"Mag ik ook niet meer flirten?": een gids tegen straatintimidatie
- Artikel
- 12 apr 2022
- 7 minuten leestijd
Je locatie delen met vrienden, sleutels tussen je vingers klemmen en doen alsof je aan het bellen bent: alles om maar niet op te vallen als je alleen over straat loopt. Toch zijn er genoeg mensen die straatintimidatie niet serieus nemen.
Helaas hebben we allemaal wel eens iemand voor ons die het allemaal mee vindt vallen. Want: ‘boys will be boys’ en ‘je moet nog wel kunnen flirten’. Maar zowel de ervaringen van slachtoffer als de cijfers liegen er niet om: vorig jaar deed het CBS voor het eerst onderzoek naar straatintimidatie in Nederland. Tussen 2020 en 2021 werd maar liefst 67 procent van alle vrouwen tussen de 12 en 25 jaar lastiggevallen op straat. Vrouwen gaven aan dat ze werden nagefloten, nageroepen – en soms ook achtervolgd.
De lhbtqi+-community heeft het ook zwaar te verduren als het gaat om straatintimidatie. Uit een onderzoek uit 2015 blijkt dat trans en non-binaire mensen vaak worden lastiggevallen vanwege hun genderidentiteit.
Gelukkig weten de drie vrouwen die we spraken precies hoe je op zulke opmerkingen moet reageren.
Opmerking 1: “Ik doe dit niet en mijn vrienden ook niet. Ik vind het heel erg, maar ik voel me niet aangesproken.”
Eline Kouwenberg is een van de oprichters van BO Diversity, een organisatie die zich inzet voor meer diversiteit en inclusie en de bewustwording daarvan. Intimideermijniet.nl, een meldpunt tegen straatintimidatie, is een van hun projecten. Zij zegt: “Dat betekent niet dat je verantwoordelijkheid ophoudt en dat het niet meer jouw probleem is. Het is juist een probleem dat we met elkaar moeten oplossen. We kennen allemaal een vrouw die ooit is geïntimideerd, maar we kennen geen mannen die dit doen. Neem geen passieve houding aan en zorg ervoor dat vrouwen zich veilig voelen. Waarschuw de portier als er iemand wordt lastiggevallen in de kroeg, spreek anderen op hun intimiderende gedrag aan en ga aan de andere kant van de weg lopen als je ’s avonds een lange tijd achter een vrouw loopt.”
Jillian Emanuels is beter bekend als De Instant Pedagoog. Ze is gespecialiseerd in het aankaarten van maatschappelijke onderwerpen met kinderen. Volgens haar is het belangrijk dat we de gesprekken over straatintimidatie al jong moeten voeren, omdat kinderen uitspraken over kunnen nemen. Zij geeft een extra tip: “Het is belangrijk om niet alleen het gesprek met elkaar aan te gaan over mogelijk daders, maar ook over wat je doet als omstander. Door bewust te zijn van wat je als omstander kunt doen, kun je jongeren een beter voorbeeld geven van wat zij kunnen doen op het moment dat het plaatsvindt onder leeftijdsgenoten. Verder moet je ook onthouden dat een opmerking die niet slecht bedoeld is, ook kan worden ervaren als grensoverschrijdend.”
Opmerking 2: “Je mag ook helemaal niks meer tegenwoordig. Mag ik eigenlijk nog wel flirten?”
Marianne Cense is van Rutgers, een expertisecentrum voor seksualiteit. Zij werkte mee aan de workshops LEFgozers, over mannelijkheid, machogedrag en groepsdruk voor jongens tussen de veertien en achttien jaar. Zij zegt: “Flirten betekent dat je het samen leuk hebt. Dat er een fijne dynamiek is tussen twee mensen. Dat is niet ‘hey schatje’ sissen.”
Eline: “Tuurlijk mag je flirten maar doe dat dan wel op een fijne manier. Geef geen geseksualiseerde complimentjes aan een wildvreemde. Zeg dus liever: ‘Gaaf shirt heb je aan’ in plaats van ‘Wat een sexy benen heb jij’. Natuurlijk telt ook de context mee: benader niet iemand die in haar eentje in het donker loopt, maar in een volle kroeg kan het misschien weer wel. Maar het allerbelangrijkste vind ik om je intenties na te gaan: verwacht je iets terug? Of vind je dat iemand iets moet terugzeggen? Dan ben je niet aan het flirten, maar iets aan het afdwingen.”
Extra tip van Jillian: “Het zou goed zijn als we niet alleen op school zouden praten over flirten en de grens met intimidatie, maar bijvoorbeeld ook op plekken waar jongens en mannen onderling zijn, zoals de voetbalclub.”
Opmerking 3: “Boys will be boys. Het is ook gewoon biologisch bepaald dat mannen van jagen houden. Kijk maar naar het dierenrijk.”
Jillian, Eline en Marianne in koor:“Dit is niet biologisch bepaald, dit is aangeleerd gedrag.”
Eline: “We leren jongens om assertief te zijn en heteromannen om vrouwen te versieren. Het is natuurlijk ook zo dat wij veel meer ontwikkeld zijn dan dieren en het dierenrijk is ook nog eens erg groot. Er zijn ook dieren waarbij de vrouwtjes juist de leiding nemen. Zo is er onderzoek gedaan naar het gedrag van bonobo-apen. Daar zien we juist dat de vrouwelijke aap een duidelijke rol heeft. Zij staat aan het hoofd en legt het contact met andere apen.”
Opmerking 4: “Eerlijk is eerlijk: dat rokje was ook wel erg kort.”
Eline: “Als iemand dit zegt, ga de boel dan niet verdedigen, maar buig het gesprek om. Vraag: wat betekent dat volgens jou dan? Vind je het niet raar dat je gelijk denkt dat dit een uitnodiging is om iemand lastig te vallen?”
Marianne: “Dit is victim blaming. Uit onderzoek blijkt dat dit nog schadelijker kan zijn voor een slachtoffer dan het incident zelf.”
Opmerking 5: “Je moet wel tegen een grapje kunnen.”
Eline: “Waarom voel je de behoefte om een grap te maken ten koste van een ander? Maak liever een grap over jezelf, een beetje zelfspot is veel grappiger. Tegelijkertijd moeten we ook niet de maatschappelijke impact van een grap vergeten. Met grappen kun je een situatie normaliseren.”
Extra tip van Jillian: “Laat zien dat seksistische grapjes niet grappig zijn door niet mee te lachen. Door mee te lachen bij seksistische grapjes, geef je het idee dat het oké en prima is. Het zou daarom veel helpender zijn om niet mee te lachen. Of om na je lach te benadrukken dat je het bij nader inzien toch niet grappig vindt, want soms schiet een lach er simpelweg uit vanwege de sfeer.”
Opmerking 6: “Er zijn ook vrouwen die mannen lastigvallen hoor, maar daar hoor je dan weer niemand over.”
Eline: “Dat klopt, als een man wordt lastiggevallen moet je daar iemand ook op aanspreken. Maar verschillende onderzoeken, waaronder die van het CBS, tonen aan dat het percentage van vrouwen die seksueel worden geïntimideerd veel hoger is. Vind je het niet dat we het nu daarover moeten hebben? Ik begrijp niet waarom je eroverheen wilt praten.”
Marianne: “Mannen kunnen inderdaad ook een slachtoffer worden van straatintimidatie, door vrouwen, maar vaak ook door mannen. Maar het is niet tegen elkaar weg te strepen, het telt eerder bij elkaar op. Het geeft nog meer reden om de straat veiliger te maken, voor iederéén, door plegers erop aan te spreken.”