Kinderseksrobots: de Nederlandse douane ziet ze regelmatig
- Artikel
- 26 jul 2019
- 4 minuten leestijd
Kinderseksrobot: het woord alleen roept ongeloof en walging op. Toch bestaan ze echt. De Nederlandse douane ziet ze vaak voorbij komen, maar houdt ze niet tegen.
Grensbewakers spotten voor het eerst eentje in 2016. Sindsdien zien ze naar schatting zo’n tien keer per jaar een kist met vergelijkbare waar erin. Het gaat om levensechte poppen die kinderen moeten voorstellen: anatomisch correct en gemaakt van siliconenplastics die het gevoel van een menselijke huid nabootsen. De mate van ‘robotisering’ wisselt: soms zijn het niet meer dan zeer realistische mannequins, anderen kunnen een beetje praten of bewegen. “Beide komen voor”, aldus een douanewoordvoerder. Een van de oprichters van Welbo, een Nederlandse robotontwikkelaar, attendeerde me op een zaak in Engeland. Reden voor Brandpunt+ om navraag te doen of de kinderseksrobots ook hier gesignaleerd worden.
De producten zijn in ons land niet verboden en gaan dus gewoon met de pakketbezorger mee naar het bezorgadres. Niet alle vracht die ons land binnenkomt wordt gecontroleerd, dus waarschijnlijk zijn de tien jaarlijkse vondsten slechts het topje van de ijsberg. Potentiële afzenders zijn online niet moeilijk te vinden. Schimmige Japanse en Chinese sites, onder meer op het darkweb, bieden poppen aan voor prijzen variërend van 300 tot 3.000 euro. Bijgaande teksten laten weinig ruimte voor illusies wat betreft het gebruik van het product. “This is a sex doll for those who love little children”, valt op het darkweb te lezen. Op een grote site als AliBaba.com zijn tekst en beeld niet zo expliciet, maar ook hier leveren ranzige zoektermen als ‘loli robot’ gewoon hits op.
De bizarre handel lijkt zich te hebben ontwikkeld in het kielzog van de groeiende import van ‘volwassen’ seksrobots. Die zijn stukken geavanceerder en duurder en de verkoop ervan vindt in volle openheid plaats. Zo brengt een Brabantse importeur vanaf een non-descript bedrijventerrein in Breda de “Robin” aan de man, (vernoemd naar de robot in Bassie & Adriaan), een seksrobot die onder meer met een Vlaams accent om glijmiddel kan vragen en €5.000 kost.
Volgens de productomschrijving kan de robot trillen, kreunen en verwarmd worden tot lichaamstemperatuur.
In veel landen verboden, maar hier niet
Alhoewel in Nederland wetgeving ontbreekt, wordt er in andere landen hard opgetreden tegen kinderseksrobots en poppen. Zo maakte de Britse politie in 2017 al bekend dat ze 24 mannen had gearresteerd nadat hun bestellingen bij de grens waren tegengehouden. In de Verenigde Staten nam het Huis van Afgevaardigden vorig jaar een wet aan die het bezit van kinderseksrobots verbiedt: de Curbing Realistic Exploitative Electronic Pedophilic Robots Act. Ook in Canada worden kopers vervolgd.
Moeten kinderseksrobots en poppen ook in Nederland verboden worden? De politie ziet de dingen wel eens opduiken als bijvangst in een zedenonderzoek, maar doet geen uitspraken doen over de wenselijkheid van wetgeving. Hetzelfde geldt voor het Openbaar Ministerie, dat de nieuwe ontwikkeling wel met interesse volgt. “We zijn bekend met dit verschijnsel en het heeft onze bijzondere aandacht”, aldus een woordvoerder van het Landelijk Parket. Het ministerie van Justitie & Veiligheid laat weten dat er een Europese discussie loopt over een mogelijk verbod en dat Nederland de uitkomst daarvan afwacht.
Kopers worden op de site gewaarschuwd: “in veel landen zijn dit soort poppen verboden.”
'Pedo met robot is beter dan pedo met kind'
Het fenomeen is zo nieuw dat experts op het gebied van kinderporno waarmee Brandpunt+ sprak vooral verbazing uiten over het bestaan ervan. Schijnbaar de enige deskundige in Nederland die de kinderseksrobots op de korrel heeft is Aimee van Wynsberghe, universitair docent aan de TU Delft die voorzitter is van de Responsible Robotics Foundation (RFF). Zij schreef mee aan Our Sexual Future with Robots, een rapport over robots en seksualiteit dat enkele pagina’s wijdt aan het fenomeen en een mogelijk verbod. De discussie laat zich makkelijk samenvatten. Tegenstanders ervan menen dat een pedofiel met een robot minder snel een kind zal misbruiken, voorstanders vrezen dat zo’n robot mensen kan leren dat kindermisbruik normaal is.
Er is één probleem met beide stellingen: er is geen wetenschappelijk bewijs dat ze kloppen. Dubbelblind onderzoek doen naar kindermisbruik is moeilijk. Vind maar eens een groep pedofielen die mee wil werken, zo beklaagt een onderzoeker zich die in Our Sexual Future with Robots wordt aangehaald.
Van Wynsberghe pleitte daarom eerder in interviews met de BBC en de NOS voor een publiek debat over het fenomeen. We zouden ons als samenleving moeten afvragen wat we van kinderseksrobots vinden. “Het is tijd dat beleidsmakers zich hierover buigen”, aldus Van Wynsberghe. Met (minstens) tientallen kinderseksrobots in ons land is het hoog tijd.