We komen steeds jonger uit de kast, maar Paarse Vrijdag is nog steeds broodnodig
- Artikel
- 10 dec 2021
- 8 minuten leestijd
Studenten en scholieren: trek even iets paars aan vandaag. Als je dat niet al van plan was. "Zelfs voor de heteroseksuele cisgender scholieren biedt Paarse Vrijdag voordelen."
Nog even voordat we beginnen: worstel jij met suïcidale gedachten of maak je je zorgen om iemand anders? Praat erover. Bel 113 of ga naarwww.113.nl. Stichting Zelfmoordpreventie is 24 uur per dag en zeven dagen per week bereikbaar via 0800-0113.
Op de tweede vrijdag van december wordt er in het onderwijs massaal paars gedragen om solidariteit met de lhbtqia+-gemeenschap te tonen. De reden voor het ontstaan van Paarse Vrijdag is schrijnend: mentale problemen en suïcidale gedachten onder lhbtqia+ jongeren zijn bijna vijf keer groter dan onder andere adolescenten. Veel scholen in Nederland zijn anno 2021 nog altijd geen veilige plek voor lhbtqia+ leerlingen. Volgens onderzoek wordt een groot deel van hen gepest. Dat leidt vaak tot een verminderde psychische gezondheid, meer schoolgerelateerde problemen en meer middelengebruik ten opzichte van heteroseksuele en/of cisgender leerlingen.
We vieren Paarse Vrijdag dit jaar voor de twaalfde keer en op basis van bovenstaande zou je verwachten dat iedereen begrijpt waarom. Toch zijn er elk jaar – net als bij Pride en Coming Out Day – mensen die verkondigen dat zo’n dag of evenement niet nodig is. Ik ontmoet ze zelf weleens, maar sla er voor onomstotelijk bewijs vooral even de reacties op een gemiddeld artikel over dit soort dagen op na. Niet zelden is het goedbedoeld, omdat zij geen problemen hebben met de lhtbqia+-gemeenschap en denken dat dat voor bijna iedereen geldt. Er zijn inderdaad in de afgelopen decennia grote stappen gezet op het gebied van lhbtqia+-acceptatie. Bovendien is het aantal Nederlandse jongeren dat uitingen van homoseksualiteit afkeurt volgens eerdergenoemd onderzoek van landelijk kennisinstituut Movisie sterk gedaald.
Tegelijkertijd is ‘homo’ op scholen nog een heel gangbaar scheldwoord, is iets ‘gay’ wanneer iets niet leuk is en is de grens tussen acceptatie en tolerantie vaak vaag. Dezelfde mensen die roepen geen problemen te hebben met de lhtbqia+-gemeenschap stellen daar namelijk opvallend vaak voorwaardes tegenover. “Ik heb niets tegen homo’s, als je je maar niet te verwijfd gedraagt / zolang ik er grappen over mag maken / maar twee jongens die zoenen vind ik vies / zolang je niet aan me zit / als je je tenminste niet zo overdreven gaat kleden.”
Ik heb ze allemaal voorbij horen komen, ook van mensen die er heilig van overtuigd zijn dat ze iedereen accepteren zoals ze zijn.
Negatief zelfbeeld
Het probleem beperkt zich dus niet tot regelrechte agressie of homohaat - wat, let wel, ook nog veelvuldig voorkomt. “De samenleving is zodanig heteronormatief dat lhbtqia+-jongeren de indruk krijgen dat er iets mis met hen is”, zo verklaart psycholoog en onderzoeker Alexis Dewaele. “Of ten minste dat anderen negatief over hen denken. Dat maakt het moeilijker om voor hun seksuele oriëntatie of genderidentiteit uit te komen.”
De gemiddelde leeftijd waarop iemand uit de kast komt is in de laatste decennia in Nederland ruim vijf tot tien jaar gedaald
Bovendien heeft herhaaldelijk blootstellen aan negatieve connotaties een ‘impact op mentaal welzijn die we niet mogen onderschatten’, zegt hij. Niet voor niets worden daar hele zelfhulpboeken aan gewijd.
Een van de bekendste is The Velvet Rage van klinisch psycholoog Alan Downs, dat de veelzeggende ondertitel ‘overcoming the pain of growing up gay in a straight man's world’ heeft. “We vreesden dat er iets met ons was wat het onmogelijk maakte om van ons te houden”, schrijft Downs, zelf homoseksueel, terugblikkend op zijn kindertijd. Volgens hem heeft die zelfschaamte grote gevolgen voor het gedrag van homoseksuele mannen op latere leeftijd, die zich onder meer uiten in overcompensatie: veel feesten, een hoop seks en een grote bewijsdrang.
Downs omschrijft het besef als kind dat je niet heteroseksueel bent als een ‘dirty little secret’. Dat geheimpje wordt in de laatste jaren steeds jonger onthuld. De gemiddelde leeftijd waarop iemand uit de kast komt is in de laatste decennia in Nederland ruim vijf tot tien jaar gedaald. Socioloog Laurens Buijs, die onderzoek doet naar homo-emancipatie, zei dit jaar in het KRO-NCRV-programma Spraakmakers dat steeds meer jongeren niet expliciet uit de kast komen, omdat zij minder zwart-wit naar seksualiteit en gender kijken. “We zien dat de jonge generatie op nieuwe manieren met seksualiteit en gender omgaat en wat minder die labels claimt.”
Spelen sociale media daar een rol in?, vraag ik aan Alexis Dewaele. “Dat is moeilijk te zeggen. Ja, er is veel meer informatie dan vroeger die bovendien makkelijk vindbaar is. Maar door social media kan pestgedrag ook thuis doorgaan. Het beperkt zich niet langer tot het schoolplein.”
Buijs wijst er in de radio-uitzending op dat de jongeren over wie hij het heeft zich met name in liberale kringen bevinden: “In het grootste deel van Nederland is homoseksualiteit gewoon nog een taboe, vinden mensen het spannend, ook al wordt er wel gezegd: ‘Moet kunnen allemaal.’”
De deur openhouden
Dewaele, verbonden aan Universiteit Gent, kent het fenomeen Paarse Vrijdag niet – in België wordt het minder lang, minder grootschalig en op een andere datum gevierd dan in Nederland – maar is onmiddellijk enthousiast als ik hem uitleg wat het inhoudt. “Het is heel belangrijk dat scholen zich bezighouden met het creëren van een veilige omgeving. Paarse Vrijdag kan daar enorm bij helpen, al is het noodzakelijk dat het niet bij die ene dag blijft. Er moet structureel iets veranderen, in de lessen en de schoolboeken.”
Een dag als Paarse Vrijdag kan aantonen dat het oké is om anders te zijn dan de norm
Conservatieve ouders zullen daar niet op zitten te wachten, maar dat is niet per se erg, zegt Dewaele. “Dat levert tenminste discussie op. Met elkaar in gesprek gaan is belangrijk. Als we ons blindstaren op onze idealen zonder dat we bereid zijn naar mensen te luisteren die er anders over denken dan wij, bijvoorbeeld vanwege hun achtergrond of cultuur, dan werkt het niet. Wanneer wij enkel roepen dat zij fout zitten, gooien we de deur in hun gezicht dicht. Zo gaan zij niet anders naar dit onderwerp kijken.”
Minderheidsstress
Onderzoek van kenniscentrum Movisie wijst uit dat jongeren die gepest worden vanwege hun seksuele oriëntatie zichzelf meer waarderen wanneer zij steun krijgen van een medeleerling. Met dat gegeven in het achterhoofd kan eenieder zich voorstellen wat het met zo’n tiener doet wanneer die zichtbaar bijgestaan wordt door talloze in het paars gehulde schoolgenoten.
Maar Paarse Vrijdag is er niet alleen voor gepeste jongeren. Wanneer ik terugdenk aan mijn eigen middelbareschooltijd– zelf werd ik niet gepest, al werd ik ook zeker niet als eerste gekozen bij gym – kan ik me indenken hoezeer zo’n dag zou hebben geholpen bij mijn zelfacceptatie en ongetwijfeld die van vele anderen.
Voor de leerlingen die wel uit de kast zijn kan zo’n dag het verschil maken tussen je geaccepteerd of je gedóógd voelen
Ik kwam vlak voor mijn eindexamen uit de kast. Daar gingen zes jaar van ontkennen, hopen dat het een fase was en gevoelens forceren voor meisjes aan vooraf. Zes jaar waarin ik probeerde niet af te wijken, waarin ik ervoor waakte dat ik niet met mijn benen gekruist zat of te lang naar andere jongens keek. Dat klinkt stressvol en dat is het ook. Er is zelfs een term voor: minderheidsstress. Dat kun je krijgen doordat je negatieve reacties krijgt op anders-zijn, daar bang voor bent of wanneer je in de kast zit.
Het zenuwachtigst werd ik wanneer ik moest voetballen tijdens gymles. Nu ziet iedereen dat ik gay ben, dacht ik dan. Want dat is een van de vele negatieve stereotypes: als je als jongen niet goed bent in voetbal, ben je een homo. De grap is dat je als kind meegaat in deze denkbeelden om niet door de mand te vallen. Daarom lach je bijvoorbeeld als er een homo-mop wordt verteld: als je niet lacht, beginnen de anderen misschien wel iets te vermoeden.
Een dag als Paarse Vrijdag kan aantonen dat het oké is om anders te zijn dan de norm, ook als je nog in de kast zit: misschien hou je het liever nog voor jezelf en bouw je langzaam genoeg vertrouwen op om het hardop uit te spreken. Voor de leerlingen die wel uit de kast zijn kan zo’n dag het verschil maken tussen je geaccepteerd of je gedóógd voelen.
En zelfs voor de heteroseksuele cisgender scholieren biedt Paarse Vrijdag voordelen. Alexis Dewaele: “Jongens vertonen vaak meer homofoob en transfoob gedrag dan meisjes. Dat komt doordat zij hun eigen identiteit willen afbakenen; zij openen de aanval op al wat die traditionele genderrol doorbreekt. Op scholen die aandacht besteden aan zaken als homo-negativiteit zitten ook deze kinderen veelal beter in hun vel. Zij hebben meer het gevoel dat zij zichzelf kunnen zijn en kroppen hun gevoelens minder op. Daardoor kunnen ze zich beter losweken van die rigide patronen dan op scholen waar geen ruimte is voor zaken als genderdiversiteit en seksuele oriëntatie.”