‘Als kind zat mijn stiefvader continu aan me’: Cloé (21) doorbreekt de stilte
- Artikel
- 03 jan 2024
- 9 minuten leestijd
Cloé werd als kind seksueel misbruikt door haar stiefvader. Jarenlang durfde ze daar met niemand over te praten, nu wel: “Je moet het verleden onder ogen komen om door te kunnen gaan.”
TW: In dit verhaal komen ervaringen met seksueel geweld voor.
“In eerste instantie wilde ik mijn verhaal anoniem doen”, begint de 21-jarige Cloé. Ze zit op de bank in haar Tilburgse studentenkamer, met in haar handen een grote mok dampende thee. “Toch wil ik mijn verhaal herkenbaar vertellen, om anderen te helpen en het taboe te doorbreken. Van mijn zevende tot mijn twaalfde heeft mijn stiefvader continu aan mij gezeten. Je gaat als kind denken dat het je eigen schuld is. Maar dat is dus niet zo.”
Uit meldingen bij de politie tussen 2018 en 2022 blijkt dat seksueel geweld tegen kinderen in 58 procent van de gevallen plaatsvindt in de thuisomgeving, vaak in de woning van het slachtoffer. De dader is daarbij in veruit de meeste gevallen een familielid of bekende.
Daarom is in december 2023 de nationale campagne #durftezien van start gegaan. Slachtoffers schamen zich vaak, denken dat het hun eigen schuld is, of willen de pleger beschermen. De twee doelen van #Durftezien: slachtoffers aanmoedigen om zich uit te spreken én om hun omgeving niet weg te laten kijken van het leed, maar te luisteren naar het slachtoffer.
Van lieve moeder naar monster
Haar eerste levensjaren groeide Cloé op met een afwezige vader, die thuis weinig aandacht aan haar en haar één jaar oudere zus schonk. “Gelukkig was mijn moeder er”, vertelt Cloé. Haar moeder was op jonge leeftijd uit Togo via Frankrijk naar Nederland gevlucht. “Mama had twee banen tegelijkertijd om mij en mijn zus te onderhouden. Wanneer ze thuiskwam, ging ze ook nog eens koken. Het was een supersympathieke en vrolijke vrouw. Alsof ze een soort wonder woman was, want je merkte ook niks van haar moeilijke situatie.”
Dat veranderde in de loop van Cloé’s kindertijd. “Mijn moeder was dagelijks doodop door alle werkdruk. Thuis kreeg ze ruzie met papa. En toen raakten we ook nog eens verstrengeld in de toeslagenaffaire. Onze bank werd door de deurwaarder uit huis getrokken. We zaten en aten altijd op de grond. Toen ik ongeveer zes jaar oud was knapte iets in mama.”
“Ze knuffelde ons niet meer en lachte steeds minder. Ook werd ze gewelddadig en sloeg ons met een houten stok, een riem of zelfs de gordijnrails. Of we moesten vier uur lang op onze knieën zitten. Ook moest ik mijn eigen braaksel opeten. Op onze basisschool merkten de leraren dat ik continu onder de blauwe plekken zat en gekneusde en gebroken botten had. Maar van mama moesten we altijd ontkennen dat we mishandeld werden. Dat deed ze slim: de school kon pas ingrijpen als wij iets zeiden. Ook noemde ze me constant een mislukking. Het was echt heel raar. Ze ging van een leuke, lieve moeder naar… een monster.”
"We moesten hem kusjes op zijn mond geven en moesten vaak op schoot komen zitten"
Op schoot
Haar moeder kreeg een relatie met een familievriend, degene die uiteindelijk Cloé’s stiefvader zou worden. Cloé kende hem al vanaf haar eerste levensjaar. “We waren dol op hem, omdat hij altijd leuke dingen met ons deed. Hij kwam uit Nigeria en aangezien we Franstalig waren opgevoed, noemden we hem altijd tonton. Frans voor ‘oom’.”
Maar toen tonton Cloé’s stiefvader werd, veranderde zijn gedrag naar Cloé en haar zus. Ze waren toen zeven en acht jaar oud. “We moesten samen met hem douchen en dan ging hij ons wassen, maar niet op de manier waarop je een kind hoort te wassen. En daarna wilde hij ons altijd insmeren. We moesten hem kusjes op zijn mond geven en moesten vaak op schoot komen zitten. Dan had hij een stijve. En in plaats van ons te helpen, zei mama vóór het slapen dat we alvast met onze stiefvader naar boven moesten gaan. Als kind snapte ik toen niet helemaal wat er gebeurde.”
Eigen schuld
Toen de politie haar stiefvader oppakte bij een gevecht, ontdekten ze dat hij geen visum had. Hij werd het land uitgezet en vertrok naar mijn moeders familie in Togo. Toen Cloé’s moeder haar op haar twaalfde voor twee weken naar haar stiefvader in Afrika stuurde, werd de mishandeling alleen maar erger.
“Mijn halfzusje sliep naast me en hij zei altijd: ‘als ik het niet bij jou mag doen, doe ik het wel bij haar.' Dus ja, dan ik maar, dacht ik. Hij voerde rare rituelen op me uit en stopte voorwerpen in me. Na die twee weken hoorde ik dat mama zou komen. Ik was helemaal opgelucht, maar toen ik haar vertelde wat er allemaal gebeurd was, zei ze dat het mijn eigen schuld was. Ik schaamde me dood.”
De seksuele mishandeling en de manipulatieve acties van haar moeder en stiefvader lieten hun sporen na op Cloé. Terug in Nederland begon ze aan de havo, maar ze kreeg last van concentratieproblemen en woedeaanvallen. Door alle problemen moest ze stoppen met de havo. Ze belandde op het vmbo, “een racistische plek waar ik vaak voor ‘bosneger’ werd uitgemaakt.”
Intussen kreeg Cloé’s moeder een nieuwe man die nóg gewelddadiger was dan tonton. Het geweld escaleerde zo dat de politie en Veilig Thuis meermaals over de vloer kwamen – maar de kinderen moesten hun mond blijven houden tegen deze instanties.
"Als je moeder zegt dat dit alles je eigen schuld is, dan doet dat heel wat met je. Je gaat het geloven"
Niet meer naar huis
Het geweld stopte toen Cloé en haar zusje op de familiereünie van hun biologische vader waren. “Op een gegeven moment was mijn zus aan het huilen. Ze zei: ‘Ik wil niet meer naar huis! Kijk hoe Cloé eruitziet!’”
Even stopt Cloé met praten. De mok thee in haar handen heeft plaatsgemaakt voor een draadje dat ze uit haar trui heeft getrokken. Ze vertelt haar verhaal in alle rust, maar friemelt tegelijkertijd een halfuur lang nerveus aan dat draadje. “Ik woog een gram. Ik was superdun en zat onder de blauwe plekken. Gelukkig nam oma me mee.”
Hoewel Cloé nu veilig was, duurde de impact van het misbruik en geweld nog lang voort. Ze kreeg een eetstoornis, had nachtmerries en herbelevingen en een laag zelfbeeld. “Ook voelde ik schuld. Als je moeder zegt dat dit alles je eigen schuld is, dan doet dat heel wat met je. Je gaat het geloven.”
Tweeënhalf jaar geleden deed Cloé een zelfmoordpoging. “Voor de buitenwereld leek het alsof ik oké was, maar ik focuste vooral op school en niet op mijn problemen.” Na de poging werd ze in een ggz-instelling opgenomen en kreeg ze dagelijks therapie. Daarna ging de therapie door: drie keer per week. “Dat was heel heftig. Om het verleden te verwerken moet je alles herbeleven. Maar het werkte.”
Enorme leegte
Op haar bureau staat een stapel dikke boeken waar gekleurde post-it briefjes uitsteken: literatuur voor haar studie rechten aan de universiteit. Cloé mocht het vmbo versneld afronden en nadat ze haar propedeuse haalde, ging ze meteen door naar de universiteit. “Ik ben een erg gedreven persoon. Ik zag bij mijn ouders hoe fout het kon gaan, daarom ben ik geobsedeerd met de toekomst. Later wil ik kinderen zoals ik helpen. Bij hulpinstanties zitten dan wel mensen met goede bedoelingen, maar zij kunnen je nooit helemaal begrijpen als ze het zelf niet hebben meegemaakt.”
Ondanks dat het beter gaat met Cloé, heeft ze nog steeds last van een laag zelfbeeld en slapeloze nachten. Ze wijst naar een boekje dat op haar tafel ligt, eentje met een goudgroene kaft. “Ik voel nog steeds een enorme leegte in me. Maar ik schrijf het verleden van me af. Dat helpt echt.”
"Omring jezelf met mensen die oprecht om je geven"
Niet blijven hangen in het verleden
Wat ze zou meegeven aan anderen die ook te maken hebben gehad met seksueel geweld? “Allereerst facen wat er is gebeurd. Als je het wegstopt, ga je daar op lange termijn echt kapot aan. Verder is therapie heel heftig, maar het helpt écht. En nadat je het verleden onder het ogen hebt gezien, is het ook tijd om verder te gaan. Je kan niet altijd stil blijven staan bij wat er gebeurd is. Die twee weken in Togo waren voor mij echt een hel, maar wat zijn twee weken op een heel leven?”
Vervolgens somt Cloé alle mensen op aan wie ze veel heeft gehad. Haar zus, die haar aanspoorde om haar narcistische vriendje te verlaten. Haar oma, die zei dat ze in therapie moest gaan en een ouderrol vervulde. Haar tante en nicht, die haar elke dag naar de instelling brachten en ophaalden. En haar huidige vriend, die haar verzekerde dat ze zich nergens voor hoeft te schamen. Bij hem kan ze altijd blijven slapen als ze last heeft van nachtmerries.
Cloé: “Mijn vriend heeft me enorm geholpen. In mijn jeugd mocht ik geen vrienden hebben en daarom vond ik relaties opbouwen met anderen heel spannend. Hij oefende met me hoe je anderen aanspreekt. Door mijn opvoeding is het verleidelijk om met mensen om te gaan die slecht voor me zijn; dat ben ik van vroeger uit gewend. Maar nu ben ik omringd met een heel fijne groep vrienden die het begrijpen als ik een paar dagen niet reageer op appjes, of een afspraak afzeg. Omring jezelf met mensen die oprecht om je geven.”
Er is hulp
Heb je zelf te maken (gehad) met een nare seksuele ervaring? Dan kun je vrijblijvend en anoniem contact opnemen met Centrum Seksueel Geweld. Voor andere vormen van mishandeling is er Veilig Thuis, anoniem te bereiken op 0800 2000.