Yernaz Ramautarsing: “Ik dacht dat ik als Surinamer met meer kon wegkomen”
- Interview
- 03 apr 2018
- 15 minuten leestijd
Onze Jeroen Pen interviewde Yernaz Ramautarsing twee jaar geleden over racisme en IQ. In januari werd dat stuk plots nieuws, wat het (voorlopige) einde van de politieke carrière van Yernaz bij Forum voor Democratie inleidde. Jeroen werd ondertussen met de dood bedreigd. Nu blikken ze samen terug op de afgelopen drie maanden.
Yernaz Ramautarsing neemt in de zomer van 2016 zelf contact met me op. Het is vlak nadat rapper Typhoon door de politie is aangehouden omdat hij door de omvang van zijn auto geldt als verdacht. In de nasleep interviewen we een aantal zwarte Nederlanders over de grootte van (al dan niet institutioneel) racisme. Geen idee dat overloopt van de originaliteit, maar we voelden als redactie dat het onderwerp belangrijk was en stuitten op een aantal goede sprekers. Vonden wij althans zelf – via Twitter vraagt politicologie-student Yernaz enigszins kribbig of we ook van plan zijn een rechts geluid te laten horen.
Met het oog op volledigheid stem ik in, en een paar dagen later volgt het interview in een Amsterdams café. Fanatiek libertariër Yernaz gelooft heilig in de markt en vindt (institutioneel) racisme onzin. Hij wijst op het belang van IQ, wat volgens hem dan weer hoger is bij het ene volk dan bij het andere. Gedurende een kleine twee uur zijn we het vrijwel geen seconde met elkaar eens, maar het gesprek verloopt in een gezellige sfeer.
Veel ophef komt er na publicatie niet: Brandpunt+ is op dat moment nog een vrij onbeduidend millennial-blogje, met een marginale achterban.
Fast forward naar 2018 en het interview wordt plots ons meest gelezen stuk. Yernaz staat inmiddels op nummer twee voor de Amsterdamse gemeenteraadsverkiezingen namens Forum voor Democratie, de partij waar hij sinds de herfst van 2016 actief lid van is. Op maandag 29 januari gaat voorman Thierry Baudet in de Stadsschouwburg in debat met Femke Halsema. Die laatste opent de aanval, met als voornaamste wapen: het interview van bijna twee jaar eerder. Halsema verwijt Baudet racisme.
Het leidt het (voorlopige) begin van het einde van de politieke carrière van Yernaz in; nog geen vijf weken later trekt hij zich terug als kandidaat raadslid. Maar ook voor mijzelf volgt een even merkwaardige als hectische periode. Ongeveer een week later komen de eerste anonieme bedreigingen binnen. Lieden met de Nederlandse vlag of de karakteristieke alt-right kikker als profielfoto sturen me privéberichtjes. Dat ik een linkse kutjournalist ben, die nodig een toontje lager moet zingen. Om hun dreigementen kracht bij te zetten, vermeldt een enkeling mijn huisadres erbij.
Ik negeer het advies van mijn collega’s om aangifte te doen – mannen als Geert Wilders en Quincy Gario krijgen immers vele malen meer dergelijke blubber over zich heen, en daar gebeurt zelden iets mee. Bovendien gaat het om anoniempjes op sociale media, en lijkt de kans me klein dat er daadwerkelijk een in Nederlandse vlag gehulde idioot met een zwaard in de hand hier de trap op komt stormen. Nee echt, verzeker ik iedereen die het horen wil, het gevaar is te verwaarlozen.
Ik zet voor de zekerheid wel een hockeystick naast mijn voordeur. Je weet maar nooit.
Foto: Tim Pen/Brandpunt+
Pas na de verkiezingen wil Yernaz een vervolginterview doen, bij hem thuis, in Amsterdam – óns Amsterdam.
Ons laatste treffen heeft aardig wat schade aangericht, maar de net als ik dertigjarige Yernaz begroet me gebroederlijk. “Hé man, alles goed?” Op 1 januari hadden we dit jaar allebei anders voor ons gezien, merk ik even later op. “Ja,” zegt Yernaz, “ik had niet verwacht dat het zo’n train wreck zou veroorzaken. Ik heb het bewuste interview vaak teruggelezen, en denk elke keer: ‘Kom óp.’ En kut van die bedreigingen, trouwens. Dat slaat nergens op.”
Yernaz verruilde in 1990 Suriname voor Amsterdam. Met zijn moeder; zijn broer en zus volgden een jaar later. Vader Ramautarsing was toen al niet meer in beeld.
Jarenlang zaten we hemelsbreed nog geen drie kilometer van elkaar verwijderd op de middelbare school. Ik op het Geert Grote College; hij op de Christelijke Scholengemeenschap Buitenveldert. Ik droeg toen regelmatig een Ajax-shirt; Yernaz gooide hoge ogen door als enige CSB'er vaak in een Feyenoord-shirt op het schoolplein te verschijnen. “Gewoon, een beetje provoceren. Iedereen was voor Ajax, en ik was toen al best een rebel,” blikt hij daarop terug.
Waarom in vredesnaam Feyenoord, wil ik weten. “Toen mijn broer naar Nederland kwam, had je allemaal Surinamers. Gaston Taument, Regi Blinker, Henk Fraser, Ulrich van Gobbel. Wij zijn trotse Surinamers hè, dus mijn broer koos voor Feyenoord. En in zijn kielzog deed de rest van de familie hetzelfde.”
Bij Ajax liepen een paar jaar later ook aardig wat Surinaamse-Nederlanders rond, merk ik op. “Dat is de grap ja, jullie wonnen toen alles wat er te winnen viel. Alleen: ik ben een loyaal mens. Als ik me ergens aan verbind, is dat meestal voorgoed.”
Verkozen worden, deze stad redden: ik keek ernaar uit
Na het debat in januari tussen Thierry Baudet en Femke Halsema noemt vicepremier Kajsa Ollongren Forum voor Democratie een staatsrechtelijke bedreiging, en sluiten een aantal Amsterdamse fracties FvD uit als regeringspartner. Yernaz houdt zich stil, nadat Thierry hem op het hart heeft gedrukt dat de partij hem steunt. “Hij belde me twee dagen na dat debat, vroeg wat ik had gezegd. Ik legde het uit, waarop Thierry reageerde: ‘Jezus, waarom doen mensen daar zo moeilijk over?’”
Pas als de landelijke lijsttrekkers met elkaar in debat gaan in De Balie, laat Yernaz weer prominent van zich horen. Nadat zijn partij racisme verweten wordt, stormt hij het podium op, het geprinte interview in zijn hand geklemd. Beveiligers komen aangesneld en dirigeren hem terug naar zijn plaats in het publiek.
“Mensen zeggen dat erin staat dat iedereen die niet blank is, dom is. Maar je moet echt je best doen om dat er in te lezen, dus ik dacht: kom, laat ik even een voordracht geven,” zegt Yernaz nu. “Ze logen over me, allemaal.” En dat daarmee zijn toekomst in het geding kwam, was hem toen wel duidelijk. “Of het mijn droombaan was? Nee, dat zou de Tweede Kamer zijn. Maar verkozen worden, deze stad redden: ik keek ernaar uit.”
Wat wilde je eigenlijk gaan doen in de gemeenteraad?
“Ach, lees ons verkiezingsprogramma maar terug. Ik was in ieder geval van plan die hele Stopera onder de tafel te lullen, eindelijk eens af te rekenen met het partijkartel.”
Ha, jullie stokpaardje – het partijkartel, waarin carrièrepolitici elkaar onvermoeibaar baantjes toeschuiven.
“Ja. Ook, of misschien wel juist, hier in Amsterdam.”
Je bent dertig, Forum voor Democratie is je derde partij. Ben jij niet zelf het schoolvoorbeeld van die verfoeide carrièrepoliticus?
“Ik vind van niet. In 2012 stond ik op de lijst bij de Libertarische Partij, niet een heel professioneel clubje. Daarna heb ik op de lijst gestaan van Artikel 50, wat alleen een partij voor het Europees Parlement was. En sinds 2016 zit ik bij Forum. Dat valt toch wel mee?”
Ik heb niets tegen carrièrepolitici hoor. Het is een belangrijk beroep; fijn als mensen daar hun tijd in willen investeren.
“Ik denk wel dat ik een goed politicus zou zijn. En ik ben een libertariër van het fanatieke slag. Ik wil een kleine overheid, liefst zo klein als mogelijk. Als een partij bij die idealen past, wil ik me daar graag voor inzetten.”
Foto: Tim Pen/Brandpunt+
De nekslag komt voor Yernaz als de Volkskrant fragmenten uit een appgroep van jonge politici publiceert. De Amsterdammer trekt daarin een verband tussen het legaliseren van het homohuwelijk en het afnemen van het gemiddelde IQ in het westen. Wéér ophef, wéér valt half Nederland over Forum voor Democratie. Die zaterdag trekt Yernaz zich terug als kandidaat – in het belang van de partij, schrijft hij in een verklaring.
Je lag al onder een vergrootglas.
“Klopt, ja, al kwamen die appjes uit december.”
Heb je jezelf daarmee eindelijk kapot geprovoceerd?
“In zo’n app-groep ontstaat een dynamiek, een bepaalde toon. Je probeert elkaar uit de tent te lokken, een beetje uit te dagen. Sommige deelnemers spraken bijvoorbeeld hun bewondering voor Stalin uit. Dat werk.”
Dat zal best, maar het houdt een keer op.
“Het was niet handig van me, dat zie ik nu ook in.”
Je blijft nu voor altijd die rare gast die IQ heilig heeft verklaard.
“Dat frame is ergens tussen ons interview en het uitlekken van die appjes inderdaad ontstaan. Ik weet het niet. Ik had gedacht dat ik als Surinamer met meer weg kon komen. Zo van: luister, ik kom uit Suriname, ik ben zwart, dan mag ik het toch wel hebben over het gemiddelde IQ in dat land?”
Waar komt die fascinatie met IQ vandaan?
“Ik wil de wereld begrijpen, verklaren. Het westen is gemiddeld veertien IQ punten verloren, de afgelopen jaren. Wist je dat?”
Ik ben kapotgemaakt door mensen met een politieke agenda, door mensen die het debat niet met mij aan willen gaan
Nee. Ik hou me daar eerlijk gezegd niet zo mee bezig.
“Ik wel, ik vind het mateloos interessant. Dat staat los van mijn politieke ambities. Hoe kan zoiets gebeuren? Is het voeding – eten we te vet, of te veel suiker? Ik wil de wereld verklaren. Dus als we vier IQ-punten verliezen vanwege voeding, twee door klimaat, en misschien één door het homohuwelijk, dan heb ik een deel van de puzzel gelegd.”
Begrijp je dat dit veel mensen tegen de borst stuit?
“Nee, want ik probeer iets te onderzoeken en verklaren. Voor de duidelijkheid: ik stel geen beleid voor. Op het vlak van voeding kunnen we misschien wat doen, maar als libertariër zou ik nooit tegen het homohuwelijk ageren. Dat schaar ik namelijk onder vrije wil.”
Maar je koos voor de gemeenteraad, niet voor de universiteit. Met andere woorden: voor beleid maken.
“Ja, maar ik hou van het spel, van redetwisten. Die honger naar kennis – hoe werkt de mens, hoe werkt de markt – is alleen te stillen in het publieke debat. Alleen ben ik kapotgemaakt door mensen met een politieke agenda, door mensen die het debat niet met mij aan wilden gaan.”
Boekenkast in de slaapkamer van Yernaz Ramautarsing. Foto: Tim Pen/Brandpunt+
Ik ben het met je eens dat het publieke debat in Nederland moeilijk te voeren is, anno 2018. Ik vind Forum voor Democratie alleen niet echt een vaandeldrager van redetwist en nuance.
“Hoe bedoel je?”
Wanneer heeft Thierry Baudet zich voor het laatst kritisch laten bevragen? Ik citeer jullie persvoorlichter: ‘We hebben de komende tijd geen plaats voor inhoudelijk zware interviews.’
“Elke partij heeft een mediastrategie, hè.”
Thierry wordt van gemeenschapsgeld betaald. Daar hoort hier en daar toch een stevig vraaggesprek bij?
“Wij willen graag debatteren hoor, maar je hebt toch gezien hoe het ging in de Balie?”
Toen jij met Anne Fleur Dekker in debat ging in Rotterdam, nam je joelende aanhang mee. Thierry Baudet roept op zijn beurt op tot het ontslag van een weerman.
“Dat met Anne Fleur, dat waren gewoon Forum-aanhangers, die had ik niet speciaal meegenomen of zo. Maar goed. Misschien is het publieke debat wel niet de verantwoordelijkheid van een politieke partij. Maar nogmaals: het wordt ons niet makkelijk gemaakt, met al die idiote verwijten.”
Jullie staan er wel voor open?
“Ik ken Thierry al meer dan vier jaar, we lijken op elkaar. We zijn allebei vrije denkers in een land dat niet meer zo vrij is. Thierry heeft een open vizier en een aangeboren nieuwsgierigheid. Hij is het type dat tegen iedereen met een controversieel of mogelijk disruptive idee zegt: ‘Vertel me daar meer over.’”
Mensen als de Amerikaanse racistische denker Jared Taylor, bijvoorbeeld.
“Dat was misschien onhandig, strategisch gezien. Maar het kan toch geen kwaad naar iemands ideeën te luisteren? In de jaren dat ik Thierry ken, is hij nooit over ras begonnen. Hij is gewoon het type mens dat zoveel mogelijk kennis en informatie tot zich wil nemen.”
Zij het uit een bepaalde hoek.
“Ja, misschien wel. Dat is toch niet zo gek?”
Ik vind jullie vaak zo fel over links. Dan denk ik: kom op, je hebt het over miljoenen Nederlanders, nuanceer eens een beetje.
“Hoe bedoel je?”
Jij spreekt vaak over links alsof het een homogene entiteit is, een soort groot monster zonder onderlinge verschillen.
“Jij vindt niet dat links bepaalde karakteristieken heeft? Er is toch links gemeengoed. Hogere belastingen, dat soort dingen.”
Mijn tweede natuur is: de grens opzoeken, prikkelen, hard het debat aan gaan
Er is zeker gemeengoed, maar er zijn ontzettend veel grijstinten.
“Ik vind het eerlijk om een ideologie te beoordelen op z’n uiterste consequenties.”
Snap je dan dat mensen zeggen: we beoordelen die Yernaz op de uiterste consequenties van het heropenen van de discussie over het verband tussen ras en IQ?
“Ik zou tegen ze zeggen: als ik beleid zou voorstellen, dan hebben jullie gelijk. Alleen is dat niet het geval. Nogmaals, ik probeer het publieke debat aan te zwengelen. Ik hou zó van dat debat.”
Meer zit er niet achter?
“Meer zit er niet achter.”
Je meldde je twee jaar geleden zelf bij mij. Heb je behoefte aan aandacht?
“Voor mijn ideeën zeker. Voor mij als mens hoeft dat niet zo. Kijk maar naar mijn sociale media: ik deel geen foto’s van meisjes, etentjes of strandvakanties. Dat type aandacht betekent niets voor me. Ik wil wel erkenning voor mijn stukken, mijn meningen en mijn ideeën.”
Is constant provoceren daar de beste strategie voor gebleken?
“Weet je wat het is: mijn stijl zorgde ervoor dat ik op tv kwam.”
Was dat het doel?
“Op tv komen betekent dat je de kans krijgt je in het publieke debat te mengen, en dat wil ik. De hele zooi verklaren, en door elkaar constant te aaien lever je daar geen bijdrage aan. Mijn tweede natuur is: de grens opzoeken, prikkelen, hard het debat aan gaan. Soms ga ik ver, maar dat doe ik om te ontdekken uit welk hout mijn tegenstander is gesneden. Die stijl, die is krachtig. Het is een talent dat ik heb gecultiveerd, het heeft me gebracht waar ik nu ben.”
En het kostte je uiteindelijk de kop.
“Als politicus, ja. Als opiniemaker is Nederland nog niet van me af. Wat ik ga doen? Iets met Suriname en Amerika en het publieke debat, meer wil ik er nog niet over kwijt. Behalve dat ik niet ga emigreren dan.”
Foto: Tim Pen/Brandpunt+
Voor het ingeplande uurtje verstreken is en Yernaz weg moet, mijmeren we nog even over ons Amsterdam. Ik vraag hem wat hij liefheeft aan de stad. “Nou ja, de architectuur natuurlijk. En de attitude van de Amsterdammer: elkaar afzeiken, maar nooit laten stikken. Als iemand op straat struikelt, helpt een voorbijganger hem of haar direct overeind. Terwijl een derde persoon een geintje maakt over de situatie. Serieus, ik hou van Amsterdam.”
De kiezer heeft gesproken – Amsterdam is en blijft een linkse stad.
“Ja, en we zijn onze voortrekkersrol verloren. De rest van Nederland kijkt naar ons en denkt: ‘Die zijn gek.’ Waar stáán we nou nog voor?”
In de tijd van provo’s en krakersrellen vond de rest van het land ons toch óók gek?
“Ja, maar toen gebeurde er tenminste nog wat. Nu heb je BIJ1, en allerlei leuke gesprekjes over genderneutrale toiletten.”
Waar zouden de gesprekken dan over moeten gaan, vind jij?
“We zouden meer mogen pronken met onze geschiedenis. Dit is de stad waar kapitalisme is gebouwd. De Beurs van Berlage, de kosten die voor de baten gaan… Dat zijn the origins of capitalism. Dát is Amsterdam, dáár moeten we trots op zijn.”
Er zijn veel mensen die vinden dat we ons daar juist voor moeten schamen. De meerderheid is enthousiaster over de progressieve smoel die de stad de afgelopen zestig jaar kenmerkte.
“Ja, dat is ook zo. Helaas. Misschien verkondig ik een geromantiseerd verhaal, maar dat geldt ook voor het nu dominante narratief - de stad als progressief paradijs.”
Waar zou Amsterdam zich mee moeten profileren?
“Met vrijheid van meningsuiting. Iedereen zou hier moeten kunnen zeggen wat-ie wil. En dat zo mogen formuleren als het hem goeddunkt.”
Zou je in het kader daarvan de mensen die mij dreigende berichtjes stuurden willen vragen dit niet meer te doen?
“Ik heb geen idee wie dat zijn hè, al verwacht ik niet dat het nu weer gaat gebeuren. Maar voor de duidelijkheid: laat Jeroen met rust!”