Hoe lang blijven Israël en Nederland nog besties?
- Artikel
- 26 mei 2021
- 8 minuten leestijd
Wéér was er een geweldsuitbarsting, wéér sneuvelden honderden Palestijnen, wéér gaat Israël door met het nederzettingenbeleid en wéér spreekt Nederland haar steun uit voor haar BFF in het Midden-Oosten. Hoe lang houdt deze vriendschap nog stand? Journalist Lars zoekt het uit.
Het zal je niet zijn ontgaan: nadat voor de zoveelste keer een aantal Palestijnse families uit hun huis in Oost-Jeruzalem gezet dreigde te worden en de Israëlische politie de voor moslims heilige al-Aqsa-moskee binnenviel, laaide het geweld tussen Hamas en de Israëlische regering deze maand in rap tempo op. De geweldsuitbarsting kostte tot het staakt-het-vuren van 21 mei 2021 aan Palestijnse zijde 248 levens (waarvan 66 kinderen) en aan Israëlische zijde 13 levens (waarvan twee kinderen).
In Nederland werden we eraan herinnerd hoe licht ontvlambaar de situatie in het gebied nog altijd is en hoe ver weg een vreedzame oplossing lijkt te zijn. Maar er viel nog iets op: de reactie van onze demissionaire minister president. De eenzijdige steun die Rutte namens Nederland uitsprak aan de Israëlische regering (specifiek: haar recht op zelfverdediging) herinnerde ons er óók aan dat als puntje bij paaltje komt, onze regering vierkant achter haar BFF in het Midden-Oosten staat.
Voor Erwin van Veen, onderzoeker en Midden-Oostendeskundige aan het Clingendael Instituut, kwam Rutte’s reactie niet als een verrassing. Ik vroeg hem hoe de innige band tussen Israël en Nederland is ontstaan, welke belangen er vandaag de dag nog spelen en of de vriendschap wel een toekomst heeft nu de kritiek op het Israëlische regeringsbeleid ook in ons land steeds luider klinkt.
Mocht je voordat je verder leest een opfriscursus kunnen gebruiken over hoe de staat Israël ontstond of wat er allemaal aan de recente geweldsuitbarsting voorafging, klik dan op de ingebedde links.
Schuldgevoel
Al sinds de oprichting van de staat Israël in 1948 is de positie van de Nederlandse regering min of meer onveranderd gebleven, zegt Van Veen. “Nederland is van oudsher pro-Israël, het wordt zelfs als één van de meest pro-Israëlische landen van Europa gezien.” Volgens de onderzoeker is de onderlinge band voor een belangrijk deel ontstaan uit het schuldgevoel dat Nederland overhield aan de Tweede Wereldoorlog. “Daarin onderscheidde Nederland zich niet bepaald positief als het aankomt op de deportatie van haar Joodse bevolking. Ook is er vanuit de historie een sterke religieus-emotionele band onder met name christelijke partijen met Israël als het beloofde land voor het Joodse volk.”
In de jaren negentig steunde de Nederlandse regering de Oslo-akkoorden, een vredesovereenkomst tussen de Israëlische regering en de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie (PLO). Daarin werd vastgelegd dat beide partijen zich zouden neerleggen bij de landsgrenzen zoals ze bestonden voorafgaand aan de Zesdaagse Oorlog in 1967, toen Israël haar territorium verdrievoudigde. Naast de Palestijnse Gazastrook werd de Palestijnse Westelijke Jordaanoever volgens de Oslo-akkoorden verdeeld in drie zones: A, B en C (zie onderstaande afbeelding), waarvan het overgrote deel onder Israëlische militaire controle kwam te staan.
Sindsdien pleit de Nederlandse regering formeel voor een zogeheten ‘tweestatenoplossing’, waarbij de Gazastrook en de hele Westelijke Jordaanoever, inclusief Oost-Jeruzalem, samen de (toekomstige) Palestijnse staat vormen. Probleem is alleen dat zowel Palestijnse als Israëlische machthebbers met hun beleid intussen steeds verder verwijderd zijn geraakt van zo’n tweestatenoplossing.
En terwijl hun strijd om vrijheid, autonomie en grondgebied voortduurt, blijft Nederland volgens Van Veen in praktijk aan de zijde van Israël staan. “In Den-Haag wordt over het algemeen de Israëlische interpretatie van het conflict aangehangen: het frame van een kwetsbaar land in een lastige regio dat zich moet verdedigen tegen terroristen van bijvoorbeeld Hamas. In dat licht moet je ook de tweet van Rutte zien.”
Maar hoe rationeel is die voortdurende steun? Kijken we naar de feiten en cijfers, dan wijst niets erop dat Nederland opkomt voor de underdog in het conflict. Sterker nog: Israël heeft zowel bestuurlijk als militair enorme overmacht, zo blijkt ook weer uit het verschil in dodental van de afgelopen weken. Niet voor niets vielen er aan Palestijnse zijde twintig keer méér doden dan aan Israëlische zijde, een contrast dat zich bij het oplaaien van geweld al jarenlang herhaalt.
Bovendien is er vanuit de internationale gemeenschap steeds meer kritiek op de structurele discriminatie en onderdrukking van Palestijnen door de Israëlische overheid. Ook het agressieve en volgens de VN illegale nederzettingenbeleid onder leiding van de joods-nationalistische premier Netanyahu en zijn voorgangers leidt herhaaldelijk tot scherpe veroordelingen. Op dit moment leven er ruim 600 duizend Israëlische settlers in Oost-Jeruzalem en de Westelijke Jordaanoever, ook in zones die volgens de Oslo-akkoorden onder Palestijns bestuur vallen. Op basis van overheidsdocumenten stelt Human Rights Watch dat de nederzettingen bewust worden gebouwd om de Palestijnse bevolking van elkaar te scheiden en de macht van joodse Israëliërs in het gebied te versterken.
PR-machine
Genoeg redenen om de vriendschap te verbreken, of toch tenminste óók het lot van de Palestijnse bevolking openlijk te behartigen, zou je denken. Waarom gebeurt dat dan niet? “De laatste tijd hebben rechtse en christelijke partijen vaak een belangrijk deel van de Nederlandse regering gevormd”, zegt Van Veen. “Traditioneel gezien zijn het de links-progressieve partijen die zich hard maken voor de Palestijnse zaak.”
Daar zit wat in. Zo ontkende Gert-Jan Segers van de ChristenUnie onlangs nog stellig dat de door Israël hermetisch afgesloten Gazastrook überhaupt aangemerkt kan worden als bezet gebied.
Nederland zou Nederland niet zijn als er bij het in stand houden van een vriendschap niet ook wat strategische belangen meespelen. Maar volgens Van Veen zijn de ‘harde’ belangen redelijk beperkt. “Voor de Nederlandse economie is Israël niet echt belangrijk, de EU is voor Israël een veel grotere afzetmarkt dan andersom. En geopolitiek gezien zijn wij zo’n klein landje dat een bondgenootschap in het Midden-Oosten voor ons niet noodzakelijk is, anders dan voor een grootmacht zoals de VS.”
Het tevreden houden van onze grote zus aan de andere kant van de Atlantisch Oceaan biedt mogelijk wél een verklaring. “Als je leuk, lief en aardig bent voor Israël, dan levert dat bij de Amerikanen zeker kredietpunten op.”
Wat we ons volgens Van Veen ook moeten realiseren, is hoe goed de PR-machine van de Israëlische regering draait. “Ze zijn een meester in het spinnen van het narratief. Een paar jaar geleden is er zelfs een ministerie van Strategische Zaken opgericht dat zich daar volledig mee bezighoudt. Er wordt veel geïnvesteerd in lobbyisten die naar Brussel en Washington worden gestuurd. Buitenlandse organisaties die het opnemen voor de Palestijnen kunnen rekenen op een lastercampagne.”
Daarbij komt dat het de Palestijnen maar niet wil lukken om een eenheidsregering te vormen in hun grondgebied. Op de Westelijke Jordaanoever is feitelijk de partij Fatah aan de macht, in Gaza is dat Hamas, een islamitisch-nationalistische beweging die in Nederland op de terreurlijst staat. Daardoor mogen Nederlandse diplomaten niet met vertegenwoordigers van Hamas in gesprek gaan en is het lastig om banden te onderhouden.
Publieke opinie
In eigen land maken we ons inmiddels wél op voor de formatie van een nieuwe regering, en daarin zouden zomaar eens linkse partijen terecht kunnen komen. In ieder geval het progressieve en mensenrechten-minnende D66, zo is de verwachting. Zou dat het einde van de Nederlands-Israëlische vriendschap kunnen betekenen?
“Onwaarschijnlijk”, zegt Van Veen. “Voorlopig verwacht ik geen beleidswijzigingen.” De stemmen die tijdens een Kamerdebat op 20 mei werden uitgebracht, beloven inderdaad weinig verandering. Zo stemden alleen SP, Denk, Bij1, Partij voor de Dieren en Fractie Den Haan in met het verzoek om afstand te nemen van de eerder genoemde tweet van Rutte. Het verzoek aan de regering om in EU-verband concrete maatregelen te nemen tegen Israël indien de annexatie van Palestijns grondgebied voortduurt, kon daarnaast rekenen op steun van GroenLinks en PvdA, maar niet van D66.
Blijven Nederland en Israël dan écht besties tot in den treure? Dat hangt volgens Van Veen vooral af van hoe de publieke opinie zich ontwikkelt. Opvallend is dat de Nederlandse bevolking, in tegenstelling tot onze politici, in de loop der jaren wél kritischer is geworden op het Israëlische beleid. Slechts 21,5 procent zegt nog een positief beeld te hebben van Israël, al leidt dat niet automatisch tot meer solidariteit met de Palestijnen. Behalve onder jongeren, daar lijkt wel een kentering gaande te zijn.
“De publieke opinie begint steeds meer af te wijken van de politieke opinie”, ziet ook Van Veen. “De vraag is of het partijen op termijn ook stemmen gaat kosten, dat blijft toch een belangrijke motivatie om een eigen standpunt te herzien. Zolang andere onderwerpen meer prioriteit krijgen bij verkiezingen, zie ik dat niet zo snel gebeuren.”