‘Iedere dag kan er je laatste zijn’. Met gevaar voor eigen leven reisde Neda naar Iran
- Artikel
- 01 dec 2022
- 14 minuten leestijd
De culinaire rootsreis die de Iraans-Nederlandse Neda (35) dit najaar wilde maken, kreeg een totaal andere wending toen de inwoners van haar geboorteland massaal in opstand kwamen tegen het regime. Met haar Iraanse vriend Ashkan blikt ze terug op een confronterend weerzien.
Wanneer ik de Rotterdamse koffiebar binnenloop waar ik met Neda heb afgesproken, zit ze al op me te wachten aan een van de houten tafeltjes. Klaar om de vele indrukken te delen van de bewogen reis waarvan ze net is teruggekeerd. Maar ook, of misschien wel vooral, om het verhaal te vertellen van de miljoenen Iraniërs die monddood worden gemaakt en het gevoel hebben vast te zitten terwijl wij in alle vrijheid een cappuccino bestellen.
Het gevoel vast te zitten, daar is Neda bekend mee. Als kind groeit ze op in een onveilige thuissituatie: haar vader is drugsverslaafd en gewelddadig, maar in een land waar een rechter over je huwelijk beslist kan haar moeder niet van hem scheiden. Als Neda zeven jaar is, vlucht ze met haar moeder en broertjes naar Nederland. Sinds ze volwassen is, gaat ze om de paar jaar terug. “Natuurlijk zijn er de nare herinneringen uit mijn jeugd”, vertelt ze over haar band met Iran. “Maar die heb ik een plek kunnen geven. En daarvoor in de plaats zijn er nu gelukkig veel positieve associaties. Ik hou van het land en zijn geuren, het eten, de warmte en hartelijkheid van de mensen. Alleen niet van het Iraanse regime.”
Eind september vertrekt Neda opnieuw naar Teheran. De reis die ze wil maken, heeft voor haar een bijzondere betekenis. Als kok wil ze inspiratie opdoen in de Perzische keuken, het idee is om kriskras door het land te toeren en de lokale specialiteiten te ontdekken. Wanneer ze het vliegtuig instapt, gaat het nieuws over de gruwelijke dood van de 22-jarige Jina (Masha) Amini en de protesten die erop volgen net de wereld over. ‘Onrust in Iran’, leest Neda in de nieuwskoppen. “Maar”, zo blikt ze terug, “dat las ik wel vaker. En het was nooit een reden om thuis te blijven. Dus nu ook niet.”
"Nog nooit had ik een Iraniër het woord 'revolutie' horen gebruiken"
Dood aan de dictator
“De eerste dagen reisde ik naar de kust van de Perzische Golf. Op mijn telefoon
had ik geen toegang tot internet meer, maar ook dat was niets nieuws. Ik
verbleef in een vredig kustplaatsje waar van de protesten nog niks te merken
was. Dat veranderde meteen toen ik terugging naar Teheran: het protestlied Baraye was
overal te horen, er hing een uitgelaten maar ook gespannen sfeer in de lucht.
‘s Avonds schreeuwden mensen leuzen uit de ramen, ze riepen ‘dood aan de
dictator!’. Er werd gesproken over een revolutie. Een revolutie! Nog nooit had
ik een Iraniër dat woord horen gebruiken. Ik wist: hier gebeurt iets groots.”
“Eenmaal terug in Teheran had ik soms weer toegang tot internet en realiseerde
ik me wat er in die paar dagen allemaal gebeurd was. In alle grote steden van
het land waren Iraniërs de straat op gegaan, honderden van hen waren inmiddels
opgepakt. Op de Iraanse staatstelevisie, het propagandakanaal van de regering
en geestelijk leiders, zag ik de oom en tante van een 16-jarig meisje een
statement afgeven. Zijn nichtje was van een flatgebouw gesprongen, zei een man
die trillend een tekst voorlas. Daarom was ze nu dood. Maar iedereen met
toegang tot buitenlands nieuws wist wat er in werkelijkheid was gebeurd: het
meisje, Nika genaamd, werd na een
protest door de autoriteiten opgepakt, gemarteld, verkracht en vermoord. En
Nika was niet de enige.”
Het reisadvies voor Iran gaat
op rood, vertelt minister van Buitenlandse Zaken Wopke Hoekstra op 7 oktober. Hij adviseert alle Nederlanders die nog in het land
zijn terug te keren. Neda ontvangt het ene na het andere bezorgde bericht
vanuit Nederland: is ze veilig, doet ze voorzichtig en komt ze nu dan eindelijk
terug? Maar over een terugkeer twijfelt ze geen moment. Ze kan het land, wat
nog altijd ook als háár land voelt, nu niet in de steek laten. Bovendien
besluiten de vrienden bij wie Neda in Teheran verblijft zich bij de protesten
aan te sluiten. Ze wil hen kunnen steunen, al is het maar door in hun fysieke
nabijheid te blijven.
"Mijn drang naar gerechtigheid en vrijheid won het van de angst"
Morele plicht
Een van die vrienden is de 31-jarige Ashkan*, die om veiligheidsredenen niet
met zijn echte naam in dit artikel verschijnt. Als Iraniër ben je verplicht om
je telefoon bij de overheid te laten registreren, maar zoals veel landgenoten
heeft Ashkan een tweede, geheim toestel. Over Whatsapp durft hij te vertellen
hoe hij de weken sinds de komst van Neda heeft beleefd.
“Dat ik een groot risico loop door me in de protesten te mengen, daar was ik me
van bewust. Maar in mijn hoofd hoorde ik een stem die mij geen toestemming gaf
om thuis te zitten terwijl er buiten zoiets belangrijks plaatsvond. Ik werd
gemotiveerd door een mix van frustraties en gevoelens van onmacht. Over de
armoede in mijn land, de corruptie, de vuile lucht en het vuile drinkwater.
Over het feit dat we geïsoleerd worden van de rest van de wereld en niet eens
een creditcard kunnen gebruiken. Maar nog het meest over de slechte behandeling
van vrouwen, iets waar de dood van Masha Amini helaas het zoveelste voorbeeld
van was.”
“Toen ik zag hoe de autoriteiten de protesten in reactie op haar dood
neersloegen, hoe meedogenloos ze waren, zelfs kinderen vermoordden, toen wist
ik: het is mijn morele plicht om mee te doen. Om hen te wreken, en met hen alle
andere Iraniërs die de afgelopen 43 jaar het slachtoffer zijn geweest van de
misdaden van het regime. Ik vond het doodeng om de straat op te gaan, maar mijn
drang naar gerechtigheid en vrijheid won het van de angst.”
Luistertip: in deze aflevering van de podcast Middle East Focus analyseren twee Iraans-Amerikaanse politieke experts het ontstaan van de huidige protestbeweging.
Welke God is dat?
Een gijzeling die nu al 43 jaar duurt, zo omschrijven meer demonstranten en
critici de heerschappij waar zij mee willen breken. Met die 43 jaar wordt
verwezen naar de periode die volgde op de Islamitische revolutie van 1979. Na
een lang protest wordt dat jaar de bestuurlijke macht van koning Mohammed Reza
Pahlavi overgenomen door een groep invloedrijke geestelijken onder leiding van
ayatollah Ruhollah Khomeini. Ook tijdens die revolutie wordt er door ramen en
van daken geschreeuwd, maar klinkt er ‘Allāhu akbar’ (God is groot) in plaats
van ‘dood aan de dictator’.
De rechten en individuele vrijheden die Iraniërs, en Iraanse vrouwen in het
bijzonder, hebben verworven onder het bestuur van de liberale koning, worden in
korte tijd tenietgedaan. Neda is dan nog niet geboren, maar de verhalen over
die turbulente tijd kent ze maar al te goed. Haar moeder is 19 jaar en werkt als lerares op een school wanneer de
geestelijken een lange lijst van nieuwe wetten doorvoeren. “Van de
ene op de andere dag veranderde haar leven compleet. Ze werd overgeplaatst naar
een andere school, verplicht een volledig bedekkend gewaad te dragen en verloor
haar recht om te kunnen scheiden van een man die haar later zou gaan
mishandelen.”
Kijktip: My Stolen Revolution (2013). In deze documentaire, te zien op Netflix, voert filmmaker Nahid Persson indringende gesprekken met vrouwen die Iran ontvluchtten tijdens de Islamitische revolutie.
“Hier in Nederland wordt vaak gedacht dat de onderdrukking van vrouwen in Iran
het gevolg is van de Islam”, vervolgt Neda. “Maar met religie heeft het
eigenlijk niets te maken. Ik herinner me dat ik als kind al dacht: welke God
geeft iemand het recht om een ander te slaan? Om geweld tegen vrouwen te
gebruiken, ze thuis te houden, te verkrachten, te doden? Welke God is dat? Al
decennialang gebruiken invloedrijke mannen in Iran het geloof als excuus om hun
agenda door te drukken en hun macht te behouden. Maar steeds meer Iraniërs,
vrouw én man, prikken door de leugens heen.”
In een paar weken tijd zijn minstens 234 demonstranten en omstanders vermoord, 29 van hen zijn minderjarig
Westerse spion
Hoe vaker Ashkan de deur uitgaat om te protesteren, hoe meer hij zich
realiseert: het is nu of nooit. Willen ze dit regime ten val brengen, dan moet
er worden doorgepakt. Hij besluit zijn werk tijdelijk neer te leggen en roept
zijn familie en vrienden op hetzelfde te doen. Met de voortdurende angst om
gearresteerd of zelfs gedood te worden, leert Ashkan te leven. Maar wat hij op
straat ziet, eist zijn tol. “Het is afschuwelijk wat er gebeurt. Ik heb een
bejaarde man in elkaar getrapt zien worden, een agent in burger een vrouw zien
neerschieten, mensen naar adem zien happen in een wolk van traangas. Ik sta
stijf van de stress.”
Op 25 oktober maakt de in Noorwegen gevestigde organisatie Iran Human Rights de
balans op van het aantal slachtoffers van het Iraanse overheidsgeweld. In een
paar weken tijd zijn minstens 234 demonstranten en omstanders vermoord,
29 van hen zijn minderjarig. Meer dan twaalfduizend Iraniërs zijn gearresteerd.
De families van overledenen wordt het vaak onmogelijk gemaakt om hen te zien en
te begraven. Net als de oom van Nika worden familieleden gedwongen om een vals
statement over de doodsoorzaak af te geven aan de staatsmedia. Toch blijven de
protesten zich over het land verspreiden, van Iraans
Koerdistan in het noordwesten tot de stad Zahedan aan de grens met Pakistan. En
Neda blijft waar ze is: in Teheran.
“Meerdere keren heb ik overwogen om me ook bij de protesten aan te sluiten.
Maar steeds werd ik tegengehouden door mijn Iraanse vrienden, want als
buitenlander liep ik extra risico: als ik eruit zou worden gepikt door de
autoriteiten, dan had ik als een soort trofee gebruikt kunnen worden. Een
bezoeker uit Nederland is voor hen een welkom bewijs dat de protesten door
westerse spionnen worden aangewakkerd, een verhaal dat de regering graag
verspreidt. Dus iedere keer dat zij vertrokken, bleef ik thuis op ze wachten.
Dat was verschrikkelijk, ik heb veel zitten huilen. Steeds weer namen we
emotioneel afscheid van elkaar, want als demonstrant kan iedere dag je laatste
zijn.”
Ashkan beaamt dat Neda extra gevaar zou lopen bij een arrestatie. “Omdat ze
makkelijk als westerse spion kan worden bestempeld, maar ook omdat Iran erom
bekend staat buitenlandse gevangenen vast te houden tot er losgeld voor ze
wordt betaald. En Neda kent de wetten en regels hier niet. Ze heeft nooit
geleerd hoe ze zich moet gedragen als ze wordt opgepakt. Dat risico wilde ik
haar niet laten lopen.”
"De rest van mijn verblijf hield ik mijn hoofddoek af. Dan word ik maar gearresteerd, dacht ik"
Ticket uit de gevangenis
Van eenzaam huilen op de bank wordt niemand beter, merkt Neda al gauw. En dus
zoekt ze naar een andere invulling van de dagen die ze nog heeft door te
brengen in Iran. “Het vreemde aan een revolutie is dat het dagelijks leven ook
gewoon doorgaat. Mijn vrienden zijn redelijk welgesteld en konden het zich
veroorloven om hun werk neer te leggen, maar de gemiddelde Iraniër is daar te
arm voor. De meeste winkels en horeca bleven gewoon open. Ik begon mijn dagen
te vullen met lange taxiritten door de stad en bezoekjes aan markten en cafés.
Maar de behoefte om actief bij te dragen aan het protest bleef bestaan.”
“Op straat viel het me op dat steeds meer jonge vrouwen hun hoofddoek alleen
nog over hun schouders droegen, alsof de wind het van hun hoofd had geblazen.
Zelfs als er politie op de hoek van de straat stond. Op een middag liep ik door
een supermarkt in een conservatieve wijk, een plek waar de meeste vrouwen
volledig gesluierd zijn. Ook daar zag ik een vrouw zonder hoofddoek, dat vond
ik zó stoer. Zonder er lang over na te denken liet ik die van mij ook zakken.
Toen ze dat zag, gaf ze me een knipoog. Even voelden we ons verbonden. De rest
van mijn verblijf hield ik mijn hoofddoek af. Dan word ik maar gearresteerd,
dacht ik.”
Begin november is het moment dan toch daar: Neda keert terug naar
Nederland. Niet met de culinaire inspiratie waarvoor ze was gekomen, wel met
een hernieuwde waardering voor de moedige bewoners van haar geboorteland. “Voor
mijn vertrek probeerde ik Ashkan nog een hart onder de riem te steken. Ik
vertelde hem dat hij zijn hoop niet mocht opgeven. Maar mijn peptalk kon hij
niet waarderen. ‘Jij hebt makkelijk praten’, zei hij. ‘Jij vliegt zo weer naar
je veilige bubbel.’ Dat deed pijn, maar ergens had hij natuurlijk wel gelijk.
Ik had een ticket om uit deze gevangenis te komen, iets waar hij alleen maar
van kan dromen.”
Sinds Neda’s terugkeer naar
Nederland, ziet Ashkan hoe momenten van hoop en wanhoop elkaar afwisselen. Er zijn
dagen, zegt hij, dat er veel mensen op de been zijn, ook uit de grote
arbeidersklasse. Als hun aantallen maar groot genoeg zijn, voelt hij dat ze het
kunnen winnen van het regime. Maar op andere dagen ziet hij de toekomst somber
tegemoet. “Het enige waar ik zeker van ben, is dat ík niet zal stoppen met mijn
protest. Een leven in vrijheid is het waard om voor te vechten. Om voor te
sterven zelfs, als het moet.”
Kijktip: A Seperation (2011). In deze met een Oscar bekroonde speelfilm van regisseur Asghar Farhadi leidt de wens van een Iraanse vrouw om een nieuw bestaan op te bouwen in het buitenland tot een tragische echtscheiding. Te zien op NPO Start.
"De Iraanse regering moet voelen dat het iets te verliezen heeft"
Internationale druk
“Het is moeilijk”, vertelt Neda terwijl ze door het raam staart van de
Rotterdamse koffiebar, “om weer in het ritme te komen sinds ik terug ben. Om te
genieten van de alledaagse dingen terwijl de strijd daar doorgaat.” Ze heeft
nog dagelijks contact met haar Iraanse vrienden, praten over de revolutie en de
protesten doen ze daarbij alleen in codetaal en metaforen. Want de Iraanse inlichtingendienst staat erom bekend graag mee te lezen met berichten
die worden uitgewisseld tussen Iraanse diaspora en hun geboorteland.
Dat er tijdens haar verblijf in Iran solidariteitsprotesten zijn georganiseerd
in Amerikaanse en Europese steden, doet Neda goed. Maar ze vindt dat westerse
politici veel meer druk op de Iraanse regering moeten zetten om hun wandaden te
stoppen. “Er bestaan al heel lang economische sancties, maar die hebben
duidelijk geen effect. Als ik zie hoe abrupt het westen de banden heeft
doorgesneden met Rusland, dan denk ik: waarom gebeurt er niet hetzelfde met
Iran? In Nederland staat de Iraanse Revolutionaire Garde, die verantwoordelijk
is voor alle moorden, niet eens geregistreerd als terreurorganisatie. De
Iraanse regering moet voelen dat het iets te verliezen heeft.”
Of Neda het niet eng vindt om zich zo openlijk uit te spreken tegen de Iraanse
regering, vraag ik haar tot slot. Die angst heeft ze losgelaten. “Hier in
Nederland kán ik me tenminste uitspreken, het voelt als mijn
verantwoordelijkheid richting de Iraanse bevolking om daar gebruik van te
maken. Om hun stem te zijn. Het liefst zou ik al hun namen hier hardop
uitspreken zodat iedereen weet wie de mensen zijn die iedere dag hun leven
riskeren. Al die Iraniërs die blijven dromen en strijden voor een betere toekomst,
het zijn allemaal helden.”
*De naam van Ashkan is bij de redactie bekend.
Dit artikel is geüpdatet op 9 december 2022.