“Was ik maar dood.” Een dag in de medische opvang voor zogenoemde ‘gelukszoekers’
- Artikel
- 09 jun 2022
- 6 minuten leestijd
We brachten een bezoek aan de opvang voor ongedocumenteerden met ernstige psychische problemen. In deel 2: medewerkers Yohana, Sofie en Maïté vertellen over hun werk met deze bijzonder kwetsbare groep.
De onzichtbaren, zo worden ongedocumenteerde migranten ook wel genoemd.
Soms verblijven ze in Nederland nadat hun asielaanvraag is afgewezen door de
IND, soms zijn ze überhaupt niet gemeld bij instanties omdat ze slachtoffer
zijn van mensenhandel. Niemand weet dan ook hoeveel ongedocumenteerden ons land
precies telt: schattingen lopen uiteen van 23 duizend tot meer dan 60 duizend.
Steeds luider klinkt de oproep vanuit de politiek en samenleving om migranten
zonder verblijfsvergunning zo snel mogelijk terug te sturen naar hun land van
herkomst. In het laatste coalitieakkoord wordt zelfs de optie
geopperd om ze een ‘ongewenstverklaring’ te kunnen geven. Daarmee zou verblijf
in Nederland strafbaar worden.
Bij het MOO (Medische Opvang Ongedocumenteerden) slaken de medewerkers Yohana,
Sofie en Maïté een diepe zucht als ze dat soort “spierballentaal” horen. Want
als de praktijk hen iets heeft geleerd, is het wel dat het lukraak terugsturen
van ongedocumenteerden lang niet altijd haalbaar is. Laat staan moreel verantwoord.
"Denk bijvoorbeeld aan kindsoldaten uit West-Afrika die gedwongen werden om zwangere vrouwen te vermoorden."
Marteling, verkrachting en opsluiting
Het MOO ondersteunt zo’n tachtig ongedocumenteerde personen die zijn gediagnosticeerd met ernstige psychische problematiek. “Je kunt je voorstellen dat niemand er beter van wordt als een persoon met psychoses over straat dwaalt en enkel een bed in de nachtopvang wordt geboden”, vertelt activeringsbegeleider Maïté Theze-Lassus. “Bij ons krijgen ze een kamer, dagbesteding, juridische begeleiding en worden ze doorverwezen naar een GGZ-instelling voor diagnostiek en behandeling.”
Vrijwel alle stoornissen komen ze in het MOO tegen, van schizofrenie tot
persoonlijkheidsstoornissen en van dissociatie tot chronische depressie. Het
meest voorkomende is posttraumatische stress (PTSS). “We zien veel
alleenstaande mannen die in hun land van herkomst langdurig geweld hebben
meegemaakt”, vertelt juridisch begeleider Sofie Degenaar. “Dan moet je
bijvoorbeeld denken aan kindsoldaten uit West-Afrika die gedwongen werden om
zwangere vrouwen te vermoorden. Tijdens hun reis naar Europa komt daar vaak nog
een aantal trauma’s bij als gevolg van marteling, verkrachting en opsluiting.”
"Ik zie steeds meer gevallen van alcohol- en drugsverslaving.”
Onbegrepen
Wat de medewerkers van veel cliënten meekrijgen, is dat zij zich in hun eerste gesprekken met de IND onbegrepen hebben gevoeld, terwijl juist die gesprekken zo bepalend zijn voor het verkrijgen van een verblijfsvergunning. “Ze zijn net met een bootje de Middellandse Zee overgestoken, hebben kinderen zien verdrinken, slapen nauwelijks en kunnen niet meer helder denken”, zegt Sofie. “Toch wordt verwacht dat ze een coherent vluchtverhaal vertellen met data, plaatsnamen, tijdsaanduidingen en bewijsstukken. Klopt er iets niet, dan worden ze daar in hun beoordeling op afgerekend.”
Het praten over traumatische gebeurtenissen en de eigen mentale gesteldheid
wordt verder bemoeilijkt door cultuurverschillen, weet maatschappelijk
begeleider Yohana Gebrekidan. “Veel ongedocumenteerden zijn gevlucht uit een
land waar een schaamtecultuur heerst. Vraagt een IND-medewerker of het goed met
ze gaat, dan zullen zij sneller ‘ja’ antwoorden dan de gemiddelde
Nederlander.”
Volgens Yohana wordt bij een asielbeoordeling ook nog vaak onderschat hoe angstig en wantrouwend mensen zijn naar overheidsinstanties. “In het land van herkomst is ze soms juist geleerd om zo min mogelijk te delen met een ambtenaar, want dat kan ze in de problemen brengen.”
Maïté (l) en Yohana (r).
Steeds dieper gat
In een rapport dat in 2021 bij het tienjarig bestaan van het MOO verscheen, valt te lezen dat de klachten waarmee ongedocumenteerden bij hen worden aangemeld in de loop der tijd zwaarder en complexer zijn geworden. “Dat merk ik zelf ook”, zegt Yohana. “Cliënten lijken tegenwoordig moedelozer binnen te komen, en ik zie steeds meer gevallen van alcohol- en drugsverslaving.”
Sofie denkt dat die verergering van klachten deels komt doordat
migranten langer moeten wachten op hun asielprocedure. “Er is een groot gebrek
aan tijd en personeel bij de IND, daardoor zitten mensen soms jaren in
onzekerheid. En al die tijd is er nauwelijks mentale ondersteuning. Zo vallen
ze in een steeds dieper gat.”
Het meest schrijnend vinden Maïté, Sofie en Yohana de gevallen waarin
iemand alle hoop op een betere toekomst is verloren. “Soms wil iemand gewoon
niet meer”, zegt Maïté. “Vorig jaar was er een jongen uit Iran die een
zelfmoordpoging deed nadat zijn herhaalde asielaanvraag was afgewezen. Het
lukte hem niet de bewijsstukken te leveren waar de IND om vroeg.” Ze waren er
op tijd bij, maar met de jongen gaat het nauwelijks beter. Yohana, aangedaan:
“Laatst zei hij nog tegen me: ‘had je me maar niet gevonden, dan was ik nu
dood.”
Lees hier het portret van bewoner Oumar (22), die in Guinee beide ouders verloor en werd bedreigd met de dood, maar terug moet van de IND.
Hechte vriendschappen
Gelukkig zijn er ook lichtpuntjes in het intensieve werk van de jonge vrouwen. “Als ongedocumenteerde mag je in Nederland niet werken of studeren. Wanneer mensen bij ons binnenkomen, zitten ze vaak hele dagen binnen met de gordijnen dicht”, vertelt Maïté. “Maar wanneer ze eenmaal deelnemen aan de cursussen die we organiseren, zoals fietsen, muziek en koken, dan bloeien ze soms op.”
Omdat cliënten in het MOO in groepjes cursussen volgen, samen een keuken
delen en naar dezelfde sportschool gaan, ontstaan er ook hechte vriendschappen.
“Sommige bewoners passen op elkaars kinderen en worden echt maatjes”, zeg
Yohana. “En als iemand zich terugtrekt en geen contact meer maakt, dan wordt
het door andere bewoners gemeld zodat we een kijkje kunnen nemen om te vragen
hoe het gaat.”
"Zolang het voelt als een ver-van-mijn-bed-show is het makkelijk om een ander te ontmenselijken."
Herrieschopper
Yohana weet maar al te goed hoe moeilijk het kan zijn om een nieuw bestaan op te bouwen in Nederland. Als kind vluchtte ze met haar moeder uit Eritrea. In de loop der jaren heeft ze het publieke debat over de opvang van vluchtelingen en ongedocumenteerde migranten zien verharden. “Als iemands verblijfsaanvraag wordt afgewezen, wordt er vaak van uitgegaan dat diegene hier niets te zoeken heeft en een herrieschopper of gelukszoeker is. Maar niemand laat zijn hele hebben en houden zomaar achter, er zit vrijwel altijd een verhaal van wanhoop achter.”
Volgens Yohana zijn de Nederlanders die het hardst roepen dat iemand ‘terug moet naar zijn eigen land’ vaak degenen die juist het minst met ongedocumenteerden in aanraking komen. “Zolang het voelt als een ver-van-mijn-bed-show is het makkelijk om een ander te ontmenselijken en je hard op te stellen. Maar zit je tegenover een van onze cliënten en luister je naar iemands levensverhaal, dan realiseer je je hoe complex de realiteit is. En denk je wel twee keer na voordat je iemand een ‘gelukszoeker’ noemt.”