Opinie: Overheid, maak het openbaar vervoer nu eens écht openbaar
- Artikel
- 29 nov 2023
- 6 minuten leestijd
We kunnen even opgelucht ademhalen: het ov wordt in 2024 niet duurder, zo besloot het kabinet. Maar dit is een slappe pleister op de wonde, zegt strateeg Jelle de Graaf. Daarom: waarom het openbaar vervoer in Nederland zo’n zooi is – en hoe het permanent beter kan.
Tekst: Jelle de Graaf
Heb jij wel eens als een sardientje in een blik in het gangpad van een overvolle trein gestaan? Ik wel. Of misschien woon je op het platteland en kan je niet meer met het ov naar je school of studie. Goed openbaar vervoer is in het belang van ons allemaal. Maar, zoals de punkband Hang Youth zich in het gelijknamige nummer afvraagt, “Noem je dat vervoer openbaar?!"
Een terechte vraag, lijkt me. Aan de ene kant is het openbaar vervoer in Nederland duur en wordt het bovendien alleen maar duurder, en aan de andere kant gaat de kwaliteit van het ov achteruit. Er rijden namelijk minder treinen, de treinen die rijden zijn korter en hele buslijnen worden geschrapt. Gigantische drukte is het gevolg, met name in de spits. Dus hoe openbaar is ons ov?
Ticket to Ride
Als je de problemen in het openbaar vervoer wilt oplossen, moet je kijken wat deze problemen veroorzaakt. Het antwoord is, zoals wel vaker, marktwerking. In Europa is het openbaar vervoer ongeveer zo georganiseerd als in het bordspel Ticket to Ride, waar kapitalistische treinmagnaten strijden om de winst. Zoals de spelers in Ticket to Ride concurreren om stukjes spoor, zo concurreren bedrijven in Europa om openbaarvervoersconcessies.
Zo kan het dat Arriva, een Brits bedrijf dat in verschillende Nederlandse provincies verantwoordelijk is voor het bus- en lokale treinvervoer, door haar moederbedrijf Deutsche Bahn is verkocht aan een Amerikaanse durfinvesteerder. Dit superkapitalistische I Squared Capital zal haar eigen winst nog meer centraal stellen, waardoor de duizenden medewerkers van Arriva hun baan niet langer zeker zijn. Ook zal een focus op winst ervoor zorgen dat duurzaamheidsplannen op een tweede spoor komen. Midden in een klimaatcrisis raakt dit ons allemaal.
Voordat je overgaat tot het inkorten van treinen, zou je bijvoorbeeld kunnen nadenken over het afschaffen van de eerste klas, om te beginnen tijdens de spits
Een vrije markt op het spoor levert misschien een leuk bordspelletje op, maar pakt in de echte wereld desastreus uit. Door openbaar vervoer als markt vorm te geven, en niet als publieke dienst, staat consequent de winstvraag centraal, en niet de vraag hoe deze beslissing de reizigers het beste helpt.
#Spitsheffinggate
Daarnaast heeft de NS de afgelopen jaren te maken gehad met een tekort aan personeel. Om hiermee om te gaan heeft de NS twee - vanuit marktlogica heel logische - dingen gedaan. Sinds december 2022 heeft de NS op een aantal belangrijke trajecten het aantal treinen gehalveerd. Ook is een aantal treinen ingekort.
Beide maatregelen raken de reiziger direct, met name in de spits wanneer het extreem druk is. In de eerste klas is het overigens wel rustig, ook in de spits. Om de drukte in de tweede klas op te lossen presenteerde directeur van de NS Wouter Koolmees in de zomer van 2023 een – vanuit de marktlogica opnieuw heel logisch - voorstel: een ‘spitsheffing’ om te zorgen dat minder mensen in de spits reizen. Veel werkers hebben alleen helemaal geen keuze over wanneer ze naar hun werk gaan. Na flinke maatschappelijke druk heeft Koolmees het plan voor deze spitsheffing inmiddels ingetrokken, maar het laat zien wat er gebeurt wanneer je de marktlogica loslaat op het spoor.
Afschaffen eerste klas
Een heffing om mensen de spits uit te jagen, zou je met een publieke zaak-bril op helemaal nooit voorstellen. Het doel van openbaar vervoer is tenslotte dat zoveel mogelijk mensen er gebruik van maken. Als je staat voor de publieke zaak, dan wil je mensen het ov injagen, niet uit.
Wanneer je het algemene belang, dat van jou en mij, voorop stelt en niet dat van keiharde winst en dan kijkt naar het personeelstekort kom je tot heel andere oplossingen. Voordat je overgaat tot het inkorten van treinen, zou je bijvoorbeeld kunnen nadenken over het afschaffen van de eerste klas, om te beginnen tijdens de spits. Zo zou je in één keer twintig procent extra zitplaatsen creëren.
Idee: we kunnen het openbaar vervoer in publieke handen brengen
Wat geldt voor de NS, geldt misschien nog wel meer voor het lokale openbaar vervoer. De afgelopen jaren zijn er talloze buslijnen geschrapt, terwijl de prijzen ondertussen gigantisch omhoog zijn gegaan, soms met wel vijftig procent. Vanuit winstoogmerk is het wellicht logisch om de prijzen voor volle bussen te verhogen, en buslijnen die minder vol zitten te schrappen. Wanneer je doel is mensen vanuit hun huis naar hun werk te vervoeren, ook als ze op het platteland wonen, is dit ineens stukken minder logisch. Dan kies je er als overheid vanzelfsprekend voor te investeren in openbaar vervoer, net als je dat in bijvoorbeeld het onderwijs doet.
Publieke handen
Gelukkig hóeven we niet als sardientjes in de gang te staan. We kunnen het openbaar vervoer in publieke handen brengen. Dit betekent dat niet op winst gerichte bedrijven maar de overheid eigenaar wordt van het ov.
Zo kunnen we het ov toegankelijk en betaalbaar, of zelfs gratis, maken. Dat dit kan heeft Luxemburg onlangs laten zien, waar goed en gratis ov sinds 2021 een feit is. Ook kunnen we democratisch bepalen hoe het ov zou moeten worden vormgegeven, zodat het algemeen belang weer boven de winst van een paar bedrijven komt te staan.
Door het openbaar vervoer in publieke handen te brengen zullen alle problemen uiteraard niet als sneeuw voor de zon verdwijnen. Er moet dan nog steeds gezocht worden naar goed treinpersoneel en er zal soms nog steeds een buslijn geschrapt moeten worden. Het in publieke handen brengen van het ov zorgt er echter wel voor dat niet langer automatisch de winst van enkelen voor het belang van jou en mij staat, en dat we weer als samenleving bepalen hoe we ons vervoer vormgeven. Dat is winst op zich.
Beeld in header: Maxim de Gilder