Jeanette Chedda: “Problemen ontstaan door het systeem, niet door mensen”
- Artikel
- 01 maa 2021
- 7 minuten leestijd
“De stem van mensen met een beperking, chronische ziekte of psychische kwetsbaarheid ontbreekt in de huidige politiek.” Daarom heeft Jeanette Chedda (37) zich kandidaat gesteld bij de politieke partij BIJ1. Wij spreken haar over deze positie en haar activisme in de politiek.
Door Elisa Lo-A-Njoe
Hoi Jeanette, naast 4e kandidaat bij BIJ1 ben je ook anti-validisme-activist. De term validisme wordt volgens een artikel bij OneWorld gebruikt “om discriminatie, marginalisering en stigmatisering van mensen met een functiebeperking op grond van hun lichamelijke, verstandelijke en/of psychische gesteldheid aan te duiden”. Wanneer ben je begonnen met aandacht geven aan validisme?
“Toen ik erachter kwam dat mijn beperking niet een probleem is, maar de ontoegankelijke samenleving. Ik heb namelijk heel lang geloofd, en dat heb ik impliciet en expliciet ook meegekregen in onze samenleving, dat mijn beperking een probleem is. Ik wil niet dat kinderen met een beperking, chronische ziekte of psychische kwetsbaarheid opgroeien met het idee dat er iets mis met ze is.”
In welke situaties kwam je oog in oog te staan met deze ontoegankelijke samenleving?
“Of het nou gaat over werk, toegankelijkheid, onderwijs of wonen. Als ik de deur uitga en ik blijf haken in een gat in de stoep, dan kan ik vallen uit mijn rolstoel. Als ik ga solliciteren en ik heb betere kwalificaties dan een persoon die niet in een rolstoel zit, dan is de kans groot dat ik de baan niet krijg alleen omdat ik in een rolstoel zit. Als ik wil verhuizen moet ik er rekening mee houden dat het huis toegankelijk is, maar ook als ik op visite ga. Als ik een nieuwe opleiding wil volgen dan moet ik eerst kijken of het gebouw rolstoelvriendelijk is. Ik heb er elke dag mee te maken.”
Hoe zou je een wereld zonder validisme voor je zien?
“Een wereld waarin ik als gehandicapte vrouw van kleur dezelfde rechten heb als een mens zonder handicap. Eentje waarin het feit dat ik in een rolstoel zit, niks zegt over mijn waarde of bijdrage aan deze samenleving. Een wereld waarin ik serieus word genomen, word gezien, word gewaardeerd, waarin ik er gewoon mag zijn.”
Hoe zouden wij Nederlandse burgers daarmee moeten beginnen?
“Ik denk dat Nederlandse burgers moeten stoppen om waarde te hechten aan mensenlevens die niet voldoen aan de norm van de witte cis-heteroman. Als ik me voortbeweeg in een rolstoel betekent dat niet dat ik minder waard ben dan een mens die loopt. Als ik een chronische ziekte heb betekent dat niet dat ik minder te bieden heb aan deze samenleving, dan iemand die geen chronische ziekte heeft. Ik wil af van de manier waarop we waarde leggen op andere mensenlevens die samenhangt met zogenaamde productiviteit.”
“Een voorbeeld is hoe er wordt gekeken naar het daklozenprobleem. Niet-daklozen zijn niet het probleem, maar de woningnood is het probleem. Het gaat om op een andere manier naar de problematiek leren kijken. Er wordt steeds schuld op de mensen geschoven terwijl de problemen ontstaan door het systeem. Daar moet verandering in komen.”
Is er een verschil tussen Jeanette als de activist en Jeanette als de politica?
“Ik zie dat niet als twee verschillende dingen. Mijn politieke betrokkenheid komt voort uit mijn activisme. BIJ1 is een groep activisten die in de politiek gaat. Ik zie dat niet los. Er zullen wel andere spelregels zijn, maar dat leer ik vanzelf. Ik hoop dat ik met elke beslissing altijd in mijn achterhoofd blijf houden dat elke stap die ik maak, invloed heeft op mensenlevens. Maar ik weet nog niet wat erop me af gaat komen. Ik wil ieder geval niet iemand anders worden. Ik wil bij mezelf blijven.”
Heb je vertrouwen in de politiek?
“Op dit moment niet. Er zitten mensen waarmee ik mij niet kan identificeren. De stem van mensen met een beperking, chronische ziekte of psychische kwetsbaarheid ontbreekt in de huidige politiek, laat staan een stem van een gehandicapte vrouw van kleur. We zijn met een groep van ruim drie miljoen mensen en de representatie in de politiek is 0,3%. Dat moet beter. Daarnaast wordt er vaak op een ingewikkelde manier gesproken. Ik ben theoretisch opgeleid, maar ik kan vaak niet begrijpen wat er wordt gezegd. Ik wil dat het taalgebruik zo normaal mogelijk wordt, zodat het voor iedereen toegankelijk is.”
“Ook wordt er niet besproken wat ik belangrijk vind, thema’s als armoedebestrijding, investeren in zorg, onderwijs en de vitale beroepen. Ik vind dat we de mens weer voorop moeten zetten en richting een verzorgingsstaat gaan. Dat iedereen mee kan doen en als dat niet kan, dat we helpen. Dat we problemen gaan aanpakken bij de wortel en niet symptomen gaan bestrijden.”
Hoe zie jij het uiteindelijke beleid voor je voor deze drie miljoen mensen?
“Dat Nederland minimaal het VN-verdrag Handicap gaat naleven op alle leefgebieden. De overheid doet nu het minimale als het niet minder is. Als je kijkt naar de pandemie worden risicogroepen al een jaar aan hun lot overgelaten ondanks het VN-verdrag. Dat is een schending van artikel 11. En nu wordt de vaccinatie van mensen uit deze risicogroep (jonger dan 60 jaar) steeds meer verder naar achteren geduwd. Mensen zitten al meer dan een jaar zonder vooruitzicht binnen. Dat moet veranderd worden door terug te kijken naar de basis van het VN-verdrag Handicap.”
“Ook denk ik dat het heel belangrijk is dat we mensen in de politiek krijgen die vanuit ervaring kunnen spreken. Die hebben meegemaakt wat het beleid voor gevolgen heeft gehad. Als ik naar het huidige parlement kijk, vraag ik mij weleens af of zij ooit in de schoenen hebben gestaan van een gemiddelde burger en ervaring hebben met de problemen in de samenleving. De huidige politiek is oude politiek. BIJ1 brengt nieuwe politiek: politiek vanuit ervaringsdeskundigheid.”
Waarom is ervaringsdeskundigheid belangrijk in de politiek?
“Je kunt een voorstelling maken van het leven in een rolstoel, maar je kunt dat nooit 100% weten hoe het is en waar je tegenaan loopt. Ik kan wel vertellen hoe ik mijn leven ervaar als persoon in een rolstoel. Als je een oplossing wil bieden voor bijvoorbeeld veilig vervoer voor iedereen. Dan kun je niet een oplossing voor mij bedenken zonder mij erbij te betrekken, omdat jij niet goed genoeg kan bepalen wat voor mij veilig is. Ik vind het belangrijk dat mensen met verschillende ervaringen worden betrokken bij het beleid.”
Er speelt veel frustratie bij jou. Niet iedereen wil dan naar jou luisteren. Hoe wil je dit toch overbrengen?
“Als ik iets vertel, dan is de kans groot dat er emotie bij zit. Dat komt omdat de onderwerpen die ik adresseer mij persoonlijk raken. Politici zijn ook mensen. Ik vind dat we wel wat meer menselijkheid mogen laten zien in de politiek. Iedereen moet politiek kunnen bedrijven. Nu lijkt het alsof je een soort van supermens moet zijn om dat te doen. Dat is niet goed voor politici, maar ook niet voor mensen die daarnaar kijken. Mijn frustratie is verwerkt in alle problemen die ik ervaar en het is menselijk om het op mijn manier over te brengen.”
Wat ga je als eerste doen als je een plek in de Tweede Kamer krijgt?
“Het eerste wat ik mij dan afvraag is of de Tweede Kamer toegankelijk genoeg is voor mijn rolstoel. De stoelen zijn te groot, dus daar zou ik niet op passen. Ook zou ik moeten regelen hoe ik achter een katheder kan, want dat is weer veel te hoog. Toegankelijkheid is niet vanzelfsprekend. Ik wil dat de volgende generatie hier niet aan hoeft te denken. Mensen met een beperking, chronische ziekte of psychische kwetsbaarheid zijn ook onderdeel van de samenleving.”
Foto door Linda Bouritius Photography