'Je bent niet alleen'. Deze ervaringsdeskundigen geven mentale gezondheid als schoolvak
- Artikel
- 10 apr 2023
- 8 minuten leestijd
Piekeren, angstklachten of een depressie: op mentale klachten heerst nog steeds een taboe onder jongeren, terwijl praten juist de eerste stap naar hulp is. Brandpunt+ keek mee bij een les van MIND Young Academy, een project dat mentale gezondheid bespreekbaar maakt in de klas.
Giechelend komen ze de klas in, de jongedames van een mbo-klas op het Summa College in Eindhoven. Ze nemen plaats op de stoelen die in een halve cirkel staan. Vorige week, in de eerste les van het driedelige programma, leerden de studenten psychische klachten herkennen en bespraken ze de vooroordelen die daarbij komen kijken.
De helft van de jongeren had in 2022 te maken met mentale klachten. De MIND Young Academy is in het leven geroepen met drie doelen: jongeren helpen hun psychische klachten te herkennen, het bespreekbaar maken van mentale gezondheid en leerlingen helpen om hulp te vragen in hun omgeving. De vraag naar deze lessen is groot, zeggen ze bij MIND.
Het project bezocht inmiddels meer dan zeshonderd klassen op het mbo, vmbo, havo en vwo. Degenen die de les geven zijn peer educators, jongeren die zelf te maken hadden met psychische klachten en getraind zijn in het bespreekbaar maken ervan.
Vandaag zijn Ilse (24) en Nathan (24) de peer educators. In deze tweede les is het de bedoeling dat de studenten zelf vertellen over hun mentale gezondheid, als ze zich daar comfortabel bij voelen.
Een veilige omgeving
“Weet iemand nog wat we vorige week hebben afgesproken?”, vraagt Ilse. De blikken gaan op standje serieus. “Alles wat we delen met elkaar blijft in de klas”, klinkt de eerste reactie van Anne*. Andere afspraken zijn dat niemand uitgelachen wordt, niemand verplicht is om iets te delen en dat een student op elk moment het lokaal mag uitlopen als het te veel wordt. “Je mag hier eerlijk zijn en je hoeft je niet te schamen”, zegt Nathan.
De peer educators spelen een belangrijke rol in de les. Door het delen van hun eigen ervaringen breken zij het gesprek open. Ilse had veel moeite met haar thuissituatie, waarin praten over gevoelens niet werd gedaan en haar broer kampte met depressies. Ze dronk veel en pijnigde zichzelf om hiermee om te gaan. Nathan blowde elke dag om nare gevoelens opzij te schuiven. Voor zijn zelfbeeld zocht hij bevestiging op sociale media, vertelt hij:
“Mijn ouders zijn gescheiden toen ik vijf jaar was. Mijn vader heeft een bipolaire stoornis. Hij is dus of manisch: dan denkt hij dat hij de wereld aan kan, of hij is depressief: dan is hij diepongelukkig en komt hij het huis niet uit. En dat is mijn vader. Dat probeerde ik heel lang in een hoekje te verstoppen. Op een gegeven moment praatte ik met een goede vriend en die zei: ‘Nathan, wie houd je nou voor de gek? Het lijkt me ook lastig om met jouw vader te moeten dealen.’”
“En dat was een besefmoment voor mij. Want het is ook best wel lastig. Ik begreep eindelijk dat ik iets miste in mijn opvoeding en dat met blowen probeerde te verwerken. Maar nu ga ik er op een betere manier mee om: door er over te praten. Met professionals, met vrienden, maar ook hier, met jullie. Mijn vader kan ik niet veranderen, maar ik kan er wel over praten om het een plekje te geven.”
De studenten zijn duidelijk onder de indruk van de ervaringen van Ilse en Nathan. Het is stil in het lokaal. “Dank je voor het delen”, zegt een studente. Anderen knikken, of kijken omlaag. Dan vraagt Nathan of er iemand zich herkent in zijn verhaal.
“Ik had ook een vriend die was gestopt met blowen”, zegt studente Yasmin*. “Toen gebeurde er iets naars in zijn familie en wilde hij weer beginnen… Maar voordat hij dat deed, overleed hij.” Een stilte valt in het lokaal. Voor één studente wordt het iets teveel. Ze loopt met gebogen hoofd vluchtig het lokaal uit. "Is de klas bekend met dit verhaal?", vraagt Nathan voorzichtig aan Yasmin. Ze knikt, maar zegt niets. Nathan laat het hierbij. Als een student niet meer wilt delen, hoeft dat ook niet.
“Ik ben de enige die…”
Dan is het tijd voor een oefening met stellingen die beginnen met ‘Ik ben de enige die…’. Ilse noemt stellingen met angsten of gedachtes op. Als een studente daar last van heeft dan zet diegene een stap naar voren. “Soms heb je het gevoel dat je de enige bent die met een bepaald gevoel rondloopt”, vertelt Ilse. “En ook al weet je ergens wel dat het niet waar is, dan nog is het misschien fijn om te zien dat je niet alleen bent met die gedachten.”
En dat blijkt. Bij de stelling Ik ben veel bezig met wat anderen van me denken stapt bijna iedereen naar voren. “Mijn huid is heel onrustig dus ik ben bang dat mensen denken: ‘Shit, wat heeft zij een nare huid!’”, zegt Maaike*. Voor Petra* zorgen foto’s op sociale media voor veel onzekerheid. “Je ziet veel langskomen dus je gaat denken: is het wat ik doe wel normaal? Hoort het zo?”
Bij de stelling Ik ben de enige die zich soms anders voelt dan anderen stapt de helft naar voren. Een paar studenten zetten een stap bij Ik ben de enige die zich thuis niet helemaal veilig voelt. “Ik voel thuis geesten en die trekken veel energie uit me”, vertelt Michelle* voorzichtig. “Met mijn moeder kan ik erover praten, maar mijn vader gelooft me niet.”
Na een uur is de les voorbij. Zodra de deur van het klaslokaal open gaat geven twee dames elkaar een stevige knuffel. Eén studente barst in tranen uit de op gang, waar ze getroost wordt door klasgenoten en docenten. Anderen laten een diepe zucht. Waar de dames nog vrolijk de les in liepen, verlaten ze het lokaal nu stilletjes. Hoewel de studenten zelf niet veel persoonlijke verhalen deelden, is het dus wel duidelijk dat de les veel losmaakte.
Dat blijkt ook uit de reacties als Nathan vraagt wat de studenten ervan vonden. Op het einde vraagt Nathan wat de studenten ervan vonden. ‘Heftig’ en ‘herkenbaar’, klinken de reacties. Nathan: “Dank jullie wel voor het komen vandaag. De volgende week bespreken we de weg naar hulp. Het hoeft niet zo te blijven.”
Sneeuwbaleffect
Bij de nabespreking in de lerarenkamer stel ik Nathan de vraag of het oprakelen van mentale problemen wel past in een klaslokaal. “De problematiek is er nou eenmaal, wij zijn hier om te laten zien dat je je er niet voor hoeft te schamen en erover mag praten. Wij zijn zeker geen zorgprofessionals, maar we kunnen wel helpen om een sneeuwbaleffect te maken zodat leerlingen ondersteuning vinden. Ook op school.”
Aan tafel zit ook Jeroen van den Born (30), projectleider bij Diversion, het projectbureau dat het lesprogramma samen met MIND ontwikkelde en uitvoert. “We hebben veel contact met de school waar we op bezoek gaan. Dan kijken we ook altijd naar de zorgstructuur: kan de leerling terecht bij een mentor, zorg coördinator of vertrouwenspersoon? En kunnen die leerlingen vervolgens doorverwezen worden naar meer hulp, binnen of buiten de school?"
"Als die structuur niet goed in elkaar zit dan ondersteunen we de school en de docenten. Want er kan door onze lessen veel loskomen bij leerlingen, dat hoor je ook van docenten. Juist van leerlingen die tijdens de les zelf stil zijn, maar die vervolgens bij een mentorgesprek hun verhaal op tafel leggen.”
Ze hopen bij MIND Young Academy en Diversion dan ook dat de studenten dit gaan doen. De eerste signalen lijken in ieder geval hoopvol; van de zeventien aanwezigen waren er tien 'tevreden' en vijf 'enthousiast over de les, blijkt uit de online enquête die de studenten na de les invulden.
Je hoeft het niet alleen te doen
Positieve reacties zijn ook terug te lezen in het onderzoek dat het Verwey-Jonker Instituut deed naar het lesprogramma van MIND Young Academy, onder 302 leerlingen tussen 12 en 21 jaar. Zo gaf 89 procent aan beter te weten wat psychische klachten zijn na het lesproject. Een kwart was het ‘eens’ dat het bespreken van psychische problemen met klasgenoten makkelijker was geworden, en veertig procent vulde ‘een beetje eens’ in.
Toch blijft het delen van een persoonlijk verhaal voor velen moeilijk, blijkt uit het één-op-één interviews van de onderzoekers met leerlingen. Een voorbeeld: “Als ik met iets zit, zal ik het niet in de klas vertellen. Deze mensen zie ik daarna nog enkele dagen, dus laat dan maar. Liever bespreek ik het met iemand die ik wel vertrouw."
Ook uit een vragenronde van NPO 3vraagt blijkt dat er onder jongeren nog steeds een taboe heerst op mentale problematiek. Meer dan de helftvan de ondervraagde jongeren zegt dit taboe te ervaren. “En dat terwijl steeds meer jongeren het mentaal zwaar hebben”, zegt coördinator Van den Born. “Wij hopen dat leerlingen en studenten na ons bezoek het gevoel krijgen: ‘Ik hoef het niet alleen te doen.’”
Ben je zelf werkzaam in het onderwijs en wil je dat MIND Young Academy langskomt bij jou op school? Neem dan contact op met Jeroen via Jborn@diversion.nl