Navalny’s campagnevoerder Aidar (26) vluchtte naar Nederland. Dit is zijn verbijsterende verhaal
- Artikel
- 28 apr 2021
- 10 minuten leestijd
“Dit was het dan, dacht ik. Ik ben er geweest. De politieauto waarin ik zat werd omsingeld door zo’n twintig razende mannen die de agenten opdroegen me te laten gaan. Ze wilden me eigenhandig kunnen lynchen.”
Het zou niet de eerste uitspraak zijn van de Rus Aidar Ismagilov (26) die me even doet stilvallen. Hij spreekt rustig en gedecideerd, ook over de keren dat georganiseerd geweld hem bijna fataal werd. Behalve wanneer het over ‘zijn’ leider Alexei Navalny gaat, dan veert Aidar op van zijn stoel en wordt hij zichtbaar vurig. Ik spreek hem uitgebreid aan mijn woonkamertafel in Amsterdam, hij wilde me liever thuis ontmoeten dan in het azc in het Limburgse Echt. Daar verblijft Aidar sinds hij eind januari 2021 in Nederland arriveerde en politiek asiel aanvroeg. Een laatste hoofdstuk uit een, op zijn zachtst gezegd, turbulent leven. Dit is zijn verhaal:
“Ik groeide op Oefa, een industriestad ruim duizend kilometer ten oosten van Moskou. Mijn vader is advocaat en mijn moeder docent, mijn broer overleed op jonge leeftijd nadat hij als soldaat had meegevochten in de oorlog in Tsjetsjenië. Op school voelde ik me altijd al anders dan andere leerlingen: ik was kritisch op wat ons werd geleerd, onze leraren vertelden dat het Westen kwaadaardig is en dat Poetin de uitverkoren leider is die zijn macht heeft gekregen van God. Ook op de universiteit, waar ik filosofie studeerde, werd ik geconfronteerd met staatspropaganda en raakte ik regelmatig in een discussie verzeild met docenten. Ik werd er ‘de Amerikaanse spion’ genoemd.
In die periode ontdekte ik Navalny’s twitteraccount, hij was toen al actief oppositie aan het voeren en deelde veel van zijn ideeën online. Zijn liberale overtuigingen en kritiek op corruptie en de macht van Russische oligarchen spraken me aan, ik herkende me in veel van wat hij zei. Toen er begin 2017 een regionaal hoofdkantoor van Navalny’s partij in Oefa werd opgericht, besloot ik te helpen. Bij de opening van het kantoor ontmoette ik Navalny voor het eerst, ik was onder de indruk van zijn energie en enthousiasme terwijl het evenement werd verstoord door radicale orthodox-christenen en ultra-nationalistische aanhangers van Poetin. In de jaren die volgden bleef ik me voor Navalny inzetten, ik werd één van de vaste medewerkers in zijn campagneteam.
Aidar en Navalny tijdens een partijbijeenkomst
We organiseerden politieke bijeenkomsten die altijd eindigden met een inval van de politie en arrestaties. Moest een collega voor de rechter verschijnen, dan zat de rest van het team in de rechtszaal om hem of haar bij te staan. Eén keer werd onze bijeenkomst uit elkaar gedreven door tientallen agenten met grote honden, waarna we ons opsloten in het huis van een collega. De agenten stonden voor de deur en er zat niets anders op dan van het balkon te springen. Toch hield de constante dreiging ons niet tegen om ons werk voort te zetten, we waren trots op wat we deden.
Net als mijn broer werd ook ik op een dag opgeroepen om in het leger te dienen, in Rusland bestaat de dienstplicht. Het ging op dat moment niet goed met me, mijn oma was net overleden en ik had een depressie. Bij het intake-gesprek met de legerofficieren vertelde ik dat ik niet sympathiseer met de oorlogen die Rusland voert en dat ik mentaal niet in staat was om mijn dienst uit te voeren. Ik werd verplicht om naar de psychiatrische kliniek van het leger te gaan voor een medische keuring. Tegen die tijd had ik meer publieke bekendheid gekregen, iedereen wist daar af van mijn politieke overtuigingen en activiteiten. De psychiater zei dat ze aan mijn steun voor Navalny kon zien dat ik gek ben en gaf me twee opties: of ik zou dienen in het leger, of ik zou worden opgenomen in een gesloten psychiatrische inrichting.
Daarna werd ik ook nog ondervraagd door de FSB, de Russische geheime dienst. Ze vertelden me dat als ik aan hun kant zou staan en informatie over Navalny zou doorspelen, er nog een goede toekomst voor me open lag.
Doodsangsten
Op dat moment wist ik dat ik niet langer veilig was in Oefa en begon ik aan een lange vlucht. Ik vertrok naar Kazan, de hoofdstad van de nabijgelegen republiek Tatarije. Daar kreeg ik een relatie met een jongen. Naast mijn werk voor Navalny sprak ik me al langer publiekelijk uit voor lhbti-rechten, ik ben één van de weinige Russen die openlijk homoseksueel is. Ik had nog maar net een relatie, of er gebeurde iets heel naars. Terwijl ik over straat liep en een voicemailbericht voor mijn vriend achterliet, werd ik achtervolgd door een groep jonge mannen. Ze verweten me dat ik mijn homoseksualiteit publiekelijk uitdroeg, gristen mijn telefoon uit mijn handen om mijn naam te achterhalen en waren heel intimiderend. Ze vertelden dat ze uit Tsjetsjenië kwamen, waar homo’s op grote schaal in elkaar worden geslagen en gevangen worden gezet.
Ik vluchtte een kleine supermarkt in en wist ze daar even van me af te schudden. Ik vroeg een medewerker of ik in het magazijn mocht schuilen terwijl ik wachtte op de politie, gelukkig werkte hij mee. Terwijl ik op de grond lag van het magazijn hoorde ik de jongens naar me zoeken, ze riepen “waar is die homo?!”. Het duurde een uur voordat de politie er eindelijk was, ik had ze aan de telefoon gevraagd om hun auto bij de uitgang te parkeren zodat ik er ongezien naar toe kon rennen. Het lukte me om bij de politieauto te komen, maar al gauw werden we omsingeld door een grote groep mannen. Blijkbaar hadden de jongens in de tussentijd om versterking gevraagd.
Zittend op de achterbank van de politieauto sloeg ik doodsangsten uit. Zou ik dit overleven? De portiek van de auto stond open en de twee agenten gingen een lang, lacherig gesprek aan met de meute. Er stonden mannen tussen met lange stokken die zeiden dat ze slechts een kwartiertje nodig hadden om met me af te rekenen. Er werd onderhandeld over mijn leven. Uiteindelijk baanden we ons een weg door de meute en reden we naar het politiebureau, godzijdank. Daar werd me verteld dat ze me niet verder konden helpen en dat ik beter kon vertrekken uit Kazan. Nog diezelfde dag verzamelde ik wat spullen en vertrok ik richting Moskou, waar ik een paar maanden lang in safehouses voor lhbti’ers zou verblijven.
Het leven in de safehouses was niet vol te houden. Ik had met een journalist gesproken over het voorval in Kazan, dat bericht ging inmiddels rond op homofobe forums en websites. De klopjacht op homo’s wordt tegenwoordig ook buiten Tsjetsjenië gevoerd: er zijn Tsjetsjeense knokploegen die lhbti’ers met een publiek profiel in heel Rusland opsporen en verjagen of in elkaar slaan. Door mijn homoseksualiteit en steun voor Navalny was ik een geliefd doelwit. Er bleven maar haatberichten en dreigementen binnenkomen op mijn telefoon. En dus besloot ik het land te verlaten. Eerst naar Turkije, toen naar Oekraïne, en uiteindelijk boekte ik met hulp van mijn collega’s uit Navalny’s team een vlucht met een overstap op Schiphol zodat ik op Nederlands grondgebied asiel kon aanvragen.”
Moderne heilige
Dat asiel verkreeg Aidar na een verhoor door het IND relatief snel, op grond van de aanhoudende dreigementen over zijn homoseksualiteit en politiek activisme en het gebrek aan bescherming door de Russische overheid. Nu wacht hij in het azc op de toewijzing van een eigen woning. Te zien aan zijn dagelijkse facebook-updates gaat Aidar’s activisme ook op afstand met onverminderde toewijding door. Hij staat nog altijd in nauw contact met collega’s uit Navalny’s team, de ontwikkelingen over diens gevangenschap en gezondheid volgt hij op de voet.
"Het zijn donkere tijden. De laatste maanden zijn tientallen collega’s opgepakt of gevlucht, veel van hen verblijven nu in Litouwen en Duitsland. De Russische autoriteiten hebben Navalny’s partij onlangs op de lijst van terroristische organisaties gezet, daardoor riskeren alle openlijke aanhangers binnenkort een gevangenisstraf. Poetin is bang omdat hij weet hoe populair Navalny is en zijn macht aan niemand wil afstaan. Er hebben zóveel misdaden onder zijn presidentschap plaatsgevonden: de oorlog met Oekraïne, het neerhalen van MH17, de onwettelijke arrestaties van journalisten en politiek activisten, het toestaan van homo-gevangenissen in Tsjetsjenië, de inmenging in buitenlandse verkiezingen, de vergiftiging van Navalny… Hij weet dat hij terecht zal staan voor het Internationaal Strafhof zodra zijn presidentschap eindigt, en dus wil hij koste wat het kost sterven in zijn ambt.
Toch heb ik vertrouwen in de toekomst van mijn land. De jongere generaties zijn veel kritischer op Poetin en houden van Navalny. Zij hebben geen ouderwetse Sovjet-mentaliteit en kijken met een open blik naar de wereld, ze zijn veel progressiever dan de ouderen en zien de waarde in van een democratie. Op scholen wordt Poetin ‘Voldemort’ genoemd door leerlingen als ze spreken over politiek, ‘hij die niet bij naam genoemd mag worden’. Het respect voor de president is aan het verdwijnen, dat zie ik ook op sociale media. Maar het zal een lange, harde strijd worden. Voor mij is Navalny nu al een moderne heilige, zijn verhaal heeft iets bijbels. Hij was bijna dood na zijn vergiftiging, stond weer op en keerde met gevaar voor eigen leven terug naar zijn thuisland. Hij offert zich op voor ons, voor de toekomst van zijn volk.
Misschien keer ik op een dag ook terug naar Rusland, maar voorlopig ben ik vooral toe aan rust. Ik zal een nieuw leven moeten opbouwen in Nederland, nieuwe vrienden moeten maken. Er zit nog veel spanning in mijn lijf, maar ik voel me best goed. Het klinkt misschien gek, maar soms mis ik ook het avontuurlijke leven als een activist in Rusland. Het was er in ieder geval nooit saai.”
In de avond na ons interview vindt in het azc waar Aidar verblijft een ernstige steekpartij plaats. Zeven mensen raken gewond en worden afgevoerd naar het ziekenhuis. De dader blijkt op dezelfde verdieping als Aidar te zitten, het is een man wiens asielaanvraag volgens Aidar kortgeleden werd afgewezen. Op het moment van het incident zit Aidar nog in de trein, hij was wat langer blijven hangen in Amsterdam. “Ik ben in shock”, appt hij me na aankomst in Echt. “Als ik niet over Navalny had gesproken, had ik nu misschien in het ziekenhuis gelegen. Mijn leider heeft me beschermd.”
De gebeurtenissen in dit artikel zijn geverifieerd op basis van documentatie van Aidar en rapportages van de Immigratie- en Naturalisatiedienst.