Mannelijkheid volgens trans mannen: ‘Je hoeft geen baard te hebben om een man te zijn’
- Artikel
- 09 apr 2024
- 8 minuten leestijd
Als trans man word je in de loop van je transitie meestal steeds meer jezelf, maar er kan een bepaalde onzekerheid achterblijven. Voldoe je eigenlijk wel aan de normen van ‘man-zijn’? Lio, Dar en Fio vertellen over hun ervaringen en hun verhouding tot mannelijkheid.
Tekst: Beau Geraeds
Wie trans is, kan in toenemende mate te maken krijgen met intolerantie. Vorig jaar liet een onderzoek van De Groene zien dat onverdraagzaamheid en haat richting trans personen ook online flink toeneemt. “Van Telegram tot Instagram en van Twitter tot YouTube: op alle platforms zien we dat de vijandigheid richting lhbti+-groepen groeit. Zeker sinds het einde van de coronapandemie groeit homo- en transfobie razendsnel. […] Vooral trans personen zijn online steeds vaker het doelwit van intolerantie, haat en intimidatie, zo blijkt uit onze analyse.”
Hoe geef je een overgang naar man-zijn vorm in een maatschappij waarin je steeds vaker tegen dit soort intolerantie aanloopt? Dat is uitdagend. Lio, Dar en Fio laten zich niet leiden door de toenemende haat en blijven hun man-zijn vieren. Maar wat betekent dat man-zijn eigenlijk voor hen?
“Er wordt gewonnen op het gebied van acceptatie en vervolgens wordt er weer een stap terug gedaan”
Lio (29) uit Rijswijk
Wat is man-zijn voor jou?
“Voor mij staat dat los van wat de maatschappij ziet als man-zijn: sterk, een rots in de branding, of heel masculien. Het is voor mij meer een gevoel dat je hebt. Ik kan ook een rots in de branding zijn, maar wel met een bepaalde zachtheid en zonder die hypermasculiniteit die je af en toe voorbij ziet komen. Het tonen van emoties is voor mij ook mannelijkheid.”
Wat draagt bij aan jouw gevoel van mannelijkheid?
“Ik speel ermee in mijn kleding. Ik hou heel erg van klassiek mannelijke kleding, wijde broeken bijvoorbeeld. Ik uit het ook door mijn baard te laten staan, dat is een puntje van trots. En mijn tatoeages. Die zijn meer stereotiep mannelijk dan de tattoos waarmee je een feminien persoon zou zien.”
Heeft je relatie invloed op hoe je je voelt over je mannelijkheid?
“Zeker. Mijn vriendin en ik hebben samen een hond en ik merk dat ik de avondwandeling vaak liever zelf doe, of in ieder geval met haar meeloop. Ik ben minder kwetsbaar. Het voelt voor mij heel natuurlijk en goed om die rol van ‘grote lepel’ op me te nemen.”
Maak jij je zorgen over een toekomst waarin de conservatieve en transfobe opmars doorzet?
“Het raakte me de afgelopen verkiezingen wel dat de PVV zo groot werd, omdat zij onder andere staan voor anti-lhbtiqa+. Inmiddels heb ik daarin wel een bepaalde rust gevonden. Als je terugkijkt in de geschiedenis zie je een bepaalde tendens: er wordt steeds wat gewonnen op het gebied van acceptatie en vervolgens wordt er weer een stap terug gedaan. Voor mij werkt het goed om daar aan te blijven denken.”
Hoe blijf jij je man-zijn vieren?
“Ik denk dat ik het vier en omarm zoals puberjongetjes dat doen. Aan het begin van mijn transitie waren dat heel kleine dingen: iedere noot die mijn stemde lager werd en iedere snorhaar die erbij kwam. De eerste keer zonder shirt zwemmen na mijn mastectomie [borstverwijderende operatie, red.] was echt een feestje. Ook vier ik mijn testosteronverjaardag. Dat is de dag waarop ik eindelijk begon met hormonen, drie jaar geleden. Dat was een belangrijk moment. Het man-zijn is voor mij echt iets om te vieren, want ik heb een heel proces moeten doorstaan om thuis te zijn in mijn lichaam. Het is voor mij niet vanzelfsprekend.”
“Ik durf niet snel tegen mensen te zeggen dat ik een man ben”
© Maarten Delobel
Fio (23) uit Utrecht
Wat is man-zijn voor jou?
“Voor mij betekent het dat ik mijn gender kan uitdrukken zoals ik dat fijn vind. Ik wil me kunnen kleden en gedragen zoals ik wil, zonder dat ik aan een bepaalde ‘mannelijke standaard’ moet voldoen. Ik heb de gedragingen van een meisje aangeleerd, bijvoorbeeld een bepaalde manier van staan en lopen. Dat zit in me. Ik hoef dat niet af te leren als ik eenmaal begin aan hormonen.”
Wat draagt bij aan jouw gevoel van mannelijkheid?
“Vooral kleding en sporten. Ik doe aan ijshockey en dat is best een ruige sport, dan voel ik me wel sterk. Ook het laten staan van mijn lichaamshaar draagt bij, ik wil er niet uitzien als een kale kip. En in de relatie met mijn vriendin voel ik me sterk in mijn mannelijkheid als ik mijn emoties bij haar toon en me kwetsbaar durf op te stellen.”
Wat voor effect heeft de toenemende transfobie op jou?
“Online vind ik het wel echt heftig om te zien, als ik bijvoorbeeld comments lees onder bepaalde posts. Ik probeer daar niet te veel bij stil te staan, want offline maak ik het bijna niet mee.”
Bijna niet?
“Ja, soms wel. Ik heb een paar keer opmerkingen gehad als: ‘Wil je niet gewoon gespierd zijn?’ en ‘Misschien moet je eens goede therapie nemen, dan kom je er wel overheen’. Dat is gelukkig heel zelden gebeurd.”
Voel je je daardoor minder man?
“Misschien wel. Ik durf in ieder geval niet snel tegen mensen te zeggen dat ik een man ben. Dat vind ik met deze stem en dit uiterlijk nog moeilijk en ongemakkelijk. Die gedachte kan best een gevolg zijn van een toenemende haat richting trans personen.”
Hoe blijf jij je man-zijn toch vieren?
“Ik vier de dag waarop ik heb besloten dat ik mijn pronouns wilde veranderen, dan eet ik taart. En nadat ik mijn nieuwe paspoort met een M had opgehaald, ging ik uit eten. Dat zijn wel speciale momenten. Omdat ik trans ben kan ik ook extra genieten van een leuke outfit, of als een vreemde me aanspreekt als meneer.”
“Als ik mijn baard afscheer, zien mensen dan nog dat ik een man ben?”
Dar (26) uit Schagen
Wat is man-zijn voor jou?
“Uiteindelijk is het vooral mezelf zijn. Ik vind het daarbij fijn om een aantal mannelijke kenmerken te hebben, zoals een baard en wat breder gebouwd zijn. Maar het is ook wel echt een gevoelsding, want je hoeft helemaal geen baard te hebben om een man te zijn.”
Wat draagt bij aan jouw gevoel van mannelijkheid?
“Ik heb wel een beetje een obsessie gehad met de gym. Op een gegeven moment dacht ik: nu moet ik echt even normaal doen. Niet iedere man heeft een strakke buik, dat hoeft ook helemaal niet. Ik heb wel altijd gewild dat mensen aan mijn gezichtshaar zien dat ik een man ben, dan neig je snel naar een baard of snor. Mijn baard zal ik daarom ook niet meer snel afscheren. Dat komt ook een beetje door onzekerheid. Als ik ‘m afscheer, zien mensen dan nog dat ik een man ben?”
Wat voor effect heeft de toenemende transfobie op jou?
“Ik geef voorlichting over genderdiversiteit en seksualiteit op scholen. Pas aan het einde van zo’n voorlichting vertel ik dat ik trans man ben. Daarvoor komen er vaak veel verschillende meningen over trans mensen voorbij en dat is af en toe wel even slikken. Maar dat is niet naar mij persoonlijk.”
Voel je je daardoor minder man?
“Ik vind het wel pijnlijk dat mensen indirect zo over mij praten en denken, want eigenlijk zeggen mensen dat je er niet helemaal mag zijn. Maar ik voel me er niet minder man door.”
Maak jij je zorgen over een toekomst waarin de conservatieve en transfobe opmars doorzet?
“Ja, vooral voor de generatie na mij, die misschien nog moet beginnen aan hun transitie. Ik probeer er zo min mogelijk aan te denken. Zelf heb ik een dubbele nationaliteit, waardoor het langer duurt om de V in mijn paspoort aan te passen. Het doemscenario voor mij is dat het aanpassen straks niet meer mogelijk is.”
Hoe blijf jij je man-zijn toch vieren?
“Voor mij was mijn borstverwijderende operatie echt iets om het man-zijn te vieren. Ik ben ook wel trots op mijn trans-zijn en op het feit dat ik onder de queer community val. En ik ben ook blij dat ik weet hoe het is geweest om vrouw te zijn. Daardoor kan ik me beter verplaatsen in vrouwen en de kromme dingen die hen worden aangedaan. Ik vond mijn zoektocht naar mannelijkheid soms wel lastig – hoe moet ik me gedragen om te laten zien dat ik een man ben? Daar heb ik inmiddels meer rust in. Ik weet nu dat het niet nodig is om iedereen een boks te geven, bijvoorbeeld.”
Foto's door Maarten Delobel