Noa (20) verzorgt mensen die op sterven liggen: “We lachen juist ook veel”
- Artikel
- 01 jun 2022
- 4 minuten leestijd
Werken in de overlijdensbranche is misschien niet de baan waar je als kind van droomde. We spreken met drie jongeren die wél kozen voor dit bijzondere vak. In het laatste deel: het verhaal van hospice-vrijwilliger Noa Havekes (20).
Noa was twaalf jaar toen haar opa naar een hospice ging. Het bleef bij haar hangen hoe belangrijk en fijn het daar was voor de gasten. Toen zij jaren later haar verpleegkundeopleiding afsloot bleef het onderwerp haar bezighouden. Dus besloot Noa zich aan te melden als vrijwilliger bij hospice Kromme Rijnstreek in Houten.
Meer dan sterven
In het hospice verblijven mensen die maximaal drie maanden te leven hebben. Hier brengen zij, met begeleiding en verzorging van Noa en haar collega’s, hun laatste levensfase door. Het maakt het werk van Noa erg divers: van het wassen van gasten tot het klaarzetten van koffie voor hun familieleden.
Je moet dat per persoon een beetje aanvoelen, vertelt Noa. “Sommige gasten zijn wat meer op zichzelf, dan is het echt helpen met praktische dingen zoals naar de wc gaan. Maar er zijn ook mensen die meer contact wel op prijs stellen. Dan pak je wat te drinken en ga je ernaast zitten. Dan heb je de mooiste gesprekken.”
jij bent nog zo jong, met jou ga ik het niet over de dood hebben
“Ik merkte al snel tijdens die gesprekken dat het niet alleen maar gaat over hoe het einde eruitziet. Het gaat juist ook om hoe mensen geleefd hebben, wat ze gelukkig maakte vroeger. Je moet iemand niet gaan zien als een stervende, maar als een mens met een verhaal. Zo laat je die persoon ook in waarde.”
Het valt gasten soms ook op dat Noa wat jonger is dan de meeste vrijwilligers. Noa: "Ik had laatst een gesprek met een man over zijn einde. Maar ineens stopte hij met vertellen en zei hij: jij bent nog zo jong, met jou ga ik het niet over de dood hebben. Toen vroeg ik wel door over wat hem dan bezighield. Zo hadden we daar uiteindelijk toch een mooi gesprek over."
Een band opbouwen
Maakt dat het dan niet lastig? Dat je een band met iemand opbouwt, wetende dat diegene binnenkort overlijdt? Noa: “Daar ben je al bewust van op het moment dat iemand binnenkomt. Dus je bouwt een andere band met ze op dan met bijvoorbeeld je eigen familie of vrienden. Je weet dat iemand er een paar weken, soms zelf maar een paar dagen is. Natuurlijk: de ene gast raakt je meer dan de ander, omdat je bepaalde overeenkomsten hebt. Maar ik heb nog niet ervaren dat het me zo hard raakt dat ik er last van heb. Ik kan het altijd wel loslaten als ik thuis ben, ondanks dat het je als mens altijd wel wat doet.”
“In een hospice gaat het ook niet per se om het opbouwen van een band. Gasten kunnen het heel fijn vinden als je een connectie hebt: het geeft ze een gevoel van thuis-zijn en dat ze hier veilig zijn. Maar er zijn ook gasten die daar geen behoefte aan hebben. Uiteindelijk werk je in een hospice voor de laatste wensen van de gast.”
Waar leeftijdsgenoten kiezen voor werk in de horeca of in een winkel, is het werk van Noa toch net wat anders. Noa: “Het contrast is soms wel groot als ik over baantjes van vrienden hoor. De reactie die ik vaak krijg is er een van bewondering. Ze vinden het knap wat ik doe, maar vertellen er ook bij dat ze het zelf niet zo gauw zouden doen. Het werk moet je ook wel liggen denk ik.”
“Veel jongeren hebben het beeld dat het in een hospice alleen maar pijn en verdriet is. Dat ervaren wij anders, er wordt juist ook bij ons gelachen en er zijn veel vrolijke momenten. Als je ziet dat je gasten maar ook familie en vrienden kan helpen in hun behoeften dan geeft dat veel voldoening. Ik zou het tof vinden als meer jongeren dit werk zouden doen. Die zijn nu vaak gericht op veel geld verdienen. Maar met het werken in een hospice kan je echt wat voor iemand betekenen, echt iets goeds doen.”