Deze gevluchte Syrische homo vangt lotgenoten op in Istanbul
- Even bellen met
- 13 nov 2017
- 6 minuten leestijd
"Ik wil het woord eigenlijk niet gebruiken, maar als je je ‘normaal’ kleedt en je gedraagt zoals de anderen, krijg je minder te maken met geweld.”
Binnenkort in première op IDFA 2017: de even ontroerend als bitterzoete documentaire Mr Gay Syria, waarin Turkse regisseur en journaliste Ayşe Toprak meerdere Syrische homovluchtelingen in Istanbul volgt terwijl ze zich voorbereiden op de verkiezing van een Mr Gay Syria – een soort misscompetitie waarbij de winnaar als eerste vluchtelingafgezant naar de finale van Mr Gay World in Malta mag.
Een belangrijke rots in de branding voor deze Syrische lhbt-vluchtelingen in de Turkse stad zijn de wekelijkse Tea and Talk-bijeenkomsten, gecoördineerd door Syriër Ayman Menem. Sinds de oprichting in februari 2015 komen elke zondag om 14:00 uur stipt een kleine vijftig Syrische homo’s en transvrouwen bijeen. Dan praten ze met elkaar over van alles, van genderidentiteit en seksuele cultuur tot het verkrijgen van een kimlik, een identiteitskaart voor Syrische vluchtelingen, en maken ze pret – een zeldzame lach binnen een wereld van tranen.
Ik sprak Ayman over de Tea and Talks. Als volgt:
Ha Ayman, hoe kwam je terecht bij de Tea and Talk-bijeenkomsten?
“Door regisseur Ayşe, eigenlijk. Ik kom uit Damascus, studeerde in Beirut en vertrok daarna naar Istanbul. Twee maanden nadat ik daar aankwam, ontmoette ik Aysa. Die vroeg of ik in de jury van de Mr. Gay Syria-verkiezing wilde zitten, voor haar film. Daar zag ik de Tea and Talks, waar ik sindsdien elke zondagavond ben geweest. Toen degene die de groep coördineerde naar Nederland vertrok, nam ik dat over. Eerst dacht ik nog: wat een domme bijeenkomsten, maar inmiddels zie ik ze echt als grote, warme middagen met familie.”
Hoe dat zo?
“We bespreken veel en begeleiden iedereen waar nodig, zoals bij het regelen van soa-testen of het zoeken naar woningen. Vorig jaar hadden we taalcursussen voor Turks en Engels op twee niveaus, maar de regering heeft dat helaas verboden. Die wil liever dat mensen betaalde taalcursussen bij hen afnemen. Verder hebben we ook feestjes en picknicks.”
Toch zal het leven daar geen feestje of picknick zijn. Waarom blijf je in Istanbul?
“Ik kan niet zomaar terug naar mijn eigen land, en ik krijg wel veel kansen om naar Europa, Amerika of Canada te gaan, maar ik wil niet. Ik zou maar één jaar in Istanbul blijven en verder kijken, maar alles is voor mij veranderd sinds ik bij Tea and Talk zit. Deze mensen zijn mijn familie. En mijn uiteindelijke plan is terug naar Syrië te gaan. Ik wacht. Zodra de oorlog stopt, ga ik terug. Ik weet niet wat ik precies kan doen in Syrië, maar ik ga terug. Tot die tijd blijf ik hier, met mijn familie. Alle Syriërs hebben familie nodig, vooral lhbt’ers.”
Hoezo ‘vooral’ lhbt’ers?
“Een nieuw land is al geen pretje, voor minderheden is het zo mogelijk nog vervelender. De meeste mensen die zijn gevlucht komen vaak hier met hun hele gezin – dan is het dus eigenlijk een soort Syrië in het klein. Sommige wijken in Istanbul zitten vol Syriërs. Je moet je ook bedenken dat er bijna geen contact is tussen de Turkse en Syrische gemeenschappen. We hangen rond waar andere Syriërs zijn, werken in dezelfde fabrieken en restaurants. Daarom verandert er dus niets aan de mindset over homo’s en krijgen we dus eigenlijk te maken met geweld uit dezelfde gemeenschap, alsof we in Syrië zelf zijn. Ik denk dus dat lhbt-vluchtelingen te maken krijgen met meer geweld dan andere vluchtelingen.”
Zou je willen dat er meer contact is met de Turkse gemeenschap, misschien met Turkse lhbt’ers?
“Nou, de mensen die hier komen denken vaak dat ze er maar een paar maanden zitten, en dan weer terug naar huis gaan. Of verder, naar Europa, de Verenigde Staten of Canada. Daarom bouwen niet te veel relaties op, doen we amper moeite om de Turkse taal te leren. We hebben een gezegd in het Arabisch, die zich het best laat vertalen tot: ‘We will be back after minutes’. Het meerendeel van de Tea and Talk-groep vertrekt uiteindelijk naar Europa. De doorstroom is groot, de groep is elke vier maanden onherkenbaar vernieuwd.”
Niet leuk voor jou om dan steeds achter te blijven, lijkt me.
“Hun afscheidsfeesten zijn mijn beste en tegelijkertijd ook mijn slechtste momenten. Als iemand zijn papieren krijgt en naar Europa mag, ben ik dolgelukkig voor ze dat ze een nieuw leven krijgen. Aan de andere kant ben ik verdrietig. Ik kan het niet uitleggen. Elke twee of drie weken gaat er wel weer iemand weg. Het afscheid is dan zoals een afscheid zo vaak is: een speech over de toekomst, over dromen. Sommigen zijn nog zo jong, soms pas achttien of negentien. Al hun verhalen raken me zo.”
Ben je niet ook blij dat ze weg zijn? Istanbul werd gezien als een veilige haven voor homo’s: homoseksualiteit is legaal en het was er altijd redelijk tolerant, maar homohaat groeit er nu, lees ik her en der.
“We hebben onze meetings in Şişli – dat was altijd een hele elegante wijk, maar het is erg veranderd. Nu worden we weleens geconfronteerd met geweld, krijgen we opmerkingen naar ons toegeslingerd over hoe we ons kleden. Dat was niet zo toen ik hier elf jaar geleden voor het eerst kwam. Het land is conservatiever geworden. Dat is vooral voor lhbt-vluchtelingen een nachtmerrie. Ik wil het woord eigenlijk niet gebruiken, maar als je je ‘normaal’ kleedt en je gedraagt zoals de anderen, krijg je minder te maken met geweld.”
Een andere gevluchte Syrische homo zei: ‘Zelfs als er geen oorlog is in Syrië, dan nog wil ik niet terug om hoe ze ons behandelen.’
“Ik kan niet tegen degene zeggen ‘Ga niet naar Europa, vecht voor Syrië’, maar ik denk dat er ook mensen moeten blijven of terug moeten om er iets te kunnen veranderen. Het zal niet meer zijn zoals voor de oorlog, maar als er straks niemand van ons meer is, duurt de homo-emancipatie alleen maar langer. Iemand zal ons moeten helpen – en dat zullen we vermoedelijk zelf zijn.”