Nederlanders worden steeds ouder (en waarom dat goed nieuws is)
- Artikel
- 02 dec 2020
- 8 minuten leestijd
Het groeiende aantal ouderen brengt ook dilemma's met zich mee: “Aan de ene kant moeten mensen langer doorwerken om van voldoende pensioen te kunnen genieten, en aan de andere kant wil de overheid meer mantelzorg. Dat zit elkaar in de weg."
Waar de een zich zorgen maakt over rimpels en grijze haren, denkt de ander na over een pensioen met zeeën van tijd. Voor jou ligt dit misschien niet in de nabije toekomst, maar ouder worden we met de dag. In Nederland spreken wetenschappers over vergrijzing om aan te duiden dat het aantal mensen met een leeftijd boven de 65 stijgt. En dat aantal stijgt hard. Wat staat ons dan te wachten wanneer we oud worden, en zijn we er klaar voor?
Ouderen verongelukken vaker op de fiets, berichtte NOS op maandag 9 november. In 2019 waren er meer 80-plussers die bij een fietsongeluk om het leven kwamen dan twintig jaar geleden. Dat komt omdat er nu in Nederland meer ouderen zijn dan twintig jaar geleden, stelt Dorly Deeg, emeritus hoogleraar epidemiologie van de veroudering aan het Amsterdam Universitair Medisch Centrum.
Van 1992 tot 2015 was zij directeur van de Longitudinal Aging Study Amsterdam (LASA) aan de VU. Hiervoor verzamelde zij samen met een team van onderzoekers data van ruim 5.000 55-plussers in Nederland, om zo te ontdekken wat er verandert bij het ouder worden, waardoor dat komt en wat de gevolgen daarvan zijn. De belangrijkste resultaten van dit doorlopende onderzoek bundelde ze vorig jaar in haar boek Gewonnen jaren.
Wetenschappers gebruiken de dataverzameling van LASA om allerlei onderzoeksvragen te beantwoorden, onder andere over vergrijzing. Zelf gebruikt Deeg die term liever niet. “In het Engels gebruikt men de term ‘aging’, en in het Duits en Frans spreekt men ook over een proces dat met leeftijd te maken heeft. Waarom hebben we het in Nederland dan over grijze haren? Dan spreek ik liever over veroudering.”
Dat we te maken hebben met veroudering van de bevolking, laten de cijfers zien. Zo is Nederland van 0,3 miljoen 65-plussers in het jaar 1900 naar 3,2 miljoen gegaan in 2018. En dat aantal neemt alleen maar toe.
Volgens Deeg zijn we echter nog niet klaar voor meer veroudering in de samenleving. Dat ziet zij aan de toenemende zorgvraag door ouderen, en een zorgsysteem dat meer gebruik wil maken van mantelzorg terwijl dat niet voorradig is. Ook kent Nederland een jaarlijkse verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd, waar veel ouderen moeite mee hebben.
Deeltijdpensioen
“Aan de ene kant moeten mensen langer doorwerken om van voldoende pensioen te kunnen genieten, en aan de andere kant wil de overheid meer mantelzorg. Dat zit elkaar in de weg. Mensen die nu langer moeten doorwerken, omdat ze anders een te laag pensioen hebben, zouden bijvoorbeeld als mantelzorgers voor hun ouders kunnen werken. Maar daar is het beleid niet op gemaakt,” meent Deeg.
Tegelijkertijd hebben mensen die fysiek zware beroepen uitoefenen en daar weinig mee verdienen, zoals bouwvakkers en verpleegkundigen, vaak geen keus dan langer door te werken om een gedegen pensioen op te bouwen. “Deze mensen zouden voor hun gezondheid eerder met pensioen moeten kunnen, maar dat gaat niet, omdat de vroegpensioenregeling is afgeschaft. Ze kunnen wel in aanmerking komen voor vervroegd pensioen wanneer ze kunnen aantonen dat ze fysiek niet meer in staat zijn om te werken. Daar komen sommigen echter niet voor in aanmerking, waardoor ze alsnog langer moeten doorwerken.”
Een pensioenleeftijd die voor iedereen gelijk is, vindt Deeg daarom niet werkbaar voor mensen met zware beroepen. Nu is er wel een mogelijkheid voor mensen om met deeltijdpensioen te gaan, maar veel werknemers weten niet dat deze mogelijkheid bestaat. Daarom zouden werkgevers hier meer aandacht aan moeten besteden en toegankelijker maken voor hun werknemers, stelt zij.
Levensverwachting
Ondanks de uitdagingen die veroudering met zich meebrengt, ziet de emeritus hoogleraar het positief in. “De maatschappij reageert op veranderingen in de samenleving, of die nu in de negentiende eeuw door industrialisatie komen of door de toename van het aantal ouderen in de bevolking,” zegt zij. “Ik ben wel optimistisch dat veroudering van de Nederlandse bevolking geen groot maatschappelijk probleem wordt. Onze samenleving heeft het voor elkaar gekregen om de levensverwachting van de bevolking op te rekken, en dat is een succes.”
Dat we ouder worden dan tientallen jaren geleden verklaart Deeg aan de hand van de groeiende welvaart. “Mensen hebben vergeleken met een aantal decennia geleden vaker een hogere opleiding genoten, waardoor ze meer geld verdienen. Dat maakt dat meer mensen het zich kunnen permitteren om gezonder te leven.”
Daarnaast hebben de toename van kennis over het menselijke lichaam en ontwikkelingen in de medische zorg ertoe geleid dat de levensverwachting in Nederland verder oprekt. “De groeiende kennis in de medische zorg maakt dat mensen niet alleen ouder worden, maar ook beter kunnen leven na een ziekte. Mensen met bijvoorbeeld een hartinfarct krijgen nu medische zorg waardoor ze weer langer kunnen leven, en net zo kunnen leven als voor de ziekte. In de jaren vijftig betekende een hartinfarct een gewisse dood,” aldus Deeg.
Naast levensverwachting hebben ook fertiliteit en migratie invloed op de veroudering van de bevolking. “Momenteel krijgt iedere vrouw in Nederland gemiddeld 1,7 kinderen. Dit cijfer is al jaren onveranderd. Om evenveel jongeren als ouderen in de bevolking te houden, moet dat cijfer ruim twee kinderen per vrouw zijn,” zegt Deeg. Deze ‘ontgroening’ heeft ook te maken met welvaartsgroei en hoge opleidingsniveau. Door de recente flexibilisering van de arbeidsmarkt worden vrouwen nu ook op een latere leeftijd zwanger vergeleken met vijftig jaar geleden.
Verder zou immigratie een dempende factor zijn voor veroudering. “Het zijn vaak jongvolwassenen die immigreren, en een leeftijd hebben bereikt waarop ze kinderen willen krijgen. Dat kan bijdragen aan ‘verjonging’ van de bevolking.” Toch denkt de emeritus hoogleraar dat een toename van jongeren door immigratie niet effectief zal zijn om het groeiende aantal ouderen te laten afremmen. Het gaat om relatief kleine aantallen mensen, stelt zij. Bovendien laten de gevolgen daarvan voor de toekomstige veroudering zich moeilijk voorspellen. “We moeten daarom nadenken over een samenleving met veel ouderen en relatief weinig jongeren.”
Nieuwe levensloop
Hoe zo’n samenleving er dan uitziet? Daar heeft Deeg wel een idee bij. “Een mensenleven bestaat momenteel uit afzonderlijke fases. Wanneer je jong bent, ben je in de fase van leren. Dan neemt de studie het grootste deel van jouw tijd in beslag met maar een beetje tijd voor andere dingen. Wanneer je van school komt, beland je in de werkende fase. Velen hebben dan ook een gezin om te onderhouden. In deze fase neemt het werk de meeste tijd in beslag,” vertelt ze. “Tot slot heb je de fase waarin je met pensioen gaat. Dan heb je ineens zeeën van tijd, maar haast geen verplichtingen. Wat idealer zou zijn voor een bevolking die veroudert, is een samenleving waarin de drie elementen leren, werken en vrije tijd meer vermengd worden door de levensloop heen.”
Hoe dat precies kan, is een vraag voor deskundigen, wetenschappers en beleidsmakers om zich verder over te buigen. “Kijk bijvoorbeeld naar de gemiddelde studieduur. Veel studenten hebben nu een enorme haast om af te studeren. Het beleid is er ook op gericht om studenten snel te laten afstuderen,” zegt zij. “Maar waarom eigenlijk? Wanneer je de studie spreidt over de gehele levensloop, kun je ook meer tijd en ruimte vrijmaken voor andere dingen, zoals een baan of gezin, en heb je ook meer tijd voor vrijwilligerswerk.”
Meer dan in andere Europese landen zijn in Nederland 65-plussers actief in het vrijwilligerswerk, aldus Deeg. Dat is een goede zaak, vindt zij. Vrijwilligerswerk kan nog wel meer worden gestimuleerd, ook bij jongeren. Zij pleit voor meer contactmomenten tussen jongeren en ouderen. “Een van de plekken waar dat ook goed kan is op de werkvloer. Nu werken er steeds meer 60-plussers. Zij hebben veel ervaring waar jongeren van kunnen leren. Tegelijkertijd kunnen ouderen leren van de frisse blik van jongeren.”
Toekomstmuziek
Een betere verdeling van werk, studie en vrije tijd in de verschillende levensfases zal financiële consequenties met zich meebrengen, maar daar moet economisch beleid voor worden ontwikkeld, vindt Deeg. “Je zou op jongere leeftijd aan een studie kunnen beginnen, en die op een latere leeftijd weer oppakken, terwijl je intussen werkervaring hebt opgedaan, een gezin onderhoudt en ook nog genoeg vrije tijd hebt. Zo’n toekomst moet mogelijk zijn voor jongeren van nu die door medische vooruitgang langer zullen leven,” zegt zij.
Terwijl jongeren met deze nieuwe tijdsindeling minder last zullen krijgen van stress door tijdsdruk, hebben ze meer om naar uit te kijken wanneer ze als ouderen met pensioen gaan. Op die manier kan ook eenzaamheid bij ouderen worden tegengegaan. Het klinkt als toekomstmuziek, maar de samenleving zou daar toch naartoe moeten werken om de komst van meer vitale ouderen beter te faciliteren, stelt Deeg. Ouderen die door betere medische zorg meer uit hun leven kunnen en willen halen.
In de tussentijd doen we er goed aan voorzichtig de weg op te gaan, en ruimte te maken voor meer fietsende 80-plussers.