Zo praat je met een boomer over mentale gezondheid
- Artikel
- 18 jun 2024
- 10 minuten leestijd
Heb jij ook zo'n oom die gelooft dat burn-outs niet bestaan en dat je een depressie kunt oplossen door "gewoon aan leuke dingen te denken"? Dit is hoe je het gesprek over mentale gezondheid aangaat.
Tekst: Maaike Kooijman
Beeld: Maxim de Gilder
Dit artikel is onderdeel van het KRO-NCRV dossier Druk! De mentale gezondheid van jongeren in ons land verslechtert. Studie, sociale media en de samenleving stellen steeds meer eisen. De druk op deze groep is groot. KRO-NCRV spreekt in dossier Druk! met jongeren en deskundigen. Ook willen we jongeren helpen door echt naar ze te luisteren. Hoe? Je ontdekt het met De Checkers tool.
Waar de meeste mensen met psychische klachten ooit hun hele leven doorbrachten in een gesticht, ver weg van de rest van de samenleving, is het inmiddels niet meer dan normaal om op TikTok te verkondigen dat je die ochtend een fijn gesprek met je therapeut hebt gehad.
Toch ervaren jongeren nog regelmatig onbegrip als het om mentale struggles gaat – vaak afkomstig van oudere generaties. Bijvoorbeeld: bijzonder hoogleraar Victims and Mental Health Peter van der Velden die meent dat het “wel meevalt met millennials en Gen Z’ers die stress en burn-outs ervaren”, of voormalig minister Bruno Bruins die zijn kinderen“gelukkig” soms maar een kort moment depressief noemt – eraan voorbijgaand dat depressie een ernstige mentale aandoening is die wordt gekenmerkt door een ‘significante lijdensdruk’ gedurende lange tijd.
Hoe ga je om met dit soort opmerkingen? We noemen alle boomers samen voor het gemak even ‘oom André’ en geven je mogelijke antwoorden op zijn meest gedane uitspraken.
Oom André: “Jongeren met mentale klachten willen gewoon aandacht.”
Antwoord: Bij jongeren onder de dertig jaar is zelfdoding de meest voorkomende doodsoorzaak, en het aantal jongeren dat een einde maakt aan het leven stijgt flink. Kozen in 2013 nog 243 mensen onder de dertig jaar voor suicide (wat, even voor de duidelijkheid, ook al veel te veel is);in 2023 waren dat er 300. Denk je echt dat die jongeren nu dood zijn omdat ze aandacht wilden, oom André?
Mentale problematiek is een serieus probleem; ook als er geen suïcidaliteit in het spel is. Eind 2021 bleek uit onderzoek van het Trimbos Instituut onder 28.000 studenten bijvoorbeeld dat maar liefst de helft van hen psychische klachten als angst en somberheid ervaarde. En de mentale gezondheid van jongeren tussen de 12 en 25 jaar is nog altijd slechter dan in de periode voor corona, blijkt uit een grootschalig rapport van onder andere het RIVM dat afgelopen donderdag werd gepresenteerd. Vier op de tien jongeren heeft last van psychische klachten en eenzaamheid, ongeveer 15 procent heeft wel eens suïcidale gedachten. Dat moet je niet onderschatten, oom André, want het niet serieus nemen zorgt juist voor verergerde mentale klachten, doordat het een extra drempel vormt naar hulp.
Oom André: “Vroeger hadden wij het pas zwaar, jullie zijn gewoon snowflakes.”
Antwoord: Ja ja, dit argument kennen we nu wel: avocadotoast zou ons grootste levensdoel zijn en met dure lattes hebben we onze eigen ruiten op de huizenmarkt ingegooid. Toch, oom André, zijn onze zorgen over de toekomst geheel terecht.
Want, hoewel de huidige jongvolwassenen gemiddeld veel hoger opgeleid zijn dan twintig jaar geleden, is onze economische positie de afgelopen twintig jaar juist verslechterd. We zijn minder goed beschermd tegen het verlies van werk en inkomen, meer jongeren hebben een studieschuld (dat aantal groeide al vóórdat de basisbeurs werd afgeschaft) en we zijn steeds meer afhankelijk van dure huurwoningen in de private sector. Lees: van mensen van jouw generatie die over onze rug geld opstrijken vanuit hun luie stoel.
Tel daarbij op dat ongeveer 70 procent van de kinderen en jongeren zich zorgen maakt om klimaatverandering – sommigen liggen er letterlijk wakker van – en dat bijna de helft zich zorgen maakt om de gevolgen van oorlog, en het is behoorlijk logisch dat de mentale gezondheid van een groot deel van de jongeren achteruitgaat.
Als ik zo vrij mag zijn er een quote in te gooien van Trimbos-onderzoeker Jolien Dopmeijer: “Het is echt een misvatting dat jongeren allemaal verwend zijn en nooit geleerd hebben om met tegenslag om te gaan. De samenleving is compleet veranderd. Onze generatie zou het ook zwaar hebben als ze nu zou opgroeien. Wij stonden onder minder druk.” Ja, oom André, er zijn ook mensen die het wél begrijpen.
Oom André: “Pfff, iedereen lijkt tegenwoordig wel depressief.”
Antwoord: De hoeveelheid mentale klachten onder jongeren lijkt inderdaad toe te nemen, maar zoals ik zei: daar zijn redenen voor. Wel belangrijk: niet iedereen die psychische klachten heeft, heeft een psychische stoornis. Termen als ADHD, OCD en depressie zijn aan inflatie onderhevig doordat mensen ze steeds vaker onterecht gebruiken. Hoorde ik jou niet ook laatst zeggen dat je ‘een beetje autistisch’ was toen je graag op je gebruikelijke plek in de kamer wilde zitten, oom André? Niet meer doen graag, met de groeten van iedereen die wél autistisch is.
Dat neemt trouwens niet weg dat je je somber of gestrest kunt voelen zonder dat je voldoet aan de kernmerken van een stoornis die je leven dusdanig belemmert dat er een label opgeplakt kan worden. Net als iedereen een fysieke gezondheid heeft die goed of slecht kan zijn, heeft ook iedereen een mentale gezondheid. Ook jij, oom André.
Oom André: “In mijn tijd had niemand een stoornis, hoor.”
Antwoord: Weet je nog dat ik zei dat mensen met ernstige psychische aandoeningen vroeger tegen hun wil levenslang weggestopt werden in een ‘gesticht’ op het platteland? Zelfs in 1988 werd nog geschreven over ‘krankzinnigenzorg’. Geen wonder dat jij er niet mee in aanraking kwam!
Wist je dat er al over mentale klachten wordt nagedacht sinds duizenden eeuwen voor Christus, oom André? Hoe we mentale klachten zien, is echter afhankelijk van maatschappelijke waarden en wetenschappelijke inzichten.‘Afwijkend gedrag’ is lang een reden (lees: smoesje) geweest om mensen of groepen ver weg van de rest van de samenleving te houden. Zo werd bijvoorbeeld lang geloofd dat mensen met een psychische stoornis vervloekt waren, of bezeten door demonen. In de prehistorie werd er dan een gat in de schedel geboord om die boze geesten uit het hoofd te laten. Of neem ‘hysterie’: een term die de Grieken gebruikten om een ‘gestoorde vrouw’ aan te duiden wier losgeslagen baarmoeder (hystera) door het lichaam zou bewegen en andere organen zou aantasten.
Later belandden mensen met psychische klachten in huizen waar ook criminelen, armen en daklozen woonden: iedereen die ‘ongewild’ was in de samenleving. Soms was dat meer een gevangenis dan een zorgcentrum. Er zijn beschrijvingen van mensen in ‘krankzinnigengestichten’ die laten zien hoe mensen werden opgesloten en zelfs ongewild werden verdoofd.
Gezien deze lange en treurige geschiedenis is het misschien niet zo gek dat je eraan moet wennen dat mensen met mentale klachten nu daadwerkelijk onderdeel van de maatschappij zijn – zoals ze eerder trouwens ook verdienden. Gelukkig is er steeds meer wetenschappelijke kennis over psychische klachten en daarmee ook meer erkenning voor bepaalde psychische stoornissen én voor mildere klachten. Dus wen er toch maar aan.
Oom André: “Waarom gaat iedereen tegenwoordig naar een psycholoog? Praat gewoon met je vrienden.”
Antwoord: Dat zouden we maar al te graag doen, maar mentale problematiek bespreken is niet makkelijk. Stel dat vrienden net zo zouden reageren als jij, oom André? Jongeren zijn bang om buitengesloten te worden door leeftijdsgenoten, iets wat ook nog regelmatig gebeurt – met name als die leeftijdsgenoten geloven dat mentale gezondheid iets is waar je zelf invloed op hebt. Geen wonder dat we het liever bespreken met iemand die niet oordeelt en kennis van zaken heeft, in een ruimte die geschikter is om over issues te praten dan het terras.
Hechte vriendschappen zijn bovendien niet altijd vanzelfsprekend. Bijna de helft van de jongeren voelt zich enigszins tot sterk eenzaam. Ja, het is goed om kwetsbaar te durven zijn. Maar voor wie dat spannend vindt (begrijpelijk!), zijn er daarnaast gelukkig sociale media en online forums voor het vinden van herkenning en connectie. Denk bijvoorbeeld aan het forum van Proud2Bme.nl, waar honderdduizenden mensen dagelijks hun ervaringen met eetproblematiek uitwisselen.Zulke platforms zijn belangrijk omdat jongeren er zowel informatie als emotionele steun uit kunnen halen.
Oom André: “Jongeren moeten niet zo veel op TikTok zitten, dan zijn ze zo weer beter.”
Antwoord: Hoewel sociale media inderdaad een negatief effect lijken te hebben op de mentale gezondheid van jongeren, is er nog geen duidelijk bewijs. Veel studies omschrijven het verband tussen sociale media en mentale gezondheid als ‘zwak’ of ‘inconsistent’. Sommige onderzoeken laten zelfs zien dat sociale media het mentale welzijn ook zou verbeteren: ze maken het immers makkelijker om online communitieste vormen. Om over mentale gezondheid te praten, bijvoorbeeld. Omdat apps als Instagram en TikTok nog maar relatief kort bestaan, is het voor onderzoekers daarnaast nog niet mogelijk om de gevolgen op lange termijn aan te tonen.
Afgezien daarvan is het te kort door de bocht om sociale media aan te wijzen als enige oorzaak van mentale klachten. Bij psychische klachten die voldoen aan de ‘criteria’ voor een diagnose spelen zowel aanleg in de genen als omgevingsfacoren een rol. Zo is bekend dat jongeren met een relatief lage sociaaleconomische status meer kans hebben op mentale klachten en hebben ook aspecten als familiebanden en sociale steun grote invloed. We kunnen er bovendien niet omheen dat maar liefst 70 procent van de studenten zegt prestatiedruk te voelen. En dat komt echt niet alleen omdat we succesvol willen zijn op TikTok, oom André.
Oom André: “Je moet die negatieve gedachten gewoon negeren. Alles wat je aandacht geeft, groeit.”
Antwoord: Plottwist: als je geen aandacht besteedt aan mentale problemen, verdwijnen ze niet. Sterker nog, het onderdrukken van emoties maakt je juist ongelukkig, vooral als je al een laag zelfbeeld hebt.
Ja, het is fijn om soms bewust afleiding te zoeken, bijvoorbeeld in de vorm van sociale activiteiten. Niemand heeft er zin in om dagenlang z’n eigen negatieve gedachten te overanalyseren. Maar afleiding zoeken is geen langdurige oplossing en zéker geen plaatsvervanger voor praten over psychische klachten. Als alles wat je aandacht geeft groeit, laat ons dan vooral aandacht besteden aan een duurzame mentale gezondheid.
Oom André: “Nou, gelukkig zal ik zoiets zelf nooit krijgen.”
Antwoord: Bijna de helft van de volwassenen in Nederland heeft ooit in het leven één of meerdere psychische aandoeningen gehad, 26 procent zelfs in het afgelopen jaar. Dat zijn bijna 3,3 miljoen volwassen Nederlanders! Stemmingsstoornissen en angststoornissen komen allebei bij ruim een kwart van de volwassenen voor. Dat kan jou óók overkomen, oom André.
Eén troost: mentale klachten zijn nooit je eigen schuld. Niet bij jou en niet bij jongeren. Dus behandel jongeren met mentale klachten zoals jij ook behandeld zou willen worden als je door omstandigheden in een burn-out of depressie belandt. Bij voorbaat dank.
Denk je aan zelfdoding? Praten helpt. Ga naar 113.nl of bel 0800-0113.