met social media proberen.”
Je zou wekelijkse wijsheden op Facebook kunnen geven.
“Ik heb moeite met Facebook. Mark Zuckerberg vind ik een onsympathieke klootzak.”
Je zit sinds een week op Twitter, maar de meeste jongeren zitten op Facebook, Instagram of Snapchat. Uw dochter ook.
“Ja, maar ik ken ook jongeren, zoals mijn zoon, die Facebook een soort controle-instrument vinden.”
Negentig procent van onze bezoekers komen via Facebook.
“Ik ga erover nadenken.“
Je zei eerder dat je een snaar wilde raken. Wat voor snaar is dat?
“De shit die je wereldwijd in de ecologie aantreft, kunnen we niet makkelijk oplossen. Er is geen ‘grote oplossing’, geen ‘verlosser’ in de vorm van een manager of wetenschapper. Wantrouw alsjeblieft iedereen die ons een simpele oplossing belooft. Een muur is geen oplossing, climate engeneering is geen oplossing. Het volkslied zingen al helemaal niet. We moeten ons eerst maar eens afvragen wat er precies opgelost moet worden.”
En de complexiteit ervan erkennen.
“Absoluut.”
Raken we dan niet verdwaald?
“Daar kan je inderdaad behoorlijk verdwaald van raken.”
Moeten we dat dan gewoon accepteren?
“Ja, natuurlijk. Descartes vroeg zich af hoe je weer uit een bos raakt als je verdwaald bent. Ga er in een rechte lijn uit, zei hij. Dat werkt in het echt niet zo. Ik heb wel enige ervaring met verdwaald zijn. Je moet je eerst thuis leren voelen in je nieuwe omgeving. En dan pas ga je kijken wat de mogelijkheden zijn. Anders loop je in cirkels. Terwijl er veel creatievere manieren zijn om kronkels te bewandelen. “
Sommige Nederlanders voelen toch een soort onvrede. Hoe wil je die mensen zich thuis laten voelen in deze ‘nieuwe omgeving’?
“Ik wil proberen de ideeën inzichtelijk te maken. Ze aantrekkelijk en minder abstract te maken. Dat is niet makkelijk is; ik kom zelf uit de working class. Wat ik probeer, is om toegankelijk te schrijven over complexe materie, zoals het Antropoceen (tijdperk waarin de mens de belangrijkste natuurlijke factor is, red.), zonder de complexiteit kwijt te raken, in de hoop dat mensen zo op een meer sophisticated manier over dit soort vraagstukken gaan nadenken. Eén aspect van dat denken is ons niet alleen op oplossingen richten.”
Kan jij over elk onderwerp advies geven?
“Ja, tuurlijk. Ad-viseren, een extra blik bieden. Het is niet zo gek om een filosoof als een adviseur te zien.“
Is het dan niet vreemd dat er in de Tweede Kamer geen filosoof zit?
“Dat is in principe wel vreemd, ja. Wil jij een filosofenpartij oprichten? (De interviewer is zelf filosofiestudent, red.) Ik vind Marianne Thieme trouwens wel een beetje filosoof. Ze kan mooie dingen zeggen. Laatst tweette ze ook over de dood van een bekende dierenrechtenactivist en filosoof. Die inslag heeft ze wel.“
Wat zijn de tatoeages op je armen?
“Twee Tasmaanse buidelwolven. Ik vond het idee van die beesten tragisch. Het uitsterven van diersoorten is een groot probleem. Bij deze tatoeage spelen ook andere dingen, maar laten we zeggen dat ik aandacht wil vragen voor extinctie. De neiging tot tatoeages is in dit gezin heel groot. Mijn vrouw zit helemaal onder. Mijn dochter heeft er een stuk of acht.”
Waar komt dat vandaan?
“Ik geloof niet dat wij een helemaal normaal gezin zijn. We hebben altijd de neiging om de randen van de samenleving op te zoeken. Maffe concerten te bezoeken. Mijn dochter gaat veel liever naar Rusland dan naar Amerika of Spanje. Don’t ask me why.”
Je bent tegen moralistisch gezeik over normen en waarden. Wat voor houding moeten we dan wel aannemen, volgens jou?
“Ik ben fan van een vrolijk soort scepticisme. Van blijmoedigheid. We moeten niet te veel nadenken over nutteloze emoties, zoals woede en verdriet. Ja, er zijn verschrikkelijke drama’s in mijn leven geweest. Het was een kwestie van zelfzorg om daar uit te komen. En dan niet door diep in mezelf te wroeten. Ik kijk soms heel diep in mijzelf en dan zie ik allerlei nare dingen. Angst, wellust, macht. Weet ik veel wat. Dan denk ik: ‘Fuck René, niet zoveel over jezelf denken’. Soms moet je stoppen met denken en gewoon een biertje drinken.”
Welke eerste wijsheid geef je Nederland mee?
“Ik kwam laatst een zin tegen van Wisława Szymborska, een Poolse dichteres. Ze schreef dat denken altijd zedeloos moet zijn. Die gedachte sprak me erg aan. Als je echt wilt denken, moet je voorbij regels gaan. Het schunnige durven denken. Want braaf denken, dat is geen denken. En laat je niet te veel wijsmaken door al die ethici en psychologen met hun normen en waarden. Dat is gevaarlijk volk."
Ben jij dat niet ook?
“Natuurlijk ben ik dat ook! Mensen moeten vooral niet naar de Denker des Vaderlands luisteren. Ik ben overbodig. Ik geloof niet in het Vaderland en probeer ook nog eens niet te veel te denken.”
Het is best lastig om dat van jouw positie te aanvaarden.
“Je bedoelt, van de Denker des Vaderlands?”
Ja. Men hoopt wellicht op iemand die richting geeft.
“Dat ben ik niet van plan. Wel om filosoof te zijn. Ik ben Denker des Vaderlands, geen Leider des Vaderlands.”
Niet iedereen heeft evenveel vertrouwen in leiders.
“Nee, en dat moeten ze ook niet in denkers hebben. Ze moeten zelf maar een beetje denken. Maar vooral ook niet te veel. Dan wordt het allemaal zo duister. De uitdaging is om vrolijk te blijven. Ook als we niet meteen een uitweg zien.”
René ten Bos is hoogleraar filosofie aan de managementfaculteit van de Radboud Universiteit in Nijmegen. De laatste jaren schreef hij boeken over Water en het Antropoceen. Voor zijn boek Bureaucratie is een inktvis won hij in 2016 de Socratesbeker, prijs voor het beste toegankelijke filosofieboek van het jaar. Op 21 april zie je hem in levende lijve op de Nacht van de Filosofie in Nijmegen.