• Lezen
  • Film & serie
  • Quizzen
  • Videosnacken
    • NPO3 Exclusives
    • Shorts
  • Meer
    • 3Lab
    • 3vraagt
    • 3 op Reis
    • Boos
    • Brandpunt+
    • Best Bites
    • Spot On
    • Spuiten en Slikken
    • BEAM
    • NOS op 3
    • NOS stories
    • PowNews
    • Programma's
    • Op NPO Start
    • Artikelen
    • Afleveringen
    • Reviews
    • Alle zoekresultaten
    • HOME
    • Lezen
    • Film & serie
    • Quizzen
    • Videosnacken
      TERUG
      • Videosnacken
      • NPO3 Exclusives
      • Shorts
    • MEER
      MEER
      • 3Lab
      • 3vraagt
      • 3 op Reis
      • Boos
      • Brandpunt+
      • Best Bites
      • Spot On
      • Spuiten en Slikken
      • BEAM
      • NOS op 3
      • NOS stories
      • PowNews
    Volgende!
    De BTW-verhoging op festivaltickets is een slecht idee: ‘Mensen hebben een uitlaatklep nodig’
    Terug naar Brandpunt+

    Waarom we af moeten van de term 'loverboy'

    • Artikel
    • 19 jul 2021
    • 8 minuten leestijd
    • Lars Dellemann

    Hoewel het klassieke beeld van de ‘loverboy’ al lang niet meer strookt met de realiteit van seksuele uitbuiting, wordt de term nog altijd gretig gebruikt. Tijd om er afscheid van te nemen, zegt de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen.

    In de goeie ouwe zeroes was het een van de meest geliefde onderwerpen van jeugdboekenschrijvers en filmmakers: de loverboy. Soms voorgesteld als rijke en aantrekkelijke jongeman die langzaam het hart van een kwetsbaar meisje verovert terwijl hij haar overlaadt met dure cadeaus (Loverboy, 2003), dan weer als charmante hosselaar die zijn ‘prooi’ een grootse carrière in het buitenland belooft (Lover of Loser, 2006). Om haar uiteindelijk, stap voor stap en zeer geraffineerd, slachtoffer te maken van seksuele uitbuiting. 

    Al jaren blijkt uit onderzoek dat dit beeld van een loverboy die innige relaties met zijn slachtoffers aangaat en ze veelal een stockholmsyndroom bezorgt al lang niet meer strookt met de realiteit van seksuele uitbuiting. Bovendien zegt de term de tieners van nu nauwelijks nog iets. Toch houden Nederlandse boomers en millennials, onder wie mediamakers en politici, er halsstarrig aan vast. Recent nog werd naast de ‘loverboyproblematiek’ aandacht gevraagd voor het fenomeen ‘lovergirl’ op Linda.nl en NPO radio 1, omdat daders van seksuele uitbuiting steeds vaker (ook) jonge vrouwen zijn.

    Wie de term bewust níet gebruikt, is Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen Herman Bolhaar. Ik besprak met hem en beleidsadviseur Suzanne Kok waarom de term een vertekend beeld geeft van seksuele uitbuiting van jongeren als maatschappelijk probleem en hoe die vertekening het herkennen en bestrijden ervan kan bemoeilijken. Om vervolgens de vraag op te werpen: als we massaal besluiten de term loverboy (en -girl) uit ons vocabulaire te schrappen, wat is dan het alternatief?

    Van alle slachtoffers van binnenlandse seksuele uitbuiting is maar liefst
    de helft minderjarig.


    Kabbelend leventje

    Volgens het klassieke beeld van de loverboy leiden zijn verleidingstactieken dus tot seksuele uitbuiting van zijn slachtoffer. Maar wat is seksuele uitbuiting precies? Daarvan is sprake als iemand wordt gedwongen om seksuele handelingen uit te voeren, van een eenmalige pornografische fotosessie tot langdurige gedwongen prostitutie. Het is een vorm van mensenhandel en in alle gevallen strafbaar. In Nederland wordt onderscheid gemaakt tussen grensoverschrijdende seksuele uitbuiting (de werving vindt plaats in het buitenland en de uitbuiting vindt deels of volledig plaats in Nederland) en binnenlandse seksuele uitbuiting (de werving en uitbuiting vinden plaats in Nederland). 

    Naar schatting zijn er in ons land jaarlijks tussen de vijfduizend en zevenenhalf duizend slachtoffers van mensenhandel, waarvan drieduizend in de categorie binnenlandse seksuele uitbuiting vallen. Zowel de daders als slachtoffers in deze categorie zijn meestal in Nederland geboren en opvallend jong: daders zijn gemiddeld 27 jaar en van alle slachtoffers van binnenlandse seksuele uitbuiting is maar liefst de helft minderjarig.

    “Dat mensen op jonge leeftijd kwetsbaarder zijn voor seksuele uitbuiting is algemeen bekend”, zegt de Nationaal Rapporteur. “Jongeren zijn volop in ontwikkeling, maken veel nieuwe contacten en ontdekken hun grenzen, ook op het gebied van seksualiteit. Dat maakt ze vatbaarder voor misbruik.”

    Wie tot slachtoffer wordt gemaakt kan sterk verschillen, maar volgens Suzanne Kok zijn er wel factoren die een jong persoon extra kwetsbaar maken. “In de zwaardere gevallen van uitbuiting gaat het bijna nooit om meiden die een kabbelend leventje hadden en plotseling slachtoffer worden. Een onveilige thuissituatie, weinig aandacht van ouders, schooluitval, middelengebruik en psychische problemen.. daar worden ze soms ook bewust op uitgekozen.” 

    Tot zover komt de realiteit dus redelijk overeen met het klassieke beeld van de loverboy als jongeman die bewust op zoek gaat naar een kwetsbaar tienermeisje uit een moeilijke thuissituatie. Maar daar houden de overeenkomsten dan ook op. “Iederéén kan slachtoffer worden, ook jongeren die niet beschadigd door het leven gaan”, benadrukt Bolhaar. “En ze komen uit alle lagen van de samenleving en van alle opleidingsniveaus.”

    "Een dader hoeft maar één keer seks te hebben gehad met een meisje en dat stiekem te filmen."


    Binnen 48 uur

    Ook wat betreft de daders kent het geschetste beeld van loverboys veel gebreken. “Er loopt op dit moment een onderzoek naar hun achtergronden”, zegt de Nationaal Rapporteur. “Wat we al weten is dat slachtofferschap zich kan omzetten in daderschap. Als iemand opgroeit in een omgeving waar seksueel geweld en misbruik plaatsvindt, en daar soms zelf slachtoffer van wordt, neemt de kans toe dat diegene later ook dader wordt.” En dat zijn lang niet altijd de rijke, charmante en zelfverzekerde hosselaars die we uit films kennen.

    Maar het grootste verschil met het klassieke beeld van de loverboy zit hem in de manier waarop slachtoffers worden gevonden en tot seks worden gedwongen. “De digitalisering van de afgelopen vijftien jaar heeft ervoor gezorgd dat het meeste contact wordt gelegd op sociale media”, zegt Bolhaar. “Dat gebeurt veel vluchtiger dan voorheen. Het vertrouwen om een privéfoto of -video te delen wordt snel gewonnen, nog voordat een meisje het merkt heeft ze iets gedeeld waarmee ze onder druk kan worden gezet. Daar gaat niet eerst een vriendschap aan vooraf, en met liefde heeft het al helemaal niets te maken. Het kan binnen 48 uur gebeurd zijn.”

    “Dat zagen we ook in recent onderzoek naar gevallen van seksuele uitbuiting onder Amsterdamse jongeren”, vult Kok aan. “Dat hele proces van iemand langdurig inpalmen met cadeautjes en hoffelijkheid gebeurt nauwelijks nog. Een dader hoeft maar één keer seks te hebben gehad met een meisje en dat stiekem te filmen, en hij kan haar in de prostitutie dwingen.” 

    Terugkomen met een blauwe plek

    Wat betreft de Nationaal Rapporteur is het dan ook tijd om afscheid te nemen van de term ‘loverboy’. “Taal doet iets, het zet je op een spoor. Dat geldt ook voor potentiële slachtoffers: de term wekt de indruk dat je moet oppassen voor iemand die je versiert en op wie je verliefd wordt. Intussen heeft iemand je al in zijn macht terwijl er nog helemaal geen sprake is van dergelijke gevoelens.” 

    Bovendien is het een term die de tieners van nu nauwelijks nog iets zegt. “Jongeren van dertien jaar kunnen je vaak geen antwoord geven als je hen vraagt wat ‘loverboy’ betekent”, zegt Kok. “En als je het ze uitlegt, zeggen sommigen ‘oh, maar dat noemen wij fuckboy’. De term sluit totaal niet meer aan bij hun eigen belevingswereld.”

    Vier op de vijf docenten verwacht een slachtoffer van mensenhandel niet te herkennen onder hun eigen leerlingen.

    Het vertekende beeld dat de term loverboy oplevert, kan ook problematisch zijn voor de omgeving van een slachtoffer van seksuele uitbuiting. Het maakt het bijvoorbeeld lastig voor schooldocenten om de juiste signalen te herkennen, weet Kok. “Voordat sociale media hun intrede deden, zag je als docent misschien een leerling wegrijden in een dure auto en de volgende dag terugkomen met een blauwe plek. De contacten die jongeren tegenwoordig digitaal leggen, zijn veel minder zichtbaar en grijpbaar, zeker voor volwassenen die zelf niet digitaal geletterd zijn.” 

    Dat schooldocenten moeite hebben met het signaleren van seksuele uitbuiting, blijkt ook uit cijfers. Volgens het Centrum Kinderhandel en Mensenhandel verwacht bijna vier op de vijf docenten een slachtoffer van mensenhandel niet te herkennen onder hun eigen leerlingen. Veertig procent zegt bovendien niet te weten hoe te handelen als zij vermoeden dat een leerling slachtoffer is geworden.

    Volgens Bolhaar zorgt de verminderde zichtbaarheid er ook voor dat er minder meldingen worden gedaan van seksuele uitbuiting. “Dat is problematisch, want dat het niet in your face gebeurt, betekent natuurlijk niet dat het níet gebeurt. We weten dat het probleem onverminderd groot is, maar er moet wel actiever naar worden gezocht om het op de radar te krijgen.” 

    De Nationaal Rapporteur wil professionals die met jongeren werken dan ook stimuleren om vaker het gesprek aan te gaan over over grenzen en normen en waarden. “Het is helemaal niet zo vanzelfsprekend dat die voor iedereen hetzelfde zijn. Jonge slachtoffers én daders van seksuele uitbuiting hebben soms niet eens door dat ze bezig zijn met iets strafbaars.”

    "Ik ben tegen alles dat tot een versimpeling leidt van de ingewikkelde werkelijkheid."

    Tienerpooier

    Dat de term ‘loverboy’ bij het grofvuil kan, moge duidelijk zijn. Maar wat is dan wél een geschikte benaming voor mensen die jongeren seksueel uitbuiten? In tegenstelling tot Nederland, werd het publieke debat hierover in België al jaren geleden in alle hevigheid gevoerd. Rond 2016 werd daar het woord ‘tienerpooier’ gangbaar, óók in mediaberichtgeving en overheidsdocumenten. Is dat een beter alternatief volgens de Nationaal Rapporteur?

    Hij blijkt matig enthousiast. “Ik ben tegen alles dat tot een versimpeling leidt van de ingewikkelde werkelijkheid. Het heeft ook weinig zin om te blijven zoeken naar een pakkende term, want de vorm en aard van de problematiek verandert constant.”

    Blijven we ‘daders’ dan maar simpelweg ‘daders’ noemen? “Nee”, zegt Bolhaar. “Ik noem ze liever misdadigers”.

    • seksuele intimidatie
    • seksueel misbruik
    • criminaliteit
    • Macht
    • Deel

    Lars Dellemann

    Coördinator tekst en audio Brandpunt+

    Recente artikelen

    Pip (19) heeft een hulphond: “Ik hoef het niet meer alleen te doen”

    Gezocht: redactiestagiair (m/v/x)

    Dit zijn de arbeidsmigranten die jouw pakketjes verwerken: 'Ik hoor nergens meer thuis'

    ‘Ik had geen empathie’: René stuurde zijn ex driehonderd berichten per uur en gluurde ‘s nachts naar binnen

    Meer dan honderd haatbrieven: hoe de buurvrouw Maxime’s jeugd een hel maakte

    NPO logo
  • Facebook
  • Instagram
  • Youtube
  • Info

  • NPO Start
  • Over NPO
  • Algemene voorwaarden & Privacy
  • Cookiebeleid
  • Menu

  • Lezen
  • Film & serie
  • Quizzen
  • Videosnacken
  • NPO3 Exclusives
  • Shorts
  • Volg NPO 3

  • Facebook
  • Instagram
  • Youtube
  • TikTok
  • Deze website maakt gebruik van cookies om de ervaring te optimaliseren. Lees meer.

    Akkoord